Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG1564

Datum uitspraak2008-10-17
Datum gepubliceerd2008-10-27
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers06/7026 WAO
Statusgepubliceerd


Indicatie

Mededeling aan werkgever over gevolgen eigenrisicodragerschap na toekenning WAO-uitkering aan werknemer is een besluit. De rechtbank is niet aan een inhoudelijk oordeel over het besluit toegekomen. Terugverwijzing. Proceskosten.


Uitspraak

06/7026 WAO Centrale Raad van Beroep Meervoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [Appellante]., gevestigd te [vestiginsplaats] (hierna: appellante), tegen de uitspraak van de rechtbank Assen van 23 november 2006, 06/1051 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellante en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv). Datum uitspraak: 17 oktober 2008 I. PROCESVERLOOP Namens appellante heeft mr. D. van der Wal, advocaat te Drachten, hoger beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Het geding is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van de Raad op 5 september 2008, waar partijen - met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen. II. OVERWEGINGEN 1. Het inleidend beroep is gericht tegen het besluit van 23 augustus 2006, waarbij het Uwv de bezwaren van appellante tegen de brief van 5 oktober 2005 ongegrond heeft verklaard. Deze brief hield in dat appellante als eigen risicodrager met ingang van 15 december 2004 de arbeidsongeschiktheidsuitkering van haar (ex)-werknemer dient te betalen. 2.1. Bij de aangevallen uitspraak is het tegen het besluit van 23 augustus 2006 ingestelde beroep gegrond verklaard. De rechtbank heeft dat besluit vernietigd, het daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard en aanvullende beslissingen gegeven over de vergoeding van proceskosten en het griffierecht. 2.2. Daartoe heeft de rechtbank, kort samengevat, overwogen dat de brief van 5 oktober 2005 geen besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is. De brief is slechts informatief van aard over direct uit de wet voortvloeiende gevolgen van het eigen risicodragerschap na de toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering aan een (ex)-werknemer van appellante. Naast het door appellante afzonderlijk aan te vechten besluit op grond van artikel 75a, vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, mist de brief zelfstandige betekenis, aldus de rechtbank. 3.1. Het hoger beroep slaagt. 3.2. De Raad verwijst kortheidshalve naar zijn uitspraak van 10 oktober 2006, LJN: AZ0127 over het besluitkarakter van een mededeling aan de werkgever over de gevolgen van het eigenrisicodragerschap na toekenning van een WAO-uitkering aan de (ex)-werknemer. 4. Dit betekent dat de aangevallen uitspraak niet in stand kan blijven. Omdat de rechtbank niet aan een inhoudelijk oordeel over het besluit van 23 augustus 2006 is toegekomen, zal de Raad de zaak ter verdere behandeling terugwijzen naar de rechtbank, zoals door appellante verzocht. 5. De Raad acht termen aanwezig om met toepassing van artikel 8:75 van de Awb het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante in hoger beroep. Deze kosten worden begroot op € 322,- voor verleende rechtsbijstand. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Vernietigt de aangevallen uitspraak; Wijst de zaak ter verdere behandeling terug naar de rechtbank; Veroordeelt de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de proceskosten van appellante in hoger beroep tot een bedrag van € 322,-; Bepaalt dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan appellante het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 422,- vergoedt. Deze uitspraak is gedaan door R.C. Stam als voorzitter en J.P.M. Zeijen en R. Kruisdijk als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van A.C.A. Wit als griffier, uitgesproken in het openbaar op 17 oktober 2008. (get.) R.C. Stam. (get.) A.C.A. Wit. RB