Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG1688

Datum uitspraak2008-10-21
Datum gepubliceerd2008-10-28
RechtsgebiedBijstandszaken
Soort ProcedureVerzet
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/2696 WWB + 08/2697 WWB
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verzet ongegrond. Het verschuldigde griffierecht is niet binnen de gestelde termijn betaald. Op grond van de beschikbare gegevens redelijkerwijs kan niet kan worden geoordeeld dat betrokkenen niet in verzuim zijn geweest.


Uitspraak

08/2696 WWB 08/2697 WWB Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van: [Naam appellant] en [naam appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellanten), tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 21 maart 2008, 07/1426 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellanten en het Algemeen Bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Veluwerand I. PROCESVERLOOP Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 13 augustus 2008 heeft de Raad het namens appellanten ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard. Tegen voornoemde uitspraak heeft mr. H. Westerbroek AA, werkzaam bij de Jong & Laan Accountants en Belastingadviseurs te Putten, namens appellanten verzet gedaan. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 september 2008, waar partijen - met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen. II. OVERWEGINGEN De uitspraak van de Raad van 13 augustus 2008 berust hierop, dat het bij het instellen van het hoger beroep ingevolge artikel 22, tweede lid, aanhef en onder a, van de Beroepswet verschuldigde griffierecht van € 107,-- niet binnen de bij de aangetekend verzonden brief van 24 juni 2008 gestelde termijn is betaald en dat op grond van de beschikbare gegevens redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellanten niet in verzuim zijn geweest. In geding is de vraag of het hoger beroep van appellanten terecht niet-ontvankelijk is verklaard. In het verzetschrift is door de gemachtigde van appellanten aangevoerd dat het verschuldigde griffierecht niet direct na ontvangst van de acceptgirokaart is voldaan omdat het hoger beroepschrift een zogeheten “pro forma hoger” beroepschrift was. Na ontvangst van de aan de door de Raad op 24 juni 2008 verzonden brief om het griffierecht binnen vier weken te betalen is er opdracht tot betaling gegeven aan het hoofdkantoor te Vroomshoop. Namens appellanten is aangevoerd dat het hoofdkantoor de betalingsopdracht niet heeft ontvangen waardoor het griffierecht niet tijdig is voldaan. De Raad ziet hierin geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen dan in zijn genoemde uitspraak gegeven. Gelet op het voorgaande dient het verzet ongegrond te worden verklaard. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep; Recht doende: Verklaart het verzet ongegrond. Deze uitspraak is gedaan door Th.C. van Sloten . De beslissing is, in tegenwoordigheid van C. de Blaeij als griffier, uitgesproken in het openbaar op 21 oktober 2008. (get.) Th.C. van Sloten. (get.) C. de Blaeij. KR