Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG1715

Datum uitspraak2008-07-29
Datum gepubliceerd2008-10-28
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers108.004.589
Statusgepubliceerd


Indicatie

Sanctie voor “niet stoppen voor rood licht bij driekleurig verkeerslicht.” Visuele waarneming verbalisant. Gemachtigde voert aan dat o.g.v. de beschikbare gegevens ( 3 sec. geel en ongeveer 1 sec. rood licht, snelheid voertuig onbekend) niet is uit te sluiten dat de betrokkene haar voertuig niet meer tijdig tot stilstand kon brengen. Beroep op overmacht verworpen na berekening remweg en stopafstand. Geen beroep op overmacht bij hogere snelheid dan toegestane maximumsnelheid.


Uitspraak

WAHV 108.004.589 29 juli 2008 CJIB 49103556326 Gerechtshof te Leeuwarden Arrest op het hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Roermond van 27 maart 2008 betreffende [betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene), wonende te [woonplaats], voor wie als gemachtigde optreedt mr. C.M.J.E.P. Meerts, kantoorhoudende te Beegden. 1. De beslissing van de kantonrechter De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie in het arrondissement Roermond genomen beslissing ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. 2. Het procesverloop De gemachtigde van de betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. Tevens is verzocht om vergoeding van kosten. De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend. De gemachtigde van de betrokkene heeft schriftelijk een nadere toelichting gegeven op het beroep. De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op de nadere toelichting op het beroep. Hiervan is geen gebruik gemaakt. 3. Beoordeling 3.1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 130,- opgelegd ter zake van “niet stoppen voor rood licht bij driekleurig verkeerslicht”, welke gedraging zou zijn verricht op 15 februari 2007 op de Zuiderpoort in Echt. 3.2. De gemachtigde van de betrokkene ontkent op zichzelf niet dat de gedraging is verricht. Op grond van de beschikbare gegevens valt echter niet uit te sluiten dat de betrokkene haar voertuig niet meer tijdig tot stilstand kon brengen. De verbalisant spreekt immers van een geel lichtfase van drie seconden gevolgd door één seconde dat het verkeerslicht rood licht uitstraalde alvorens de betrokkene dat verkeerslicht met haar auto passeerde. De snelheid van het voertuig is onbekend en voorts is de door de advocaat-generaal in de berekeningen meegenomen reactietijd van één seconde geenszins onomstreden. Bovendien is de rood lichtfase omschreven als "ongeveer één seconde" hetgeen ook kan impliceren dat die fase bijna nihil is geweest. 3.3. Het hof begrijpt het standpunt van de betrokkene als een beroep op overmacht. 3.4. Uit de aankondiging van beschikking blijkt dat de gedraging binnen de bebouwde kom van Echt heeft plaatsgevonden. Het hof stelt vast dat het voertuig van de betrokkene bij een snelheid van 50 km/uur in één seconde een afstand van 13,88 meter aflegt. Wanneer de betrokkene met een hogere snelheid zou hebben gereden komen de daardoor ontstane verkorte reactietijd en vergrote remweg naar het oordeel van het hof voor haar rekening en risico, althans kan zij sowieso geen beroep meer doen op de namens haar bepleite overmacht. Bij een remvertraging van 4,5 m/s² bedraagt de remweg 21,41 meter. Bij een reactietijd van één seconde is de stopafstand dus 35,29 meter en bij een verhoogde reactietijd van twee seconden 49,17 meter. Het hof ziet geen aanleiding om uit te gaan van een nog langere reactietijd, zoals namens de betrokkene bepleit. De stopafstand blijft in ieder geval ruimschoots binnen de 55,52 meter die het voertuig van de betrokkene bij een snelheid van 50 km/uur in vier seconden heeft afgelegd. Overigens biedt deze berekening zelfs nog ruimte om de rood lichtfase te verkorten tot ruim 0,5 seconde. Al met al is het hof van oordeel dat niet anders kan worden geconcludeerd dan dat de betrokkene haar voertuig tijdig voor het rode verkeerslicht tot stilstand had kunnen brengen en dat het beroep op overmacht dus kan worden gepasseerd. 3.5. Nu de betrokkene in het ongelijk wordt gesteld is er geen plaats voor de door de gemachtigde verzochte onkostenvergoeding, noch in eerste aanleg, noch in hoger beroep. 3.6. De beslissing van de kantonrechter zal worden bevestigd. 4. De beslissing Het gerechtshof: bevestigt de beslissing van de kantonrechter; wijst het verzoek van de betrokkene om de advocaat-generaal te veroordelen in de proceskosten in hoger beroep af. Dit arrest is gewezen door mr. Weenink, in tegenwoordigheid van mr. De Ruijter als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.