Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG1945

Datum uitspraak2008-10-08
Datum gepubliceerd2008-10-29
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
ZaaknummersISD 2008/232
Statusgepubliceerd


Indicatie

Ingevolge artikel 509dd Wetboek van Strafvordering dient behandeling van een op artikel 38r Wetboek van Strafrecht gebaseerde vordering door de raadkamer, in het openbaar plaats te vinden. De rechtbank heeft, zoals in de beslissing staat, in de wetsgeschiedenis van artikel 509dd Wetboek van Strafvordering geen toelichting kunnen vinden op de ratio van deze, van de in artikel 14g, derde volzin juncto artikel 14 h, tweede lid, tweede volzin Wetboek van Strafrecht, afwijkende regeling. Een verband met de bijzondere regeling van het hoger beroep ligt echter voor de hand. Het hof ziet zich, evenals de rechtbank, gesteld voor de vraag of, en zo ja welke, consequenties verbonden dienen te worden aan het feit dat de openbare behandeling van de vordering heeft plaatsgevonden ter terechtzitting in plaats van in openbare raadkamer. Door of namens de betrokkene is niet aangevoerd dat en in welke belangen hij daardoor is geschaad. Daarvan is evenmin gebleken. Het hof neemt, evenals de rechtbank, daarbij in aanmerking dat de zittingsvoorschriften voor een behandeling in raadkamer beperkter zijn dan die voor een onderzoek ter terechtzitting zodat de veroordeelde ook op dat punt niet in zijn belangen geschaad is. Bij deze stand van zaken dient de door de raadsman van betrokkene bepleite nietigverklaring van de behandeling bij de rechtbank te Almelo in deze zaak achterwege te blijven. De rechtbank heeft een afzonderlijke uitspraak geminuteerd, terwijl betrokkene eveneens de mogelijkheid van hoger beroep had (en heeft benut) bij de penitentiaire kamer van dit hof, waarmee naar het oordeel van het hof recht wordt gedaan aan de ratio van de in het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven regeling.