Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG2083

Datum uitspraak2006-11-27
Datum gepubliceerd2008-10-30
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGemeensch. Hof van Justitie v.d. Ned. Antillen en Aruba
Zaaknummers148 HLAR 22/06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid.
Termijnoverschrijding indienen beroepschrift niet verschoonbaar.
Aangevallen uitspraak bevestigd.


Uitspraak

148 HLAR 22/06 Datum uitspraak: 27 november 2006 GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA Uitspraak op het hoger beroep van: [appellant], wonend op [woonplaats], appellant, tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 9 maart 2006 in het geding tussen: appellant en de Sociale Verzekeringsbank. 1. Procesverloop Bij beschikking van 23 september 2004 heeft de Sociale Verzekeringsbank (hierna: de SVB) de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant per 1 november 2004 vastgesteld op 27%. Bij beschikking van 23 juni 2005 heeft de SVB het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 9 maart 2006 heeft het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao (hierna: het Gerecht), het daartegen door appellant ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 20 april 2006, ingekomen bij het Gerecht op dezelfde dag, hoger beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 10 juli 2006, bij het Hof ingekomen op die dag. Bij brief, bij het Hof ingekomen op 14 augustus 2006, heeft de SVB van antwoord gediend. Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 september 2006, waar appellant, in persoon en bijgestaan door [gemachtigde], en de SVB, vertegenwoordigd door mr. M. Bonafasia, mr. V. Ray en drs. M.A. Maria, allen in dienst van de SVB, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Ingevolge artikel 16, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: Lar) wordt het beroepschrift ingediend binnen zes weken na de dag waarop de beschikking is gegeven, of geldt als geweigerd. Ingevolge het tweede lid, geldt de dag waarop de beschikking is verzonden of uitgereikt als de dag waarop deze is gegeven. Ingevolge het derde lid geldt dat wanneer het beroepschrift na afloop van de daarvoor gestelde termijn is ingediend, niet-ontvankelijk-verklaring op grond daarvan achterwege blijft, indien de indiener aantoont dat de termijnoverschrijding het gevolg is van niet aan hem toe te rekenen bijzondere omstandigheden en dat hij het beroep heeft ingesteld zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden. 2.2. Appellant klaagt dat het Gerecht heeft miskend dat sprake was van verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding. 2.2.1. De klacht faalt. Het Gerecht heeft termijnoverschrijding terecht en op juiste gronden niet verschoonbaar geoordeeld. Hetgeen appellant in hoger beroep heeft aangevoerd geeft geen aanleiding tot nadere overwegingen. 2.3. Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van het Gerecht dient te worden bevestigd. 2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba Recht doende in naam der Koningin: I. verleent appellant verlof kosteloos te procederen; II. bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. W.P.M. ter Berg, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier. w.g. Ter Berg Voorzitter w.g. Martinez griffier Uitgesproken in het openbaar op 27 november 2006