Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG3443

Datum uitspraak2008-11-04
Datum gepubliceerd2008-11-05
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers08/710281-08 (+08/770233-08, reeds ter terechtzitting gevoegd)
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte heeft als autobestuurder in april 2008, zowel binnen als buiten de bebouwde kom, de maximumsnelheid fors overschreden en daarmee gevaar veroorzaakt voor een tweetal, zich op het trottoir bevindende meisjes, door op zijn vlucht voor de politie bewust het trottoir als vluchtweg te kiezen. Voorts heeft verdachte zich in februari 2008 schuldig gemaakt aan het verlaten van een plaats van ongeval zonder zijn identiteit bekend te maken, dit terwijl hij onverzekerd en niet in het bezit van een rijbewijs was. De rechtbank is van oordeel dat verdachte met zijn roekeloze handelswijze een onaanvaardbaar risico heeft genomen en zichzelf en andere verkeersdeelnemers heeft blootgesteld aan gevaarlijke situaties. De rechtbank heeft verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, alsmede een ontzegging van de rijbevoegdheid gedurende 3 jaren. Voorts heeft de rechtbank verdachte voor beide bewezen verklaarde overtredingen veroordeeld tot 2 weken hechtenis per overtreding.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Parketnummer: 08/710281-08 (+08/770233-08, reeds ter terechtzitting gevoegd). STRAFVONNIS Uitspraak: 4 november 2008. De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen: [VERDACHTE], geboren te [GEBOORTEPLAATS] [1965], wonende te [WOONPLAATS], thans verblijvende in het huis van bewaring Karelskamp te Almelo. terechtstaande terzake parketnummer 08/710281-08, dat: hij op of omstreeks 23 april 2008, te Enschede, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een meisje, genaamd [SLACHTOFFER 1] en/of een meisje, genaamd [SLACHTOFFER 2] van het leven te beroven, met dat opzet met een door hem verdachte bestuurde personenauto met (zeer) hoge snelheid op die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] is ingereden en/of toegereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat hij op of omstreeks 23 april 2008, te Enschede, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een meisje genaamd [SLACHTOFFER 1] en/of een meisje genaamd [SLACHTOFFER 2] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een door hem verdachte bestuurde personenauto met (zeer) hoge snelheid op die [SLACHTOFFER 1] en/of die [SLACHTOFFER 2] is ingereden en/of toegereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; en terzake parketnummer 08/770233-08, dat: 1. hij op of omstreeks 18 februari 2008, in de gemeente Enschede, als bestuurder van een motorrijtuig betrokken bij een verkeersongeval of door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt op de Hengelosestraat, de plaats van het ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden aan een ander (te weten [SLACHTOFFER 3]) schade was toegebracht; 2. hij op of omstreeks 18 februari 2008, in de gemeente Enschede, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto) heeft gereden op de weg, de Hengelosestraat, zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde; 3. hij op of omstreeks 18 februari 2008, in de gemeente Enschede, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), gekentekend [KENTEKEN], daarmede heeft gereden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Hengelosestraat, zonder dat er voor dit motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen was gesloten en in stand gehouden; Gezien de stukken; Gelet op het onderzoek ter terechtzitting; Gehoord de vordering van de officier van justitie; Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd; De rechtbank concludeert dat de interpretatie die de raadsvrouwe geeft over het verloop van het op foto’s weergegeven bandenspoor, wordt weerlegd door de inhoud en samenhang van de gedetailleerde en eensluidende verklaringen van diverse getuigen, die verklaren dat de auto van verdachte de meisjes [SLACHTOFFER 1] en [SLACHTOFFER 2] op zodanig korte afstand was genaderd dat zij weg moesten springen om deze te ontwijken. De rechtbank onderschrijft in het bijzonder de verklaringen van de meisjes [SLACHTOFFER 1] en [SLACHTOFFER 2], evenals het relaas van de achtervolgende verbalisanten en verschillende getuigenverklaringen, waaruit blijkt dat allen hebben gezien dat de meisjes zich, op het moment dat verdachte in zijn auto op het grasveld reed en op hen af reed, op het trottoir bevonden. De rechtbank acht ten aanzien van de plaatsbepaling van [SLACHTOFFER 1] en [SLACHTOFFER 2] de voormelde verklaringen aannemelijk en verwerpt derhalve het verweer van verdachte en zijn raadsvrouwe dat de beide meisjes zich op een bank op 15 meter afstand zouden bevinden, alsmede het verweer dat zij zich op zodanige plaats bevonden dat zij, gezien het bandenspoor, niet aan de kant hadden hoeven springen. De rechtbank is van oordeel dat uit de processtukken en hetgeen verdachte ter terechtzitting heeft verklaard niet onomstotelijk is vast te stellen met welke snelheid verdachte in de richting van de meisjes is gereden, zodat niet kan worden vastgesteld dat het intreden van het primair ten laste gelegde gevolg, te weten de dood, zonder meer waarschijnlijk zou zijn geweest. Dat verdachte reed met een te hoge snelheid voor veilig verkeer ter plaatse staat wel vast. Evenwel kan niet geconcludeerd worden dat verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat beide meisjes door zijn gevaarlijke rijgedrag het leven zouden verliezen. De rechtbank acht derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte sub 1 primair is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. Nu verdachte zich, om aan aanhouding door de politie te ontkomen, als bestuurder van zijn auto welbewust heeft begeven in het domein van de voetgangers, heeft hij zich, naar het oordeel van de rechtbank, wel willens en wetens blootgesteld aan de aanmerkelijke kans en deze kans ook aanvaard, dat hij de twee, aldaar op het trottoir, aanwezige kinderen zou aanrijden en dat zij daarbij zwaar lichamelijk letsel zouden oplopen. Dat verdachte de meisjes niet gezien zou hebben (iets wat verdachte niet bij de politie heeft ontkend) doet daar niet aan af. De rechtbank verwerpt tevens het verweer dat verdachte de meisjes niet aangereden zou hebben omdat verdachte de rijbaan op wilde en dat ook deed, nu van een gecontroleerd rijgedrag naar het oordeel van de rechtbank geen sprake was. De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen -die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen- waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/710281-08 subsidiair en het onder parketnummer 08/770233-08 sub 1, sub 2 en sub 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: terzake parketnummer 08/710281-08: subsidiair: hij op 23 april 2008 te Enschede, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een meisje genaamd [SLACHTOFFER 1] en een meisje genaamd [SLACHTOFFER 2] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een door hem verdachte bestuurde personenauto met hoge snelheid op die [SLACHTOFFER 1] en die [SLACHTOFFER 2] is ingereden en toegereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; terzake parketnummer 08/770233-08: 1. hij op 18 februari 2008 in de gemeente Enschede, als bestuurder van een motorrijtuig betrokken bij een verkeersongeval op de Hengelosestraat, de plaats van het ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval naar hij wist aan een ander (te weten [SLACHTOFFER 3]) schade was toegebracht; 2. hij op 18 februari 2008 in de gemeente Enschede, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto) heeft gereden op de weg, de Hengelosestraat, zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde; 3. hij op 18 februari 2008 in de gemeente Enschede, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), gekentekend [KENTEKEN], daarmede heeft gereden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Hengelosestraat, zonder dat er voor dit motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen was gesloten en in stand gehouden. Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het tenlastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft. De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte terzake parketnummer 08/710281-08 subsidiair en terzake parketnummer 08/770233-08 sub 1, sub 2 en sub 3 meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het bewezen verklaarde levert op: terzake parketnummer: 08/710281-08: subsidiair: "poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd", strafbaar gesteld bij artikel 302 jo. 45 van het Wetboek van Strafrecht; terzake parketnummer: 08/770233-08: sub 1: "overtreding van artikel 7 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994", strafbaar gesteld bij artikel 176 van de Wegenverkeerswet 1994; sub 2: "overtreding van artikel 107 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994", strafbaar gesteld bij artikel 177 van de Wegenverkeerswet 1994; sub 3: "als bestuurder van een motorrijtuig daarmede op de voor het openbaar verkeer openstaande weg rijden zonder dat er voor dat motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen is gesloten en in stand gehouden", strafbaar gesteld bij artikel 30 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen; De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake parketnummer 08/710281-08 primair en terzake parketnummer 08/770233-08 sub 1 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, met een proeftijd van twee jaar en als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht. Terzake parketnummer 08/770233-08 sub 1 vordert de officier van justitie tevens een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van 5 jaar. Terzake parketnummer 08/770233-08 sub 2 en sub 3 vordert de officier van justitie hechtenis voor de duur van twee weken per overtreding. De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straffen behoren te worden opgelegd, zoals deze hierna zullen worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen. Verdachte heeft zich op 23 april 2008 schuldig gemaakt aan een ernstig verkeersgerelateerd delict. In zijn poging om voor de politie te vluchten heeft verdachte, door zich met hoge snelheden zowel buiten als binnen de bebouwde kom te verplaatsen, zeer gevaarlijk gereden en een bijzonder hachelijke situatie doen ontstaan voor zijn medeweggebruikers. Met name het moment waarop verdachte welbewust zijn auto het trottoir en het achterliggende grasveld op heeft gereden, alwaar zich diverse mensen bevonden en hij zijn auto rechtstreeks op twee zich op het trottoir bevindende meisjes af stuurde, had, wanneer de meisjes niet tijdig opzij waren gesprongen, voor hen ernstige gevolgen kunnen hebben. Hoewel hij de keuze had om zijn vlucht te staken en stil te gaan staan, waarmee hij zijn verantwoordelijkheid zou hebben genomen ten opzichte van zijn medeweggebruikers, bleef hij echter wegvluchten voor de politie. Kort voor voormeld delict, te weten op 18 februari 2008, heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het verlaten van een plaats van ongeval zonder dat zijn identiteit behoorlijk kon worden vastgesteld. Zodoende heeft verdachte zich onttrokken aan de verantwoordelijkheid die van een deelnemer aan het verkeer wordt vereist. Verdachte heeft zich tevens schuldig gemaakt aan het op de openbare weg besturen van zijn auto terwijl deze auto niet verzekerd was evenals aan het zogenoemde rijden zonder rijbewijs. Deze feiten zijn tevens van belang geweest voor het bepalen van de strafmaat. Het gegeven dat verdachte, naar eigen zeggen reeds 30 jaren, zonder rijbewijs als bestuurder van een auto deelneemt aan het verkeer op de openbare weg, rekent de rechtbank verdachte zwaar aan. Dit laakbaar gedrag ziet de rechtbank als een grove schending van de in het verkeer geldende normen en het getuigt van een groot gebrek aan respect voor de overige verkeersdeelnemers. Op de bewezen verklaarde strafbare feiten dient in beginsel te worden gereageerd met een vrijheidsstraf van aanzienlijke duur. De rechtbank heeft rekening gehouden met de door rapporterend psychiater [NAAM] en reclasseringswerkster [NAAM] opgemaakte rapporten betreffende verdachte en onderschrijft de daarin neergelegde conclusies. De verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte en de achterliggende problematiek hebben in het bijzonder meegewogen in de bepaling van de strafmaat. Om de kans op recidive zo klein mogelijk te maken en om verdachte de noodzakelijke behandeling voor zijn drugsverslaving en zijn persoonlijke problematiek te bieden, acht de rechtbank het passend en geboden om een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen en hieraan de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht te koppelen. Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen is, naar het oordeel van de rechtbank, een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf van na te melden duur thans de meest passende straf. Voorts zal de rechtbank ten aanzien van feit 1 (parketnummer 08/770233-08), gelet op de mate waarin verdachte gevaar voor anderen heeft veroorzaakt, een ontzegging van de rijbevoegdheid opleggen. De na te melden straffen zijn gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 18, 57, 62 en 91 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 179 en 179a van de Wegenverkeerswet 1994. R E C H T D O E N D E: Verklaart niet bewezen wat aan verdachte terzake parketnummer 08/710281-08 primair is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij. Verklaart bewezen, dat het terzake parketnummer 08/710281-08 subsidiair en het terzake parketnummer 08/770233-08 sub 1, sub 2 en sub 3 tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan. Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld. Verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte ter zake parketnummer 08/710281-08 subsidiair en parketnummer 08/770233-08 sub 1 tot een gevangenisstraf voor de tijd van 18 maanden. Beveelt dat van de gevangenisstraf een gedeelte groot 8 maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, op de grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij op twee jaren wordt bepaald, aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt of gedurende de proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd. Stelt als bijzondere voorwaarde: De veroordeelde moet zich gedurende de proeftijd gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, arrondissement Almelo, ook wanneer de aanwijzingen zullen inhouden dat de veroordeelde zich moet laten behandelen bij Tactus, met opdracht aan die instelling ingevolge artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht. Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Veroordeelt verdachte ter zake parketnummer 08/770233-08 sub 1 tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van 3 jaar. Veroordeelt verdachte ter zake parketnummer 08/770233-08 sub 2 tot hechtenis voor de duur van 2 weken. Veroordeelt verdachte ter zake parketnummer 08/770233-08 sub 3 tot hechtenis voor de duur van 2 weken. Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte terzake parketnummer 08/710281-08 subsidiair en terzake parketnummer 08/770233-08 sub 1, sub 2 en sub 3 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij. Aldus gewezen door mr. Wentink, voorzitter, mr. Vogel en mr. Taalman, rechters, in tegenwoordigheid van Brockötter, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 4 november 2008.