
Jurisprudentie
BG3624
Datum uitspraak2008-10-22
Datum gepubliceerd2008-11-06
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers169491
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-11-06
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers169491
Statusgepubliceerd
Indicatie
De gevorderde wettelijke handelsrente is toewijsbaar. Van een overeengekomen uiterste dag van betaling in de zin van art. 6:119a lid 1 BW is niet gebleken. Op grond van het bepaalde in art. 6:119a lid 2 sub a en b BW is het echter redelijk de ingangsdatum van de rente over de facturen te bepalen op 30 dagen na factuurdatum.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 169491 / HA ZA 08-700
Vonnis van 22 oktober 2008
in de zaak van
[eis.conv./ged.reconv.],
h.o.d.n. [handelsnaam],
wonende en gevestigd te [woonplaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. L.G.U. Compri,
tegen
[ged.conv./eis.reconv.],
h.o.d.n. [handelsnaam]
wonende en gevestigd te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. P.M. Wilmink.
Partijen zullen hierna [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 16 juli 2008
- het proces-verbaal van comparitie van 26 september 2008.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eis.conv./ged.reconv.] heeft in 2007 werkzaamheden verricht in opdracht van [ged.conv./eis.reconv.]. [eis.conv./ged.reconv.] heeft [ged.conv./eis.reconv.] ter zake hiervan diverse facturen verzonden.
2.2. Ondanks daartoe te zijn aangemaand heeft [ged.conv./eis.reconv.] een deel van deze facturen ad in totaal € 12.463,- onbetaald gelaten.
2.3. Op donderdag 10 januari 2008 heeft [eis.conv./ged.reconv.] een kraan meegenomen van [ged.conv./eis.reconv.], die op het terrein van laatstgenoemde stond. Bij fax van 10 januari 2008 heeft [eis.conv./ged.reconv.] het volgende aan [ged.conv./eis.reconv.] geschreven:
“Hallo,
Wil bij deze even laten weten dat ik je kraan in beslag heb genomen i.v.m. de betalingsachterstand van maar liefst € 12.463,=.”
In de nacht van 11 op 12 januari 2008 heeft [ged.conv./eis.reconv.] de kraan terug gehaald.
2.4. Op 2 februari 2008 heeft [ged.conv./eis.reconv.] € 4.000,- aan [eis.conv./ged.reconv.] betaald.
2.5. Op 14 april 2008 heeft [eis.conv./ged.reconv.] conservatoir beslag laten leggen op aan [ged.conv./eis.reconv.] toebehorende onroerende zaken gelegen aan de [adres].
3. Het geschil
in conventie
3.1. [eis.conv./ged.reconv.] vordert samengevat - veroordeling van [ged.conv./eis.reconv.], bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van € 7.529,48 aan hoofdsom en € 904,00 aan buitengerechtelijke kosten, alsmede wettelijke handelsrente, proceskosten en de kosten van het beslag.
Voormeld bedrag bestaat uit € 12.463,- aan openstaande facturen, minus het door [ged.conv./eis.reconv.] betaalde bedrag van € 4.000,- en een bedrag van € 933,52 ter zake van een vordering van [ged.conv./eis.reconv.] op [eis.conv./ged.reconv.] vanwege een door [eis.conv./ged.reconv.] in het verleden veroorzaakt auto-ongeluk.
3.2. [ged.conv./eis.reconv.] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.3. [ged.conv./eis.reconv.] vordert samengevat - veroordeling van [eis.conv./ged.reconv.], bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van € 4.897,44, vermeerderd met wettelijke rente, alsmede opheffing van het conservatoir beslag, met veroordeling van [eis.conv./ged.reconv.] in de proceskosten.
3.4. [eis.conv./ged.reconv.] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
4.1. [ged.conv./eis.reconv.] heeft erkend dat hij nog niet alle facturen van [eis.conv./ged.reconv.] heeft voldaan, terwijl [eis.conv./ged.reconv.] wel werkzaamheden voor hem heeft verricht. Ter comparitie heeft [ged.conv./eis.reconv.] bevestigd dat het door [eis.conv./ged.reconv.] gevorderde bedrag ad € 7.529,48 nog open staat en dat hij hiervan betaling is verschuldigd. In zoverre is de vordering van [eis.conv./ged.reconv.] toewijsbaar.
Ten aanzien van de factuur met nummer 20070504 heeft [eis.conv./ged.reconv.] nog opgemerkt dat deze bij nader inzien is voldaan, maar de factuur met nummer 20070507 nog niet en voorts dat per abuis een bedrag van € 803,00 in rekening is gebracht in plaats van € 880,00, zodat de vordering feitelijk € 77,00 hoger is. Nu [eis.conv./ged.reconv.] zijn eis evenwel niet heeft gewijzigd zal worden uitgegaan van het bedrag zoals gevorderd bij dagvaarding, derhalve € 803,00, zodat de totale toewijsbare hoofdsom blijft bij € 7.529,48.
4.2. De gevorderde wettelijke handelsrente is toewijsbaar. Van een overeengekomen uiterste dag van betaling in de zin van art. 6:119a lid 1 BW is niet gebleken. Op grond van het bepaalde in art. 6:119a lid 2 sub a en b BW is het echter redelijk de ingangsdatum van de rente over de facturen te bepalen op 30 dagen na factuurdatum, zoals [eis.conv./ged.reconv.] blijkens zijn dagvaarding ook heeft gedaan, ook al is de dag van ontvangst daarvan door [ged.conv./eis.reconv.] onduidelijk. [ged.conv./eis.reconv.] heeft immers erkend dat hij de facturen heeft ontvangen en niet heeft voldaan, terwijl voorts uit de op de facturen genoemde beschrijvingen blijkt dat [eis.conv./ged.reconv.] de tegenprestatie ruimschoots meer dan 30 dagen daarvoor heeft verricht. Dat het niet tijdig voldoen van de facturen aan [eis.conv./ged.reconv.] zelf te wijten is, of dat sprake zou zijn van een betalingsregeling of verleend uitstel zoals [ged.conv./eis.reconv.] heeft aangevoerd, heeft [eis.conv./ged.reconv.] gemotiveerd betwist en staat derhalve niet vast. Nu [ged.conv./eis.reconv.] ter zake ook geen
gespecificeerd bewijsaanbod heeft gedaan ziet de rechtbank geen aanleiding hem alsnog in de gelegenheid te stellen (nader) bewijs te leveren van zijn stelling.
Dit maakt dat de wettelijke rente toewijsbaar is, telkens vanaf 30 dagen na de factuurdatum, tot op de dag dat de desbetreffende factuur is voldaan.
4.3. [eis.conv./ged.reconv.] heeft € 904,00 aan buitengerechtelijke kosten gevorderd. Anders dan [eis.conv./ged.reconv.] stelt kan uit de door hem overgelegde stukken echter niet worden afgeleid dat andere of meer verrichtingen zijn gedaan dan die waarvoor op grond van de artikelen 237 tot en met 240 Rv reeds een vergoeding wordt toegekend. Dit deel van de vordering zal derhalve worden afgewezen.
4.4. [eis.conv./ged.reconv.] vordert [ged.conv./eis.reconv.] te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering zal worden afgewezen. [ged.conv./eis.reconv.] heeft gemotiveerd aangevoerd dat van enige gegronde vrees voor verduistering geen sprake is, hetgeen [eis.conv./ged.reconv.] niet heeft weersproken.
In zoverre moet dan ook worden geoordeeld dat het beslag onnodig is gelegd en dat de ter zake gevorderde kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen.
4.5. [ged.conv./eis.reconv.] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eis.conv./ged.reconv.] worden begroot op:
- dagvaarding € 71,80
- vast recht 204,00
- salaris procureur 768,00 (2 punten × tarief € 384,00)
Totaal € 1.043,80
in reconventie
4.6. [ged.conv./eis.reconv.] vordert betaling door [eis.conv./ged.reconv.] van € 4.897,44, bestaande uit:
a. € 1.063,86 aan schadevergoeding vanwege de door [eis.conv./ged.reconv.] op 10 januari 2008 in beslag genomen kraan;
b. € 1.936,31 aan schadevergoeding vanwege een door [eis.conv./ged.reconv.] in november 2006 beschadigde minikraan;
c. € 811,00 aan schadevergoeding vanwege een door [eis.conv./ged.reconv.] begin 2007 beschadigde bak van een mobiele kraan;
d. € 403,60 aan schadevergoeding vanwege een door [eis.conv./ged.reconv.] in juni 2007 veroorzaakte beschadiging aan een gasaansluiting van de Nuon;
e. € 682,67 aan schadevergoeding vanwege een door [eis.conv./ged.reconv.] veroorzaakt ongeval in januari 2007, waarbij een auto werd beschadigd.
Hieromtrent wordt het volgende overwogen.
a. de in beslag genomen kraan
4.7. [eis.conv./ged.reconv.] heeft erkend dat hij op 10 januari 2008 een kraan van [ged.conv./eis.reconv.] heeft meegenomen en heeft geparkeerd op het terrein van een gezamenlijke kennis, zonder dat [ged.conv./eis.reconv.] daarvoor vooraf toestemming had verleend of van op de hoogte was gebracht. Hoewel in conventie is vast komen te staan dat [eis.conv./ged.reconv.] aanspraak kon maken op betaling door [ged.conv./eis.reconv.] van openstaande facturen, heeft [eis.conv./ged.reconv.] de kraan meegenomen zonder dat daarvoor een geldige beslagtitel bestond. Dat [eis.conv./ged.reconv.] uit andere hoofde gerechtigd zou zijn de kraan mee te nemen is gesteld noch gebleken. [eis.conv./ged.reconv.] heeft derhalve onrechtmatig gehandeld jegens [ged.conv./eis.reconv.] en is op grond van artikel 6:162 BW verplicht de ter zake door [ged.conv./eis.reconv.] geleden schade te vergoeden.
4.8. [ged.conv./eis.reconv.] heeft aangevoerd dat hij de kraan op 11 januari 2008 nodig had voor het egaliseren van een bouwput en dat hij in dat verband ook een grondwerker had ingehuurd. [ged.conv./eis.reconv.] vordert ter zake € 256,00 voor de grondwerker, € 464,00 aan eigen kosten en € 174,00 aan ophaalkosten van de kraan, te vermeerderen met (in totaal) € 169,86 aan BTW. Dat sprake zou zijn van herstelwerkzaamheden waarvoor [ged.conv./eis.reconv.] niet betaald zou worden is niet nader door [eis.conv./ged.reconv.] onderbouwd en dit verweer dient, gelet op de gemotiveerde betwisting daarvan door [ged.conv./eis.reconv.], dan ook te worden gepasseerd. Nu [eis.conv./ged.reconv.] het door [ged.conv./eis.reconv.] gehanteerde uurtarief en de in rekening gebrachte uren op zichzelf niet heeft betwist, is het bedrag ad € 464,00 toewijsbaar. Ter comparitie heeft [ged.conv./eis.reconv.] een betalingsbewijs getoond waaruit bleek dat hij op 7 april 2008 daadwerkelijk € 256,00 heeft betaald voor de grondwerker. Dat heeft [eis.conv./ged.reconv.] niet (meer) betwist, zodat ook dit bedrag toewijsbaar is. Ook het gevorderde bedrag ter zake van de ophaalkosten kan worden toegewezen, nu vast staat dat [ged.conv./eis.reconv.] de kraan zelf heeft opgehaald en voorts niet onaannemelijk is dat hij hiermee in totaal drie uur is bezig geweest, hetgeen [eis.conv./ged.reconv.] ter comparitie ook heeft erkend.
4.9. De gevorderde BTW ad € 169,86 wordt afgewezen. Er is niet gesteld of gebleken dat dit bedrag daadwerkelijk als schade van [ged.conv./eis.reconv.] moet worden aangemerkt. Daarbij is van belang dat een groot deel van de in rekening gebrachte kosten ziet op eigen uren van [ged.conv./eis.reconv.], waarover hij in beginsel geen BTW (aan zichzelf) is verschuldigd, en voorts
dat [ged.conv./eis.reconv.] de rekening van de grondwerker niet heeft overgelegd, zodat ten aanzien hiervan niet kan worden vastgesteld dat hij daadwerkelijk BTW heeft betaald.
b. de beschadigde minikraan
4.10. [ged.conv./eis.reconv.] heeft aangevoerd dat [eis.conv./ged.reconv.] in november 2006 een minikraan van hem heeft geleend voor een klus bij een kennis en dat de kraan daarbij is beschadigd. Volgens [ged.conv./eis.reconv.] is de kraan omgevallen, waardoor er een deuk in de deur is gekomen en de ruit is gesprongen. Ter comparitie heeft [ged.conv./eis.reconv.] toegelicht dat als gevolg hiervan uiteindelijk twee ruiten zijn geplaatst, welke thans twee maal per jaar moeten worden vervangen omdat de deur is ontzet. Hij heeft een offerte overgelegd waaruit blijkt dat het vervangen van de deur € 1.936,31 kost.
[eis.conv./ged.reconv.] heeft erkend dat hij de kraan heeft geleend voor een privé-klus en dat deze daarbij is beschadigd. Volgens hem is de kapotte ruit echter destijds direct gerepareerd en was er geen sprake van een deuk.
4.11. Tussen partijen staat vast dat [eis.conv./ged.reconv.] de kraan heeft beschadigd tijdens een privé-klus. In beginsel is hij op grond van artikel 6:162 BW dan ook gehouden de schade van [ged.conv./eis.reconv.] te vergoeden. Dat de ruit direct al (definitief) gerepareerd is en dat er in die zin geen sprake (meer) is van schade, zoals [eis.conv./ged.reconv.] heeft betoogd, acht de rechtbank niet aannemelijk, nu [eis.conv./ged.reconv.] ter comparitie heeft toegegeven dat er naderhand nog wel ‘gedoe’ was met de ruit en dat er uiteindelijk twee ruiten zijn geplaatst. Gelet op deze erkenning door [eis.conv./ged.reconv.] is niet onaannemelijk dat de deur daadwerkelijk is ontzet, zoals [ged.conv./eis.reconv.] heeft betoogd, en dat deze geheel moet worden vervangen om de kraan weer in de staat te brengen waarin deze verkeerde voor het incident. Hoewel de schade nog niet is hersteld en derhalve niet vast staat welk bedrag hiermee precies is gemoeid, acht de rechtbank de door [ged.conv./eis.reconv.] ter zake genoemde herstelkosten van € 1.936,31 niet onaannemelijk en toewijs-baar, te meer nu [eis.conv./ged.reconv.] de op de offerte vermelde bedragen op zichzelf niet heeft betwist.
c. de beschadigde bak van de minikraan
4.12. [ged.conv./eis.reconv.] vordert € 811,00 in verband met schade aan een bak van een mobiele kraan. Volgens [ged.conv./eis.reconv.] heeft [eis.conv./ged.reconv.] de bak begin 2007 gebruikt om er een dieseltank mee plat te slaan tijdens een privé-klus. [eis.conv./ged.reconv.] betwist dat hij de bak heeft beschadigd en heeft er voorts op gewezen dat hij hier nooit eerder door [ged.conv./eis.reconv.] op is aangesproken.
4.13. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [ged.conv./eis.reconv.] onvoldoende onderbouwd dat sprake is van schade aan de bak door toedoen van [eis.conv./ged.reconv.]. [ged.conv./eis.reconv.] heeft geen foto’s of andere stukken overgelegd waaruit het bestaan van de schade blijkt of waaruit valt af te leiden dat hij [eis.conv./ged.reconv.] bijvoorbeeld ooit heeft aangesproken op vergoeding daarvan. Nu het voorval bovendien dateert van bijna twee jaar geleden, valt - ook al zou er thans sprake zijn van zichtbare schade - niet uit te sluiten dat deze is ontstaan door een andere oorzaak.
Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank ook geen aanleiding [ged.conv./eis.reconv.] toe te laten tot het leveren van (nader) bewijs van zijn stelling, te meer nu hij dit ook niet specifiek heeft aangeboden. Dit deel van de vordering wordt derhalve afgewezen.
d. de beschadigde gasleiding van Nuon
4.14. [ged.conv./eis.reconv.] vordert betaling van € 403,60 vanwege een tijdens het werk door [eis.conv./ged.reconv.] beschadigde gasleiding. Ingevolge artikel 6:170 BW is degene in wiens bedrijf een ondergeschikte zijn taak vervult aansprakelijk voor schade toegebracht aan een derde door een fout van die ondergeschikte, indien de kans op de fout door de opdracht tot het verrichten van deze taak is vergroot en degene in wiens dienst de ondergeschikte stond, uit hoofde van de desbetreffende rechtsbetrekking zeggenschap had over de gedragingen waarin de fout was gelegen. Vast staat dat [eis.conv./ged.reconv.] de gasleiding heeft beschadigd tijdens graaf- c.q. egaliseerwerkzaamheden die hij in opdracht van [ged.conv./eis.reconv.] verrichte en dat de kans op de fout in die zin ook is vergroot door deze opdracht. Voorts had [ged.conv./eis.reconv.] als werkgever zeggenschap over de gedragingen van [eis.conv./ged.reconv.] waarin de fout was gelegen.
[ged.conv./eis.reconv.] is derhalve in beginsel aansprakelijk voor de schade. Dat [eis.conv./ged.reconv.] gehouden zou zijn om bij te dragen in de schadevergoeding acht de rechtbank niet juist, nu gesteld noch gebleken is dat de schade het gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid (art. 6:170 lid 3 BW). Daarbij wordt nog opgemerkt dat ‘onvoorzichtig handelen’ van [eis.conv./ged.reconv.] in dit verband niet voldoende is en evenmin dat [eis.conv./ged.reconv.] ook betrokken was bij de aanleg van de leidingen en dat hij derhalve wist waar deze lagen.
e. het ongeval in januari 2007
4.15. In januari 2007 is [eis.conv./ged.reconv.] betrokken geweest bij een ongeval, waarbij hij met een kraan een tegemoetkomende auto raakte. Ter comparitie heeft [ged.conv./eis.reconv.] in dit verband verklaard dat [eis.conv./ged.reconv.] in zijn opdracht op weg was met de kraan naar het werk in Malden. Ook dit ongeval heeft derhalve plaatsgevonden in werktijd, zodat de situatie van artikel 6:170 BW - zoals hiervoor onder 4.14 genoemd - hierop eveneens van toepassing is. Nu ook ten aanzien van dit ongeval niet is gesteld of gebleken dat sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van [eis.conv./ged.reconv.], is hij niet gehouden bij te dragen in de schade. Ook dit deel van de vordering wordt derhalve afgewezen, waarbij er nog op wordt gewezen dat [ged.conv./eis.reconv.] ter comparitie heeft verklaard dat hij tot op heden niets heeft betaald aan de verzekerings-maatschappij, zodat van daadwerkelijke schade ook (nog) geen sprake is.
Resumé
4.16. Gelet op het voorgaande wordt in reconventie toegewezen:
ter zake van de in beslag genomen kraan (a): € 894,00
ter zake van de beschadigde minikraan (b): € 1.936,31 +
totaal € 2.830,31
4.17. [ged.conv./eis.reconv.] heeft nog opgemerkt dat [eis.conv./ged.reconv.] in het verleden schade heeft toegebracht aan een van zijn auto’s voor in totaal € 1.867,03 en dat partijen onderling hebben afgesproken dat zij daarvan ieder € 933,52 voor hun rekening zouden nemen, maar dat [eis.conv./ged.reconv.] dit bedrag nog steeds niet aan hem heeft voldaan. [eis.conv./ged.reconv.] heeft dit erkend.
Nu met dit bedrag echter reeds rekening is gehouden in conventie ([eis.conv./ged.reconv.] heeft het afgetrokken van de oorspronkelijk openstaande facturen), bestaat geen aanleiding dit (alsnog) toe te wijzen in reconventie, noch daargelaten dat [ged.conv./eis.reconv.] dit - zo blijkt uit zijn berekening van de schade - ook niet heeft gevorderd.
4.18. De gevorderde wettelijke rente wordt, als niet betwist, toegewezen over de toegewezen hoofdsom van € 2.830,31 vanaf 2 juli 2008 (datum instellen eis in reconventie).
4.19. [ged.conv./eis.reconv.] heeft opheffing van het conservatoir beslag gevorderd. Nu reeds in conventie is geoordeeld dat het beslag onnodig is gelegd, is de gevorderde opheffing op grond van art. 705 lid 2 Rv toewijsbaar.
4.20. Nu partijen in reconventie over en weer in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten (in reconventie) zal dragen.
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
5.1. veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] om aan [eis.conv./ged.reconv.] te betalen een bedrag van € 7.529,48 (zevenduizendvijfhonderdnegenentwintig euro en achtenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119a BW over de op de diverse facturen genoemde bedragen, telkens vanaf dertig dagen na de factuurdatum, tot op de dag dat de desbetreffende factuur is voldaan,
5.2. veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] in de proceskosten, aan de zijde van [eis.conv./ged.reconv.] tot op heden begroot op € 1.043,80,
5.3. verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5. veroordeelt [eis.conv./ged.reconv.] om aan [ged.conv./eis.reconv.] te betalen een bedrag van € 2.830,31 (tweeduizendachthonderddertig euro en eenendertig cent), vermeerderd met de wettelijke rente over het nog niet betaalde deel van dit bedrag vanaf 2 juli 2008 tot de dag van volledige betaling,
5.6. heft op het conservatoir beslag, gelegd op de aan [ged.conv./eis.reconv.] toebehorende onroerende zaken gelegen aan de [adres],
5.7. verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.9. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Verra en in het openbaar uitgesproken op 22 oktober 2008.