
Jurisprudentie
BG3783
Datum uitspraak2008-11-05
Datum gepubliceerd2008-11-10
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/604 WAZ
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-11-10
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/604 WAZ
Statusgepubliceerd
Indicatie
Het bestreden besluit wordt niet gehandhaafd door het Uwv. Enkele niet passende functies. Proceskostenvergoeding.
Uitspraak
07/604 WAZ
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 22 december 2006, 05/1303 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 5 november 2008
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft C.M. Loef, werkzaam bij Avant Accountants hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben nadien nadere stukken aan de Raad gezonden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 september 2008. Appellant is in persoon verschenen, bijgestaan door A. Rehorst. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door drs. J. Hut.
II. OVERWEGINGEN
1. Bij besluit van 25 januari 2005 (hierna: het bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van appellant tegen het besluit van het Uwv van 10 september 2004, waarbij appellants uitkering ingevolge de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen met ingang van 10 november 2004 werd ingetrokken, ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Appellant heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld op medische en arbeidskundige gronden.
3. Ter zitting van de Raad heeft het Uwv bevestigd het bestreden besluit niet te kunnen handhaven, omdat enkele aan appellant voorgehouden functies bij nader inzien niet passend worden geacht. Het Uwv zal nader onderzoek doen en opnieuw beslissen. Appellant heeft ter zitting verklaard dat hij een uitspraak van de Raad wenst en aanspraak maakt op vergoeding van zijn proceskosten.
4. De Raad stelt vast dat het Uwv het bestreden besluit niet handhaaft. Dit brengt mee dat de aangevallen uitspraak, waarbij het bestreden besluit in stand is gelaten, voor vernietiging in aanmerking komt en dat het beroep van appellant tegen het bestreden besluit gegrond wordt verklaard. Het Uwv zal opnieuw op het bezwaar van appellant hebben te beslissen.
5. De Raad acht termen aanwezig om op grond van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellant in beroep en in hoger beroep. Deze kosten worden begroot op € 644,- voor verleende rechtsbijstand in beroep en op € 644,- voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep, in totaal € 1.288,-.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Vernietigt de aangevallen uitspraak;
Verklaart het beroep tegen het bestreden besluit gegrond en vernietigt dat besluit;
Bepaalt dat de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een nieuw besluit op bezwaar neemt;
Veroordeelt de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de proceskosten van appellant in beroep en in hoger beroep tot een bedrag groot
€ 1.288,-, te betalen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;
Bepaalt dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan appellant het betaalde griffierecht van € 142,- vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door J. Riphagen als voorzitter en H. Bedee en P.J. Jansen als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van I.R.A. van Raaij als griffier, uitgesproken in het openbaar op 5 november 2008.
(get.) J. Riphagen.
(get.) I.R.A. van Raaij.
CVG