
Jurisprudentie
BG3786
Datum uitspraak2008-10-24
Datum gepubliceerd2008-11-07
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Roermond
Zaaknummers221439\ HZ VERZ 08-15
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2008-11-07
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Roermond
Zaaknummers221439\ HZ VERZ 08-15
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Goedkeuring afwijkend huurbeding onder voorwaarde.
Uitspraak
RECHTBANK ROERMOND
Sector kanton
Zaaknummer: 221439 HZ VERZ 08-15
Beschikking van de kantonrechter te Venlo d.d. 24 oktober 2008.
1.1. Gezien het door:
1. de besloten vennootschap BART’S RETAIL B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te 6641 TL Beuningen aan de Platinawerf 4,
en
2. de vennootschap onder firma [naam],
gevestigd en kantoorhoudende te [adres],
alsmede haar beherende vennoten, de heer [F] en mevrouw [R], beiden wonende te [adres]
hierna te noemen verzoekers,
ingediende en aangehechte verzoekschrift, ertoe strekkende dat de goedkeuring wordt verkregen met betrekking tot van de bepalingen van afdeling 6 van titel 4 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek afwijkende bedingen, opgenomen in de in het verzoekschrift bedoelde en tussen verzoekers voornoemd te sluiten huurovereenkomst betreffende de bedrijfsruimte gelegen te [adres] (bake-off bakkerij annex bakkerijwinkel).
1.2. Op 10 oktober 2008 heeft de mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgehad. Ter zitting is namens verzoeker sub 1 verschenen mr. J.J.G. Heling. Verzoekers sub 2 zijn niet ter zitting verschenen.
1.3. Mr. Heling voornoemd heeft ter zitting het verzoek nader toegelicht. Voor een feitelijke en juridische onderbouwing van het verzoek verwijst de kantonrechter kortheidshalve naar het verzoekschrift als ook naar de ter zitting overgelegde notities.
1.4. Tevens heeft mr. Heling het gezamenlijke verzoek gewijzigd in die zin dat in artikel 10f van de huurovereenkomst de zinsnede zonder rechterlijke tussenkomst dient te worden doorgehaald.
2. De kantonrechter komt tot de navolgende overwegingen.
2.1. Verzoekers vragen goedkeuring van onder meer het navolgende beding in de huurovereenkomst:
Partijen verklaren uitdrukkelijk dat onderhavige huurovereenkomst is aangegaan in het kader van de tevens tussen partijen gesloten franchiseovereenkomst. Onderhavige huurovereenkomst en de franchiseovereenkomst zijn derhalve onlosmakelijk met elkaar verbonden, hetgeen inhoudt dat deze huurovereenkomst zonder rechterlijke tussenkomst eindigt op het moment waarop de tussen partijen gesloten franchiseovereenkomst om welke reden dan ook zal worden ontbonden.
2.2. De kantonrechter kan een afwijkend huurbeding goedkeuren als het beding de rechten die de huurder heeft niet wezenlijk aantast. De vraag ligt voor of er sprake is van een wel of niet wezenlijke aantasting van de rechten van de huurder voor zover het beding de strekking heeft om de wettelijke bepalingen omtrent opzegging en rechterlijke toetsing van de ontbinding of beëindiging buiten werking te stellen.
2.3. Het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch heeft in haar arrest van 15-11-2005 (LJN: AX3872) op dat punt onder meer overwogen (samenvattend):
De voorgelegde huurovereenkomst tast de rechten van de huurder wezenlijk aan. Zo wordt de huurder het recht ontnomen bij een door de verhuurder gewenste beëindiging tussenkomst van de rechter te vragen. Voorts wordt door de koppeling van de huurovereenkomst aan de franchiseovereenkomst materieel een niet aan termijnen gebonden huurbeëindigingsgrond toegevoegd aan de wet. Ook wordt de huurder het recht ontnomen om vrijelijk over zijn bedrijf, inclusief huurrechten, te beschikken, hetgeen op gespannen voet staat met het bepaalde in artikel 7:307 BW. Onvoldoende is gebleken dat de maatschappelijke positie van de huurder in vergelijking met de verhuurder zodanig is dat de huurder de genoemde bescherming niet behoeft.
2.4. De kantonrechter is evenwel van oordeel dat met de ter zitting gegeven toelichting, de wijziging in het verzoekschrift ten aanzien van het bovenstaand beding (artikel 10f: doorhaling van de woorden zonder rechterlijke tussenkomst) en met dèze franchiseonderneming de rechten van de huurder voldoende zijn beschermd.
2.5. De kantonrechter ziet op grond van de door verzoekers in hun - gewijzigde - verzoek naar voren gebrachte omstandigheden en motieven aanleiding de gevraagde goedkeuring te verlenen.
Gelet op de betrekkelijke wetsartikelen.
3. BESCHIKKENDE
3.1. Keurt goed het van de bepalingen van afdeling 6 van titel 4 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek afwijkend beding, als bedoeld artikel 3a van de huurovereenkomst.
3.2. Keurt goed het van de bepalingen van afdeling 6 van titel 4 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek afwijkend beding, als bedoeld in artikel 10f van de huurovereenkomst, behoudens de woorden zonder rechterlijke tussenkomst.
Aldus gegeven door mr. O.M. de Lange, kantonrechter, en ter openbare terechtzitting van 24 oktober 2008 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.