Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG3932

Datum uitspraak2008-10-09
Datum gepubliceerd2008-11-11
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Groningen
Zaaknummers339009 CV EXPL 07-11056
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

De kantonrechter stelt vast dat de door @Home aangeboden overeenkomsten ter zake van het internet en die ter zake van de televisie aan elkaar zijn gekoppeld. Uit artikel 2.1. van de toepasselijke voorwaarden volgt immers dat geen internetdienst wordt geleverd zonder het afsluiten van een televisieabonnement. Doordat is afgezien van het leveren van tegenbewijs moet er van worden uitgegaan dat deze bepaling niet onredelijk bezwarend is. Nu @Home een gekoppelde constructie hanteert tussen de twee verschillende abonnementen is de kantonrechter evenwel van oordeel dat de consequentie van het niet kunnen leveren van internetdiensten als gevolg van het afsluiten van de kabel in het kader van het televisieabonnement voor rekening en risico van @Home komt. Dit brengt mee dat @Home na de afsluiting van de televisiekabel in redelijkheid geen abonnementskosten voor het internet in rekening kan brengen.


Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN Sector kanton Locatie Groningen Zaak olnummer: 339009 CV EXPL 07-11056 Vonnis d.d. 9 oktober 2008 inzake de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid @Home B.V., gevestigd te en kantoorhoudende te Groningen, eiseres, hierna @Home te noemen, gemachtigde: mr. A.G. Gritter, als jurist werkzaam bij LAVG, gerechtsdeurwaarders te Groningen, tegen [gedaagde], wonende te [postcode] Groningen, [adres], gedaagde, hierna [gedaagde] te noemen, gemachtigde: mr. A.Z. van Braam, werkzaam bij Rechtshulp Noord Advocaten, PROCESGANG 1. Bij tussenvonnis van 8 mei 2008 heeft de kantonrechter een comparitie van partijen gelast, welke is gehouden op 13 augustus 2008. Partijen – @Home vertegenwoordigd door de heer [A.] als deskundige - zijn verschenen. Partijen werden bijgestaan door hun gemachtigden. Voorafgaand aan de comparitie heeft de gemachtigde van [gedaagde] stukken toegezonden. Van het verhandelde ter zitting is door de griffier aantekening gehouden. Tot slot is (nader) vonnis bepaald op heden. OVERWEGINGEN De vaststaande feiten 2. [gedaagde] heeft bij (de rechtsvoorganger van) @Home afzonderlijk van elkaar een televisieabonnement en een internetabonnement afgesloten. Op het internetabonnement zijn (onder andere) de algemene voorwaarden Kabelinternetdiensten van @Home van toepassing. 3. In artikel 2.1. van voormelde voorwaarden is het volgende bepaald: “(…) Een Kabelinternetdienst kan slechts geleverd worden indien de (Aspirant)Abonnee beschikt over: - een overeenkomst voor de levering van radio- en televisieprogramma’s via een kabeltelevisienetwerk waarover de Kabelinternetdienst ter beschikking wordt gesteld. De overeenkomst kan ook door een derde zijn afgesloten ten behoeve van de locatie van de (Aspirant)Abonnee; - een functionerende en voor de Kabelinternetdienst geschikte kabeltelevisie-aansluiting waarover een permanent (televisie)signaal wordt geleverde en welke (indirect) is verbonden met het netwerk van het Bedrijf; - (…).” 4. Aangezien [gedaagde] met de betaling van de facturen ter zake van het televisieabonnement in gebreke bleef, heeft @Home de kabelaansluiting afgesloten. 5. [gedaagde] heeft de facturen betreffende het internetabonnement over de periode van 1 maart 2007 tot en met 30 juni 2007 onbetaald gelaten. Het betreft in totaal een bedrag van € 191,80. 6. Vanwege de wanbetaling heeft @Home het internetabonnement op 8 juni 2007 krachtens haar algemene voorwaarden eenzijdig beëindigd. 7. @Home vordert thans ter zake van het internetabonnement een bedrag van € 191,80 aan hoofdsom, zijnde de abonnementskosten voor de periode van 1 maart 2007 tot en met 30 juni 2007, € 37,00 aan buitengerechtelijke kosten en € 13,07 aan rente. Het standpunt van @Home 8. Naast voormelde vaststaande feiten heeft @Home gesteld dat de omstandigheid dat [gedaagde] heeft verzuimd de abonnementskosten voor de televisie te betalen als gevolg waarvan hij per 31 maart 2007 van de kabel is afgesloten, hem niet ontslaat van zijn betalingsverplichting inzake het internetabonnement. Ingevolge haar voorwaarden is het aan [gedaagde] om te zorgen voor een actieve kabel, dat wil zeggen dat over die kabel een tv-signaal loopt. Zonder dat signaal is het namelijk onmogelijk om internetdiensten af te leveren aan de modem van [gedaagde]. Nu [gedaagde] heeft nagelaten het internetabonnement op te zeggen, is hij gehouden de onderhavige facturen te voldoen. 9. @Home stelt verder recht te hebben op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten die zij heeft moeten maken omdat [gedaagde] met betaling in gebreke bleef. Het standpunt van [gedaagde] 10. Aangezien [gedaagde] geen televisietoestel heeft, wilde hij het televisieabonnement beëindigen. Doordat @Home niet op de ter zake door [gedaagde] gedane verzoeken reageerde heeft hij besloten de facturen betreffende het televisieabonnement niet meer te voldoen. @Home heeft hem vervolgens in gebreke gesteld en aangezegd dat bij niet betaling het abonnement eenzijdig zou worden beëindigd. Dit laatste heeft [gedaagde] laten gebeuren. Op 22 februari 2007 heeft @Home het abonnement beëindigd en de televisiekabel afgesloten. Nadien heeft [gedaagde] zijn betalingsverplichtingen met betrekking tot het televisieabonnement tot de datum van afsluiting alsnog voldaan. 11. Na de kabelafsluiting in het kader van het televisieabonnement zijn aan [gedaagde] geen internetdiensten meer geleverd. @Home pleegt daardoor wanprestatie ten aanzien van het internetabonnement. [gedaagde] is dan ook geen abonnementskosten verschuldigd. Voor zover @Home zich op artikel 2.1. van haar algemene voorwaarden beroept, meent [gedaagde] dat die bepaling onredelijk bezwarend moet worden geacht. Deze bepaling levert immers een onredelijke beperking van de contracteervrijheid op. 12. [gedaagde] heeft voorts bezwaar tegen de buitengerechtelijke incassokosten, aangezien geen substantiële buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht. De beoordeling van het geschil 13. De kantonrechter stelt vast dat de overeenkomst ter zake van het internet en die ter zake van de televisie aan elkaar zijn gekoppeld. Uit artikel 2.1. van de toepasselijke voorwaarden volgt immers dat geen internetdienst wordt geleverd zonder het afsluiten van een televisieabonnement. [gedaagde] heeft gesteld dat deze bepaling als onredelijk bezwarend moet worden aangemerkt. Naar het oordeel van de kantonrechter is het aan @Home om aan te tonen dat dit niet het geval is. Ter gelegenheid van de comparitie is in dit verband door de deskundige van @Home naar voren gebracht dat het feitelijk onmogelijk is om internetdiensten te leveren zonder een kabeltelevisieaansluiting waarover een permanent televisiesignaal wordt geleverd. Behoudens tegenbewijs moet op grond van dat betoog aldus worden geoordeeld dat het bezwaarlijk onredelijk kan zijn om van [gedaagde] te vergen dat hij ter zake van een kabeltelevisieaansluiting een overeenkomst afsluit. Nu [gedaagde] ter comparitie vanwege het geringe geldelijke belang in de onderhavige procedure te kennen heeft gegeven af te zien van het leveren van tegenbewijs, dient van de juistheid van het betoog van de deskundige van @Home te worden uitgegaan. In rechte moet er daarom ook van worden uitgegaan dat geen sprake is van een onredelijke bezwarend beding. 14. De vraag die vervolgens ter beoordeling voor ligt is of @Home abonnementskosten voor het internet van [gedaagde] kan vorderen nu hij na de kabelafsluiting geen internetdiensten meer geleverd heeft gekregen. Nu @Home een gekoppelde constructie hanteert tussen de twee verschillende abonnementen is de kantonrechter van oordeel dat de consequentie van het niet kunnen leveren van internetdiensten voor rekening en risico van @Home komt. Dit brengt mee dat @Home na de afsluiting van de kabel in redelijkheid geen abonnementskosten voor het internet in rekening kan brengen. Voor zover de vordering ziet op de abonnementskosten van na de kabelafsluiting zullen deze dus worden afgewezen. 15. Door @Home is gesteld dat [gedaagde] per 31 maart 2007 van de kabel is afgesloten. Door [gedaagde] is die datum naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat daarvan zal worden uitgegaan. [gedaagde] is derhalve de factuur voor de maand maart 2007 nog verschuldigd aan @Home, zodat de vordering in zoverre toewijsbaar is. De vordering van @Home met betrekking tot de facturen van april 2007, mei 2007 en juni 2007 zal worden afgewezen. 16. Nu niet is gebleken van buitengerechtelijke incassowerkzaamheden anders dan die ter voorbereiding en instructie van de procedure, zal de vordering ter zake van de buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen. 17. Gelet op de uitkomst van de procedure acht de kantonrechter termen aanwezig om de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. BESLISSING De kantonrechter: veroordeelt [gedaagde] om tegen kwijting aan @Home te betalen € 47,95, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de factuur van 1 maart 2007 tot de dag der algehele voldoening; compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt; verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. R.Tj. Terpstra, kantonrechter, en op 9 oktober 2008 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier. typ: mb