Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG4048

Datum uitspraak2008-11-06
Datum gepubliceerd2008-11-12
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200806194/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Bij besluit van 24 juni 2008, kenmerk 2008/0050491, heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Steenwijkerland (hierna: de raad) bij besluit van 18 december 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Tuk, Bergstein".


Uitspraak

200806194/2. Datum uitspraak: 6 november 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer: [verzoeker], wonend te [plaats], en het college van gedeputeerde staten van Overijssel, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 24 juni 2008, kenmerk 2008/0050491, heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Steenwijkerland (hierna: de raad) bij besluit van 18 december 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Tuk, Bergstein". Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 19 augustus 2008, beroep ingesteld. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 19 augustus 2008, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 28 oktober 2008, waar zijn gehoord de raad, vertegenwoordigd door R. Binnenmars en J. Mulder, ambtenaren in dienst van de gemeente, Stichting Woonconcept, vertegenwoordigd door de heer Donker, en Rotij Planontwikkeling Beheer, vertegenwoordigd door de heer Hilberink. 2. Overwegingen 2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. 2.2. Het plan voorziet in de bouw van ongeveer 190 woningen en een woon-/zorgcomplex ten noorden van de kern Tuk bij Steenwijk. Het plangebied is gelegen tegenover de woning van [verzoeker] aan de [locatie]. 2.3. [verzoeker], die niet ter zitting is verschenen om het verzoek nader toe te lichten, betoogt dat het college ten onrechte goedkeuring heeft verleend aan het plan. In het kader van deze procedure voert hij daartoe met name aan dat met de uitvoering van andere goedgekeurde bestemmingsplannen reeds kan worden voorzien in de woningbehoefte. Volgens hem is echter een doorslaggevend gewicht toegekend aan de financiële belangen van de betrokken projectontwikkelaars. Hierbij voert hij aan dat het aantal woningen en de woningdichtheid zijn verhoogd, nu volgens hem in 2001 op de onderhavige locatie de bouw van 120 woningen was gepland. Voorts merkt hij in dit verband op dat de voormalige boomgaard niet in het plan is opgenomen. Verder stelt [verzoeker] dat het plan leidt tot een aantasting van de landschappelijke waarden en natuurwaarden van het plangebied en tot een aantasting van zijn woongenot door een toename van de verkeersoverlast nabij zijn woning, waar de ontsluiting van de nieuwe wijk is voorzien. 2.4. In het streekplan Overijssel 2000+ is de kern Steenwijk aangewezen als kern met een streekfunctie ten aanzien waarvan het beleid is gericht op een positieve migratieontwikkeling. Blijkens de plantoelichting is het plangebied in de gemeentelijke structuurvisie "Stadsbeeld 2020/2030" aangegeven als uitbreidingslocatie. Voorts is ter zitting vanwege de raad toegelicht dat het voorziene aantal woningen in overeenstemming is met de woningbehoefte zoals gesteld in de gemeentelijke Woonvisie 2007-2010 en, naast de door [verzoeker] genoemde plannen, noodzakelijk is om te voldoen aan de woningbouwopgave voor Steenwijk en Tuk voor 2010. In dit licht heeft [verzoeker], met de enkele stelling dat eerder de bouw van een lager aantal woningen in het plangebied was gepland, niet aannemelijk gemaakt dat het college en de raad in de onderhavige bestemmingsplanprocedure van een onjuiste woningbehoefte zijn uitgegaan. Voorts heeft [verzoeker] niet aannemelijk gemaakt dat het plan leidt tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke waarden en natuurwaarden van het plangebied. Daarbij neemt de voorzitter in aanmerking dat het plangebied in de bestaande situatie hoofdzakelijk in gebruik is als weiland en dat de bestaande houtwal met de bestemming "Groen en Water (GW)" grotendeels behouden blijft. Nu de voormalige boomgaard niet in het plan is opgenomen, brengt het plan niet met zich dat deze zal verdwijnen. Volgens de plantoelichting blijkt uit het aan het plan ten grondslag gelegde verkeersonderzoek dat geen problemen worden verwacht met de afwikkeling van het extra verkeer ten gevolge van het plan, omdat de bestaande verkeersintensiteiten op de Tukseweg, waarop de nieuwe woonwijk zal worden ontsloten, relatief laag zijn in verhouding tot de functie en de inrichting van die weg. In het verkeersonderzoek zijn evenmin knelpunten voor de Tukseweg geconstateerd met betrekking tot de geluidhinder vanwege de verkeerstoename. [verzoeker] heeft niet onderbouwd dat het plan niettemin leidt tot een onevenredige verkeersoverlast nabij zijn woning. 2.5. Gelet op het voorgaande ziet de voorzitter geen aanknopingspunten voor de verwachting dat hetgeen [verzoeker] thans heeft aangevoerd in de bodemprocedure zal leiden tot het oordeel dat het college geen goedkeuring aan het plan heeft kunnen verlenen, zodat aanleiding bestaat het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen. 2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: wijst het verzoek af. Aldus vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. I.M. van der Heijden, ambtenaar van Staat. w.g. Bartel w.g. Van der Heijden voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 6 november 2008 516.