Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG4049

Datum uitspraak2008-11-06
Datum gepubliceerd2008-11-12
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200806834/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Bij besluit van 15 juli 2008, kenmerk 08020965/56/13, heeft het college van gedeputeerde staten van Zeeland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Veere bij besluit van 27 maart 2008 vastgestelde bestemmingsplan "Kom Grijpskerke".


Uitspraak

200806834/2. m uitspraak: 6 november 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen: [verzoeker], wonend te [woonplaats], en het college van gedeputeerde staten van Zeeland, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 15 juli 2008, kenmerk 08020965/56/13, heeft het college van gedeputeerde staten van Zeeland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Veere bij besluit van 27 maart 2008 vastgestelde bestemmingsplan "Kom Grijpskerke". Tegen dit besluit heeft [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 9 september 2008, beroep ingesteld. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 9 september 2008, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 28 oktober 2008, waar [verzoeker], bijgestaan door mr. K.M. Moeliker, advocaat te Middelburg, is verschenen. Voorts is daar als partij gehoord de raad, vertegenwoordigd door M. Jonker, ambtenaar in dienst van de gemeente. 2. Overwegingen 2.1. [verzoeker] betoogt dat het college ten onrechte goedkeuring heeft verleend aan het plandeel met de bestemming "Bedrijfsdoeleinden (B)" betreffende het garagebedrijf op het perceel Loodholseweg 2, waarmee de reeds gerealiseerde uitbreiding van het bedrijfsgebouw als zodanig is bestemd. [verzoeker] verzoekt het bestreden besluit in zoverre te schorsen om inwerkingtreding van het bestemmingsplan te voorkomen. Daarbij voert hij aan dat, naast de bestemmingsplanprocedure, een procedure aanhangig is omtrent vrijstelling als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO), waarmee de uitbreiding mogelijk is gemaakt. 2.2. Teneinde te vermijden dat in de procedure omtrent vrijstelling als bedoeld in artikel 19 van de WRO betekenis wordt toegekend aan het voornoemde plandeel en uit de inwerkingtreding van dit plandeel zou worden afgeleid dat de bestemming "Bedrijfsdoeleinden (B)" ter plaatse als een gegeven zou moeten worden beschouwd, schorst de voorzitter dit plandeel om in elk opzicht te vermijden dat het zelfstandige toetsingskader voor de reeds genomen, thans bij de rechtbank Middelburg voorliggende beslissing op bezwaar in de vrijstellingsprocedure door de inwerkingtreding van het vorenbedoelde plandeel wordt beïnvloed. 2.3. Het college dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld. 3. Beslissing De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van gedeputeerde staten van Zeeland van 15 juli 2008, kenmerk 08020965/56/13, voor zover het betreft de goedkeuring van het plandeel met de bestemming "Bedrijfsdoeleinden (B)" betreffende het perceel Loodholseweg 2; II. veroordeelt het college van gedeputeerde staten van Zeeland tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 644,00 (zegge: zeshonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de provincie Zeeland aan [verzoeker] onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald; III. gelast dat de provincie Zeeland aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 145,00 (zegge: honderdvijfenveertig euro) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. I.M. van der Heijden, ambtenaar van Staat. w.g. Bartel w.g. Van der Heijden voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 6 november 2008 516.