Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG4063

Datum uitspraak2008-11-12
Datum gepubliceerd2008-11-12
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200802920/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij brief van 3 oktober 2007 heeft de huurcommissie Amsterdam (hierna: de huurcommissie) [appellant] meegedeeld dat zijn klacht over de handelwijze van de huurcommissie en een van haar medewerkers ongegrond is.


Uitspraak

200802920/1. Datum uitspraak: 12 november 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellant], wonend te [woonplaats], tegen de uitspraak in zaak nr. 07/4155 van de rechtbank Amsterdam van 14 april 2008 op het verzet van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank van 3 maart 2008 in het geding tussen: [appellant] en de voorzitter van de huurcommissie Amsterdam. 1. Procesverloop Bij brief van 3 oktober 2007 heeft de huurcommissie Amsterdam (hierna: de huurcommissie) [appellant] meegedeeld dat zijn klacht over de handelwijze van de huurcommissie en een van haar medewerkers ongegrond is. Bij besluit van 20 december 2007 heeft de huurcommissie het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 3 maart 2008, verzonden op 6 maart 2008, heeft de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) zich, met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), onbevoegd verklaard van het beroep van [appellant] kennis te nemen. Bij uitspraak van 14 april 2008, verzonden op 16 april 2008, heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen gedane verzet ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 april 2008, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 3 juli 2008. De huurcommissie heeft een verweerschrift ingediend. [appellant] heeft een nader stuk ingediend. Dit is aan de andere partij toegezonden. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 28 oktober 2008, waar [appellant], in persoon, en de huurcommissie, vertegenwoordigd door haar [voorzitter] en mr. J.C.A. Stevens, advocaat te Den Haag, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. De aangevallen uitspraak is een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, onder b, van de Awb. Hiertegen kan, gelet op artikel 37, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wet op de Raad van State, geen hoger beroep worden ingesteld. Daarop kan een uitzondering worden gemaakt indien beginselen van goede procesorde dan wel van fundamentele rechtsbeginselen die een eerlijk proces waarborgen evident worden geschonden. 2.2. Het betoog van [appellant] dat zich een dergelijke schending heeft voorgedaan, omdat de rechtbank niet bevoegd was een uitspraak te doen, nu door toedoen van de betrokken bestuursrechter geen griffierecht is geheven, faalt. Ook hetgeen [appellant] overigens naar voren heeft gebracht, is niet van dien aard dat op grond daarvan geoordeeld zou moeten worden dat sprake is van evidente schending van beginselen van een goede procesorde dan wel fundamentele rechtsbeginselen die een eerlijk proces waarborgen. De bezwaren van [appellant] tegen de gronden waarop de verzetsrechter tot de ongegrondheid van het verzet heeft geconcludeerd, vallen buiten de toets die de Afdeling in het kader van het hoger beroep mag verrichten. 2.3. De Afdeling is onbevoegd kennis te nemen van het hoger beroep gericht tegen de uitspraak van de rechtbank van 14 april 2008. 2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen. Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.M.M. de Leeuw-van Zanten, ambtenaar van Staat. w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. De Leeuw-van Zanten lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 12 november 2008 97-497.