
Jurisprudentie
BG4065
Datum uitspraak2008-11-12
Datum gepubliceerd2008-11-12
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200802485/1
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-11-12
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200802485/1
Statusgepubliceerd
Indicatie
Bij besluit van 14 februari 2007 heeft de stichting Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (hierna: het CBR) geweigerd ten behoeve van [appellant] een verklaring van geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorieën B en E bij B in het rijbewijzenregister te registreren.
Uitspraak
200802485/1.
Datum uitspraak: 12 november 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaak nr. 07/809 van de rechtbank Groningen van 27 maart 2008 in het geding tussen:
[appellant]
en
de stichting Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.
1. Procesverloop
Bij besluit van 14 februari 2007 heeft de stichting Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (hierna: het CBR) geweigerd ten behoeve van [appellant] een verklaring van geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorieën B en E bij B in het rijbewijzenregister te registreren.
Bij besluit van 13 juli 2007 heeft het CBR het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 27 maart 2008, verzonden op 28 maart 2008, heeft de rechtbank Groningen (hierna: de rechtbank) het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 8 april 2008, hoger beroep ingesteld.
Het CBR heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 28 oktober 2008, waar het CBR, vertegenwoordigd door mr. M.C.A. van den Hil-van Vliet, medewerker in dienst van het CBR, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 97, eerste lid, van het Reglement rijbewijzen (hierna: het Reglement) worden verklaringen van geschiktheid op aanvraag en tegen betaling van het daarvoor vastgestelde tarief door het CBR in het rijbewijzenregister geregistreerd ten behoeve van een ieder die voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen. Het CBR doet van deze registratie mededeling aan de aanvrager.
Ingevolge artikel 103, eerste lid, van het Reglement registreert het CBR, indien de aanvrager naar zijn oordeel voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen ten aanzien van de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie of rijbewijscategorieën waarop de aanvraag betrekking heeft, in het rijbewijzenregister ten behoeve van de aanvrager voor die categorie of categorieën een verklaring van geschiktheid.
Ingevolge artikel 104, eerste lid, van het Reglement kan de aanvrager, indien hij een mededeling heeft ontvangen dat geen verklaring van geschiktheid wordt geregistreerd in het rijbewijzenregister, binnen vier weken na ontvangst daarvan het CBR verzoeken een of meer artsen aan te wijzen voor een keuring of herkeuring op zijn eigen kosten.
In artikel 2 van de Regeling eisen geschiktheid 2000 (hierna: de Regeling) is bepaald dat de eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen worden vastgesteld overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage.
In paragraaf 8.8 ("Misbruik van psychoactieve middelen (zoals alcohol en drugs)") van de bijlage is bepaald dat voor de beoordeling of sprake is van misbruik van psychoactieve middelen een specialistisch rapport is vereist. Personen die misbruik maken van dergelijke middelen zijn zonder meer ongeschikt. Indien zij aannemelijk of aantoonbaar zijn gestopt met dit misbruik, dient een recidiefvrije periode van een jaar te zijn gepasseerd voordat zij door middel van een herkeuring - op basis van een specialistisch rapport - geschikt kunnen worden geacht. Een strenge opstelling van de keurend arts is aangewezen, gezien de gevaren die het gebruik van deze middelen oplevert voor de verkeersveiligheid.
2.2. Het CBR heeft aan zijn weigering een verklaring van geschiktheid te registreren de resultaten van een psychiatrisch onderzoek ten grondslag gelegd. In het rapport van de psychiater en de keurend arts van 31 januari 2007 is geconcludeerd dat uitslagen van het bloedonderzoek in een laboratorium, waarbij een fors verhoogd ASAT van 107 U/L, een fors verhoogd ALAT van 79 U/L en een fors verhoogd gamma-GT van 865 U/L zijn geconstateerd, aanwijzingen vormen voor recent en overmatig alcoholgebruik. De psychiater heeft het CBR geadviseerd [appellant] ongeschikt te verklaren voor alle categorieën, omdat geen sprake is van een recidiefvrije periode van een jaar met betrekking tot alcoholmisbruik. Op grond hiervan heeft het CBR bij het in bezwaar gehandhaafde besluit vastgesteld dat paragraaf 8.8 van de bijlage bij de Regeling op [appellant] van toepassing is, voor zover daarin is gesteld dat personen die misbruik maken van alcohol zonder meer ongeschikt zijn voor het besturen van motorrijtuigen.
2.3. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het CBR de diagnose alcoholmisbruik terecht heeft gesteld. Hij voert aan dat hij, zoals iedere Nederlander, wel eens alcohol drinkt, dat hij al bijna drie jaar geen rijbewijs meer heeft en nog nooit een ongeluk heeft veroorzaakt.
2.4. Dit betoog faalt. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld dat het rapport van de psychiater en met name de resultaten van het laboratoriumonderzoek, waarbij een fors verhoogd gehalte aan ASAT, ALAT en gamma-GT werd vastgesteld, duidelijke aanwijzingen bevatten dat nog steeds sprake is van alcoholmisbruik door [appellant]. Het was aan [appellant] om aannemelijk te maken dat de afwijkende waarden in het laboratoriumonderzoek werden veroorzaakt door andere factoren dan alcoholmisbruik. Hij heeft gesteld noch aannemelijk gemaakt dat de verhoogde waarden een andere oorzaak zouden hebben dan alcoholmisbruik. De Afdeling is met de rechtbank van oordeel dat het CBR terecht heeft besloten om ten behoeve van [appellant] geen verklaring van geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen in het rijbewijzenregister te registreren.
2.5. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.M.M. de Leeuw-van Zanten, ambtenaar van Staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. De Leeuw-van Zanten
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 12 november 2008
97-497.