Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG4342

Datum uitspraak2008-11-10
Datum gepubliceerd2008-11-13
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/925172-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Economische politierechter legt een veetransportbedrijf een geldboete op van € 480 voor het transport van een kreupele koe naar het slachthuis. Ook de veehouder (medeverdachte) is een geldboete van € 480 opgelegd.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf economische politierechter parketnummer: 06/925172-08 uitspraak vonnis: 10 november 2008 tegenspraak/dip VONNIS in de zaak tegen de rechtspersoon: de besloten vennootschap TRANSPORTBERIJF [verdachte] BV, gevestigd te [plaats], vertegenwoordigd door de procuratiehouder: [naam verdachte], geboren te [plaats, 1969], wonende te [adres]. Onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 oktober 2008. Tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: zij op of omstreeks 9 oktober 2007, te Emst, gemeente Epe, heeft gehandeld in strijd met artikel 6 van EG-verordening nr. 1/2005, immers heeft verdachte als vervoerder een rund vervoerd niet in overeenstemming met de technische voorschriften in bijlage I behorende bij voornoemde verordening, aangezien voornoemd rund niet in staat was zich op eigen kracht pijnloos te bewegen en/of zonder hulp te lopen (het rund liep op 3 benen, het linker voorbeen was ernstig gezwollen en werd niet belast vanwege een fractuur humerus); artikel 9 van de Regeling dierenvervoer 2007. Taal- en/of schrijffouten Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. De (bewijs)motivering (eindnoot 1) A. Het standpunt van het openbaar ministerie De officier van justitie heeft aangevoerd dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. B. Vaststaande feiten Verdachte heeft als vervoerder (eindnoot 2) op 9 oktober 2007 een rund met identificatiecode NL 387007371(eindnoot 3) (hierna: het rund) vervoerd van veehouderij [medeverdachte] in Loenen, gemeente Apeldoorn, via Emst naar slachterij [naam slachterij] in Epe(eindnoot 4) . Volgens een verklaring van de dierenartsen [getuige 1] en [getuige 2] (eindnoot 5) , die voor de Voedsel en Waren Autoriteit in de slachterij controleerden, liep het rund kreupel tengevolge van een humerusfractuur en was het niet in staat zich op eigen kracht pijnloos te bewegen of zonder hulp te lopen (eindnoot 6) . De dierenartsen hebben aangetekend dat het letsel vóór transport, één of twee dagen eerder, moet zijn ontstaan. C. [getuige 1] (eindnoot 7) en [getuige 2] (eindnoot 8) hebben verklaard dat: - zij gezamenlijk het rund op 9 oktober 2007 levend hebben gekeurd bij slachterij [naam slachterij]; - het rund tijdens het lopen ernstige pijnscheuten vertoonde en niet op de linker voorvoet wilde staan en nauwelijks op vier poten kon lopen; - het schoudergewricht van het rund ernstig was gezwollen tengevolge van een humerusfractuur; - het rund op dat moment niet vervoerd kon worden, omdat het niet pijnloos kon staan of lopen. Medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard (eindnoot 9) dat het rund licht kreupel was, maar niet zodanig dat het niet meer op vier poten kon lopen. De getuige [getuige 3] heeft op 30 oktober 2007 verklaard (eindnoot 10) dat hij als chauffeur in dienst van verdachte op 9 oktober 2007, het rund heeft opgehaald bij [medeverdachte] en dat het toen in lichte mate kreupelheid vertoonde, maar wel vrijwel normaal de veewagen op liep. De getuige [getuige 4] heeft op 30 oktober 2007 verklaard (eindnoot 11) dat hij als chauffeur in dienst van verdachte op 9 oktober 2007 het rund vanaf de bedrijfslocatie van verdachte naar slachterij [naam slachterij] heeft vervoerd. Hij kon wel zien dat het rund lichtelijk kreupel was, maar dat was verder bijna niet aan het rund te merken. D. Het standpunt van de vertegenwoordiger van verdachte. De vertegenwoordiger van verdachte heeft ter terechtzitting de conclusie van de dierenartsen bestreden en daartoe aangevoerd dat volgens haar het letsel van het rund ook tijdens het transport of tijdens het uitladen kan zijn ontstaan. E. Verwerping bewijsverweer Naar het oordeel van de economische politierechter is niet aannemelijk geworden dat het rund het letsel eerst tijdens of na het transport heeft opgelopen. Wat de verdachte heeft aangevoerd biedt geen aanknopingspunten om te twijfelen aan de juistheid van de bevindingen van de dierenartsen, waaronder hun conclusie dat het letsel vanwege de omvang van de zwelling vóór het transport moet zijn ontstaan. Van belang hierbij zijn de verklaringen van de chauffeurs waaruit kan worden opgemaakt dat het rund vóór en tijdens het transport al geblesseerd was. Bewezenverklaring Naar het oordeel van de economische politierechter is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat: zij op 9 oktober 2007, te Emst, gemeente Epe, heeft gehandeld in strijd met artikel 6 van EG verordening nr. 1/2005, immers heeft verdachte als vervoerder een rund vervoerd niet in overeenstemming met de technische voorschriften in bijlage I behorende bij voornoemde verordening, aangezien voornoemd rund niet in staat was zich op eigen kracht pijnloos te bewegen en/of zonder hulp te lopen (het rund liep op 3 benen, het linker voorbeen was ernstig gezwollen en werd niet belast vanwege een humerusfractuur). Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de economische politierechter niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezene levert op de overtreding: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 59 (oud) van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, begaan door een rechtspersoon. Strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Oplegging van straf 1. De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een geldboete gelijk aan het transactievoorstel van € 480,-. 2. De vertegenwoordiger van verdachte heeft aangegeven de eis niet terecht te vinden, omdat het letsel ook elders kan zijn ontstaan. 3. De economische politierechter is van oordeel dat de hierna te melden geldboete in overeenstemming is met de ernst van het bewezen verklaarde, mede gelet op de justitiële documentatie, de maatschappelijke positie en de draagkracht van de verdachte en de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is gepleegd, zoals van één en ander ter terechtzitting is gebleken. Toepasselijke wettelijke voorschriften Wetboek van Strafrecht: artikelen 23, 24, 51, 91 Wet op de economische delicten: artikelen 1 (oud), 2 en 6 Verordening (EG) 1/2005: artikelen 3, 6 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren: artikel 59 (oud) Regeling dierenvervoer 2007: artikel 9 Beslissing De economische politierechter: • verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan; • verklaart niet bewezen wat verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij; • verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 59 (oud) van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, begaan door een rechtspersoon; • verklaart verdachte strafbaar; • veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 480,-- (vierhonderdentachtig euro). Aldus gewezen door mr. Van Lookeren Campagne, economische politierechter, in tegenwoordigheid van Beers-de Badts, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 november 2008. (Eindnoot 1) Verwezen wordt naar delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, (als bijlagen) opgenomen bij het (stam)proces verbaal, nummer 46004 bij opsporing nr. 50612, Algemene Inspectiedienst Noord en Oost Nederland, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, gesloten en ondertekend op 17 december 2007. (Eindnoot 2) Schriftelijk stuk, uittreksel uit het handelsregister van de Kamers van Koophandel, bijlage 4. (Eindnoot 3) Schriftelijk stuk, print I&R systeem, bijlage 3. (Eindnoot 4) Schriftelijk stuk, aanvoerlijst Exportslachterij [naam slachterij], bijlage 2. (Eindnoot 5) Schriftelijk stuk, diergeneeskundige verklaring, bijlage 1. (Eindnoot 6) Schriftelijk stuk, foto van het rund, bijlage 2. (Eindnoot 7) Proces-verbaal verklaring getuige [getuige 1], p 7. (Eindnoot 8) Proces-verbaal verklaring getuige [getuige 2], p 11. (Eindnoot 9) Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte], p. 8. (Eindnoot 10) Proces-verbaal van verhoor van [getuige 3], p.9. (Eindnoot 11) Proces-verbaal van verhoor van [getuige 4], p. 9-10.