Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG4383

Datum uitspraak2008-11-12
Datum gepubliceerd2008-11-18
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/5406 WW
Statusgepubliceerd


Indicatie

Hoger beroep ingetrokken omdat Uwv aan bezwaren is tegemoet gekomen. Proceskosten.


Uitspraak

07/5406 WW Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K als bedoeld in artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met de artikelen 8:73a en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep van: [Naam appellante], wonende te [woonplaats], (hierna: appellante) tegen de uitspraak van de rechtbank van Amsterdam van 24 juli 2007, 07/116 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellante en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, (hierna: het Uwv). Datum uitspraak: 12 november 2008. I. PROCESVERLOOP Mr. J.J. Bakker, werkzaam bij SRK rechtsbijstand te Zoetermeer, heeft namens appellante hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak. Bij brief van 23 september 2008 heeft de gemachtigde van appellante het hoger beroep ingetrokken aangezien volledig tegemoet is gekomen aan appellante. Verzocht is tevens het Uwv te veroordelen in de proceskosten. Het Uwv heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen. Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten. II. OVERWEGINGEN Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 21 van de Beroepswet is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep. De Raad stelt vast dat het hoger beroep is ingetrokken omdat het Uwv aan de bezwaren van appellante is tegemoet gekomen. De Raad acht termen aanwezig om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante wegens verleende rechtsbijstand, begroot op € 322,-- in beroep en € 322,-- in hoger beroep, totaal derhalve € 644,--. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Veroordeelt de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de kosten van appellante tot een bedrag van € 644,--, te betalen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Deze uitspraak is gedaan door B.M. van Dun. De beslissing is, in tegenwoordigheid van P.N. Rijnsewijn als griffier, uitgesproken in het openbaar op 12 november 2008. (get.) B.M. van Dun. (get.) P.N. Rijnsewijn. BvW