Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG4450

Datum uitspraak2008-11-05
Datum gepubliceerd2008-11-17
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers293628 / HA ZA 07-2579
Statusgepubliceerd


Indicatie

Kopers hebben een koopovereenkomst ontbonden. De notaris (eiser) stelt verkopers (gedaagden), als nalatige partij, aansprakelijk voor de kosten van zijn werkzaamheden op grond van een algemene bepaling die is aangehecht aan de koopovereenkomst. De notaris komt een beroep op die bepaling niet toe, nu die bepaling geen derdenbeding is in de zin van artikel 6:253 lid 1 BW. De verkopers zijn in dit geval evenmin als opdrachtgevers van de notaris aan te merken en als zodanig aansprakelijk voor de kosten van de werkzaamheden van de notaris. Uit het enkele feit dat in de koopakte de notaris wordt aangewezen als de notaris bij wie de akte wordt verleden, volgt niet dat zowel verkopers als kopers als gezamenlijke opdrachtgevers van de notaris te gelden hebben. De vordering wordt afgewezen.


Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM Sector civiel recht Zaak-/rolnummer: 293628 / HA ZA 07-2579 Uitspraak: 5 november 2008 VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van: de burgerlijke maatschap KOOIJMAN LAMBERT NOTARISSEN, gevestigd te Rotterdam, eiseres, advocaat mr. J.G.M. Roijers te Rotterdam, - tegen - 1. [gedaagde 1], wonende te [woonplaats], 2. [gedaagde sub 2], wonende te [woonplaats], gedaagden, advocaat mr. H.T. Kernkamp te Rotterdam. Partijen worden hierna aangeduid als "Kooijman" respectievelijk "[gedaagden]". 1 Het verloop van het geding De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken: - de dagvaarding d.d. 1 oktober 2007 met producties; - de conclusie van antwoord met producties; - het tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 9 januari 2008 waarbij een comparitie van partijen is gelast; - de ter gelegenheid van de comparitie van partijen door eiseres bij brief d.d. 28 maart 2008 overgelegde producties; - het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 14 april 2008; - de conclusie van repliek tevens houdende conclusie tot vermeerdering van eis met producties; - de conclusie van dupliek met producties; 2 De vaststaande feiten Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen – voorzover van belang – het volgende vast: 2.1 [gedaagden] is eigenaar van een aantal panden aan de [straat] te [plaats], kadastraal bekend als [kadastraal bekend] (hierna: de panden). 2.2 Op 4 juli 2006 is ten aanzien van voormelde panden door Kooijman een koopakte opgesteld met als koper “Mucures Multi Cultural Real Estate Solutions B.V.” (hierna: Mucures). Laatstgenoemde heeft Kooijman als notaris gekozen. De koop heeft geen doorgang gevonden omdat Mucures voor de aankoop geen financiering kon vinden. Die overeenkomst werd op dat moment niet ontbonden. 2.3 Kooijman heeft [gedaagden] in contact gebracht met Vastgoed Maatschappij Trivestor B.V. en Moriarty Vastgoed B.V. (hierna: kopers). Op 25 september 2006 heeft [gedaagden] een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de panden met de kopers. 2.4 In de koopakte is – voor zover van belang – het volgende opgenomen. “(…) Tijdstip van levering; notaris. Artikel 8 De leveringsakte zal worden verleden uiterlijk vier weken na opheffing van het door Mucures Multi Cultural Real Estate Solutions B.V. gelegde conservatoir beslag ten overstaan van een van de notarissen van Kooijman Lambert Notarissen te Rotterdam/Vlaardingen, zijn waarnemer of opvolger, in de onderhavige akte te noemen: “de notaris”. (…)” In de koopakte zijn – voor zover van belang – de volgende Algemene Bepalingen opgenomen. “(…) Artikel IV (…) 8. In geval van ontbinding van deze overeenkomst komen de verschotten en het honorarium terzake van de door de notaris c.q. zijn medewerkers verrichte werkzaamheden, verband houdend met – en ter uitvoering van deze overeenkomst: (…) d. Voor rekening van de nalatige partij in geval van ontbinding van de overeenkomst op grond van een tekortkoming van één van de partijen. (…) Tekortkoming (wanprestatie) Artikel VI (…) 2. Indien één van de partijen, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld, gedurende vijf werkdagen tekortschiet in de nakoming van één of meer van haar verplichtingen –daaronder begrepen het niet tijdig betalen van de waarborgsom of het niet tijdig doen stellen van een correcte bankgarantie- is deze partij in verzuim (…) (…)” 2.5 Zowel de koopakte als de Algemene Bepalingen is door [gedaagden] geparafeerd. 2.6 Op 8 januari 2007 is de koopovereenkomst door de kopers ontbonden. 2.7 Kooijman heeft [gedaagden] op 10 januari 2007 een factuur gezonden voor de door hem verrichte werkzaamheden ad € 8.015,51. Ondanks sommaties heeft [gedaagden] deze factuur niet betaald. 3 De vordering De gewijzigde vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagden] te veroordelen tot betaling van € 17.246,79 te vermeerderen met de overeengekomen rente van 1% per maand of deel van de maand dat voldoening uitblijft en buitengerechtelijke kosten primair ad € 2.483,91, subsidiair ad € 904,- alsmede hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] tot betaling van de kosten van het geding. Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft Kooijman aan de vordering de volgende stellingen ten grondslag gelegd: 3.1 Op grond van artikel IV lid 8 sub d van de Algemene Bepalingen bij de koopovereenkomst is [gedaagden], als de nalatige partij, gehouden tot betaling van de door Kooijman verrichte werkzaamheden die verband hielden met de verkoop van de panden. [gedaagden] is nalatig omdat zij de panden niet heeft geleverd en daarmee de verplichtingen uit de koopovereenkomst niet is nagekomen. 3.2 De Algemene Leveringsvoorwaarden van Kooijman zijn eveneens van toepassing. Deze zijn [gedaagden] ter hand gesteld en zijn afgedrukt op de achterzijde van het briefpapier van Kooijman zodat die voorwaarden bij de correspondentie van Kooijman aan [gedaagden] zijn meegezonden. [gedaagden] was vanaf 2 juni 2006 van de Algemene Leveringsvoorwaarden op de hoogte. 3.3 [gedaagden] is op grond van artikel 8 van de Algemene Leveringsvoorwaarden de primair gevorderde buitengerechtelijk incassokosten en gevorderde rente verschuldigd. 4 Het verweer Het verweer strekt primair tot afwijzing van de vordering, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van Kooijman in de kosten van het geding. [gedaagden] heeft daartoe het volgende aangevoerd: 4.1 [gedaagden] is Kooijman niets verschuldigd omdat tussen [gedaagden] en Kooijman geen overeenkomst van opdracht bestaat. [gedaagden] heeft nooit met Kooijman over een door hem gehanteerd uurtarief gesproken en zij zou zelf voor de correspondentie zorg dragen. Enkel de kopers, die Kooijman als notaris hebben gekozen, kunnen als opdrachtgevers worden aangemerkt. 4.2 Kooijman komt een beroep op de Algemene Bepalingen niet toe omdat hij geen partij is bij de overeenkomst tussen [gedaagden] en de kopers. 4.3 De Algemene Leveringsvoorwaarden van Kooijman zijn niet van toepassing. Tussen [gedaagden] en Kooijman bestaat immers geen overeenkomst van opdracht. De voorwaarden die haar bekend zijn hebben betrekking op een andere, eerdere transactie. Bovendien leidt het enkel op de achterzijde van briefpapier afdrukken van de voorwaarden zonder meer niet tot toepasselijkheid daarvan. Van die voorwaarden zijn artikel 1 en 8 onredelijk bezwarend. 4.4 [gedaagden] is niet nalatig geweest. Kooijman is zelf toerekenbaar tekort gekomen in de nakoming van zijn verplichtingen. Kooijman heeft de belangen van [gedaagden] niet goed behartigd door kopers niet in gebreke te stellen toen zij de waarborgsom niet hadden gestort. Daarnaast heeft Kooijman onzorgvuldig gehandeld door [gedaagden] er niet op de te wijzen dat een oude koopovereenkomst terzake de panden niet was ontbonden. 4.5 Er is sprake van crediteurenverzuim aangezien kopers de waarborgsom niet hebben gestort. [gedaagden] kon derhalve niet zelf in verzuim raken. 4.6 Kooijman heeft [gedaagden] niet deugdelijk in gebreke gesteld. [gedaagden] is geen redelijke termijn gegund waarbinnen zij alsnog had kunnen nakomen. De brief van Kooijman d.d. 19 december 2006 alleen aan gedaagde sub 1 gestuurd. Het e-mailbericht van Kooijman d.d. 27 december 2006 heeft [gedaagden] niet ontvangen vanwege vakantie en een storing in de server. Kooijman kon evenmin volstaan met het versturen van een e-mail nu hij op de hoogte was van het verblijfadres en telefoonnummers van [gedaagden] [gedaagden] is derhalve niet in verzuim zodat geen rente verschuldigd is. 4.7 [gedaagden] heeft de koopovereenkomst per e-mail op 14 december 2006 ontbonden. 4.8 De hoogte van de vordering is onjuist en onvoldoende gespecificeerd. Kooijman vordert ook kosten van werkzaamheden die hij na de ontbinding van de koopovereenkomst heeft verricht. Vergoeding van de buitengerechtelijke kosten wordt dubbel gevorderd; zowel in de hoofdsom als separaat. [gedaagden] is nooit een uurtarief met Kooijman overeengekomen en het tarief dat Kooijman hanteert is onredelijk hoog. 5 De beoordeling 5.1 Kooijman heeft zijn vordering tot betaling van de door hem verrichte werkzaamheden gegrond op het bepaalde in artikel IV lid 8 sub d van de Algemene Bepalingen die deel uitmaken van de koopovereenkomst tussen [gedaagden] en kopers. [gedaagden] heeft betwist het gevorderde verschuldigd te zijn, stellende dat tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen. De rechtbank overweegt daaromtrent als volgt. In beginsel heeft te gelden dat, zoals ook door [gedaagden] is aangevoerd, een overeenkomst tussen twee partijen (in casu [gedaagden] en kopers) geen rechten of verplichtingen met zich meebrengt voor derden (in casu Kooijman). Partijen kunnen daarop een uitzondering maken door opname van een derdenbeding in de overeenkomst in de zin van artikel 6:253 lid 1 BW. Artikel IV lid 8 sub d van de Algemene Bepalingen bij de koopovereenkomst kan evenwel niet als derdenbeding worden aangemerkt omdat die bepaling geen zelfstandig vorderingsrecht aan Kooijman toekent. In voormelde bepaling komen [gedaagden] en kopers overeen in welk geval de kosten van de notaris voor koper dan wel voor verkoper komen. Die bepaling raakt enkel de verhouding tussen [gedaagden] en kopers. Een zelfstandig vorderingsrecht van Kooijman vloeit uit die bepaling niet voort. Feiten en/of omstandigheden die zouden moeten leiden tot een ander oordeel zijn gesteld noch gebleken. Op deze grondslag kan de vordering derhalve niet slagen. 5.2 Voor zover Kooijman zijn vordering (ook) heeft gegrond op een – door [gedaagden] betwiste – overeenkomst van opdracht tussen partijen overweegt de rechtbank als volgt. Kooijman heeft ter onderbouwing van zijn voornoemde stelling verwezen naar het bepaalde in artikel 8 van de koopakte, zoals weergegeven onder 2.4. Het bepaalde in artikel 8 kan echter, naar het oordeel van de rechtbank, de stelling van Kooijman dat sprake is van een (ook) door [gedaagden] gegeven opdracht niet dragen, nu in artikel 8 slechts is bepaald dat kopers en verkopers ([gedaagden]) zijn overeengekomen dat de transportakte wordt verleden door Kooijman. Het enkel aanwijzen van Kooijman als notaris voor het doen verlijden van de transportakte brengt echter niet zonder meer mee dat [gedaagden] als opdrachtgever c.q. cliënt van de notaris – en daarmee aansprakelijk voor diens kosten – moet worden aangemerkt. Van Kooijman mocht worden verwacht dat hij zijn stelling dat aan hem opdracht is verleend door (ook) [gedaagden] op dit punt gedetailleerder en gedocumenteerder had onderbouwd. Zijn stelling levert daarom op dit punt onvoldoende feitelijke grondslag om hem tot bewijsleverering toe te laten. 5.3 Gelet op het voorgaande kan de vordering op de gevoerde grondslag(en) niet slagen. De rechtbank zal de vordering afwijzen en komt derhalve niet toe aan beoordeling van de overige stellingen. 5.4 Kooijman zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld. 6 De beslissing De rechtbank, wijst af de vordering van Kooijman; veroordeelt Kooijman in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagden] bepaald op € 1.356,- aan salaris voor de advocaat; verklaart dit vonnis voor zover het de veroordelingen betreft uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. L.A. Pit. Uitgesproken in het openbaar. 2042/344