Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG4526

Datum uitspraak2008-11-07
Datum gepubliceerd2008-11-18
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers06/7224 WAO
Statusgepubliceerd


Indicatie

De kosten van de door Instituut Psychosofia uitgebrachte rapporten komen niet voor vergoeding op de voet van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht in aanmerking. Begrip deskundige.


Uitspraak

06/7224 WAO Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [Naam appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante), tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 27 november 2006, 06/2827 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellante en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv). Datum uitspraak: 7 november 2008 I. PROCESVERLOOP Namens appellante heeft mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, hoger beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 september 2008, waar appellante - met voorafgaand bericht - niet is verschenen en waar het Uwv was vertegenwoordigd door W.L.J. Weltevrede. II. OVERWEGINGEN 1. In hoger beroep is uitsluitend in geschil de in de aangevallen uitspraak vervatte afwijzing van het verzoek van appellante om vergoeding van de kosten van de door haar ingebrachte rapportage van mevrouw Verhage, directrice van Instituut Psychosofia, Centrum voor Spirituele Geneeswijze en Spirituele Dans. 2. Bij uitspraak van 13 april 2005, LJN: AT4323, heeft de Raad, kort samengevat, overwogen dat de kosten van de door Instituut Psychosofia uitgebrachte rapporten niet voor vergoeding op de voet van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht in aanmerking komen. Dit oordeel is door de Raad nadien bij vele uitspraken - waarbij mr. De Jonge als gemachtigde optrad - herhaald. 2.1. De Raad ziet geen aanleiding in dit geschil tot een ander oordeel te komen. Het hoger beroep slaagt dan ook niet. De aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten, dient derhalve te worden bevestigd. 3. Voor een proceskostenveroordeling acht de Raad geen termen aanwezig. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten Deze uitspraak is gedaan door J.W. Schuttel. Deze beslissing is, in tegenwoordigheid van M. Lochs als griffier, uitgesproken in het openbaar op 7 november 2008. (get.) J.W. Schuttel. (get.) M. Lochs. MH