
Jurisprudentie
BG4537
Datum uitspraak2008-11-12
Datum gepubliceerd2008-11-18
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/2622 WAO
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-11-18
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/2622 WAO
Statusgepubliceerd
Indicatie
Met nader besluit geheel tegemoet gekomen. Geen procesbelang: niet ontvankelijkverklaring. Proceskostenveroordeling.
Uitspraak
08/2622 WAO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellant] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 2 april 2008, 07/7293 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 12 november 2008
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. C.F.M. Raaijmakers, advocaat te Haarlem, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Daarbij was gevoegd een nieuw besluit op bezwaar van 15 mei 2008.
Beide partijen hebben ermee ingestemd dat in deze zaak uitspraak wordt gedaan zonder dat behandeling ter zitting heeft plaatsgevonden.
II. MOTIVERING
1.1. Bij besluit op bezwaar van 24 september 2007 (hierna: besluit 1) heeft het Uwv met ingang van 24 januari 2007 de uitkering van appellant ingevolgde de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 35 tot 45%.
1.2. Appellant heeft tegen dit besluit beroep aangetekend bij de rechtbank.
1.3. In de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen besluit 1 gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en het Uwv opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen zij in haar uitspraak heeft overwogen. Tevens heeft de rechtbank aanvullende beslissingen gegeven inzake vergoeding van griffierecht en proceskosten.
1.4. Namens appellant is tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
1.5. Het Uwv heeft in de door de rechtbank uitgesproken vernietiging van besluit 1 berust en heeft ter uitvoering van de aangevallen uitspraak een nader besluit genomen op het bezwaar van appellant tegen het primaire besluit. Bij het in rubriek I genoemde besluit van 15 mei 2008, hierna: besluit 2, heeft het Uwv dat bezwaar alsnog gegrond verklaard en appellant met ingang van 24 januari 2007 in aanmerking gebracht voor een uitkering ingevolge de WAO op basis van een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.
2. De Raad overweegt als volgt.
2.1. De Raad is van oordeel dat het Uwv met besluit 2 geheel aan het beroep van appellant tegemoet gekomen is.
2.2. Ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) richt de oordeelsvorming van de Raad zich enkel op besluit 1.
2.3. Nu het Uwv berust heeft in de vernietiging door de rechtbank van besluit 1 is de Raad van oordeel dat appellant geen belang meer heeft bij de beoordeling van de aangevallen uitspraak.
2.4. Hieruit vloeit voort dat het hoger beroep bij gebreke van een procesbelang niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
3. De Raad acht termen aanwezig om het Uwv op grond van artikel 8:75 van de Awb te veroordelen in de proceskosten van appellant in hoger beroep. Deze kosten worden begroot op € 322,- voor verleende rechtsbijstand.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Verklaart het hoger beroep tegen besluit 1 niet-ontvankelijk;
Veroordeelt de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de proceskosten van appellant in hoger beroep tot een bedrag groot € 322,-, te betalen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan de griffier van de Raad;
Bepaalt dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan appellant het betaalde griffierecht van € 107,- vergoedt.
Aldus gegeven door mr. D.J. van der Vos in tegenwoordigheid van T.R.H. van Roekel als griffier en uitgesproken in het openbaar op 12 november 2008.
(get.) D.J. van der Vos.
(get.) T.R.H. van Roekel.
MH