Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG4562

Datum uitspraak2008-11-05
Datum gepubliceerd2008-11-19
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers06/6105 ZW
Statusgepubliceerd


Indicatie

Geen vergoeding kosten medisch adviseur Instituut Psychsofia. De rechtbank heeft terecht overwogen dat een deel van deze kosten is gemaakt in een eerdere procedure bij de rechtbank, tegen welke uitspraak geen hoger beroep is ingesteld. Bevestiging jurisprudentie inzake rapporten van Instituut Psychosofia.


Uitspraak

06/6105 ZW Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [Naam appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 19 september 2006, 05/2068 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellant en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv). Datum uitspraak: 5 november 2008 I. PROCESVERLOOP Namens appellant heeft mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, hoger beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 juli 2008. Namens appellant is mr. De Jonge verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. H. van Wijngaarden. II. OVERWEGINGEN 1. Voor de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad naar de aangevallen uitspraak. De Raad volstaat thans met het volgende. 2. In hetgeen appellant heeft aangevoerd ziet de Raad geen grond voor het oordeel dat de rechtbank het beroep van appellant tegen het besluit op bezwaar van 27 april 2005 ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard, gelet op de daartoe door de rechtbank gegeven motivering. 3. Het hoger beroep van appellant is niet gericht tegen het besluit van het Uwv dat appellant op en na 3 juli 2004 recht heeft op ziekengeld ingevolge de Ziektewet. 4. In geding is de vraag of de rechtbank terecht het verzoek van appellant om het Uwv te veroordelen tot vergoeding van de kosten in verband met de inschakeling van de medisch adviseur van het Instituut Psychosofia, welke kosten neerkomen op een totaal bedrag van € 2.041,18, heeft afgewezen. 5.1. De Raad overweegt dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat een deel van deze kosten is gemaakt in een eerdere procedure bij de rechtbank. De rechtbank heeft in die procedure vergoeding van die kosten afgewezen, tegen welke uitspraak geen hoger beroep is ingesteld. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak dan ook terecht overwogen dat zij niet alsnog een uitspraak over die kosten kon doen. 5.2. De rechtbank heeft vergoeding van het resterende bedrag ad € 1.306,06 afgewezen onder verwijzing naar een aantal uitspraken van de Raad. Naar aanleiding van hetgeen appellant in hoger beroep heeft aangevoerd, wijst de Raad nog op zijn uitspraak van 27 september 2006 (LJN: AY9124). Ook in dit geval geldt dat de rapporten van Instituut Psychosofia niet zijn aan te merken als rapporten van een deskundige in de zin van artikel 1, aanhef en onder b, van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Evenmin vallen de rapporten onder artikel 1, aanhef en onder a, van dat Besluit. De rechtbank heeft dan ook terecht geoordeeld dat de met het uitbrengen van deze rapporten gemoeide kosten niet voor vergoeding op grond van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in aanmerking komen. 5.3. Het hoger beroep slaagt niet. De aangevallen uitspraak komt, voor zover aangevochten, voor bevestiging in aanmerking. 6. De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak is gedaan door M.C.M. van Laar. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.C.T.M. Sonderegger als griffier, uitgesproken in het openbaar op 5 november 2008. (get.) M.C.M. van Laar. (get.) M.C.T.M. Sonderegger. TM