
Jurisprudentie
BG4630
Datum uitspraak2008-10-10
Datum gepubliceerd2008-11-18
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers181513 KG ZA 08-646
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Datum gepubliceerd2008-11-18
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers181513 KG ZA 08-646
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Indicatie
De kern van de beslissing is dat eisers niet voldoende hebben weersproken dat het voor Van der Moolen een zeer kostbare aangelegenheid zou worden om de nakoming van de overeenkomsten weer te kunnen realiseren. Reeds daarom wordt de vordering tot nakoming afgewezen. Dat laat onverlet dat er mogelijk goede redenen kunnen zijn om aan eisers een schadevergoeding toe te kennen, maar daarover gaat het vonnis niet (dat is namelijk niet gevorderd).
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 181513 / KG ZA 08-646
Vonnis in kort geding van 10 oktober 2008
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MMB HOLDING B.V.,
gevestigd te Eindhoven ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CHARTNET B.V.,
gevestigd te Eindhoven ,
eiseressen,
advocaat mr. M.C.J. de Schepper te Eindhoven,
tegen
de besloten vennootschap naar Frans recht
VAN DER MOOLEN FINANCIAL SERVICES SAS,
gevestigd te Parijs,
gedaagde,
advocaten mr. D. Meeuwisse en mr. Y.M.J. Lennartz te Amsterdam.
Partijen zullen hierna MMB (als enkelvoud) en VDM genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Na dagvaarding is een behandeling ter terechtzitting gevolgd, waar beide partijen aan de hand van door hen overgelegde pleitnotities hun standpunt hebben toegelicht.
Na gevoerd debat is vonnis bepaald.
2. Het geschil
2.1. MMB vordert samengevat – VDM te veroordelen, op straffe van een dwangsom van € 12.330,00 voor iedere dag, en voor iedere individuele tekortkoming tot het navolgende:
1. het verzenden van een persbericht aan alle grote nationale nieuwsinstellingen, met de inhoud als in de dagvaarding onder nummer 24 omschreven, binnen twee werkdagen na het vonnis;
2. het verspreiden binnen twee werkdagen na het vonnis van een brief aan de in de dagvaarding onder nummer 25 genoemde klantenkring, met inhoud zoals onder nummer 25 van de dagvaarding beschreven;
3. nakoming van de als productie 1, 2, 3 en 4 bij dagvaarding overgelegde overeenkomsten zonder enige verdere inbreuken op de contractuele verplichtingen van de zijde van VDM vanaf twee dagen na het vonnis;
4. het beschikbaar stellen en in stand houden van alle backoffice faciliteiten waartoe VDM zich heeft verbonden tegenover MMB, waaronder nadrukkelijk begrepen de verplichtingen als omschreven in de bij de dagvaarding genoemde producties 1, 5 en 16, waaronder alle activiteiten en personele ondersteuning die VDM nodig heeft voor de instandhouding.
2.2. Aan de vordering heeft MMB – zakelijk weergegeven – ten grondslag gelegd. Tussen Chartnet B.V. en VDM zijn op 2 juli 2007 een tweetal samenwerkingsovereenkomsten gesloten en tussen MMB Holding B.V. en VDM op diezelfde dag één. Die overeenkomsten hebben de strekking dat er wordt samengewerkt om een product aan te bieden, inhoudende dat via internet gehandeld kan worden in aandelen, opties en futures. Chartnet B.V. heeft daartoe speciale software ontwikkeld en claimt daarmee een voorsprong op concurrenten te hebben. Het product is genaamd Chartnet Online Trader. VDM levert de backoffice activiteiten en is de houdster van de vereiste vergunning als broker. MMB Holding B.V. kan klanten aanbrengen aan VDM en verkrijgt daarvoor een vergoeding. Chartnet B.V. is een 100% dochter van MMB Holding B.V..
VDM komt haar verplichtingen uit hoofde van de tussen MMB en VDM gesloten overeenkomsten niet na. Op 12 augustus 2008 had zij dat via een persbericht bekend gemaakt. Door de eenzijdige beëindiging door VDM van de samenwerking zonder inachtneming van de overeengekomen opzegtermijn gaat voorsprong verloren die MMB had op de branchegenoten. Bovendien ondermijnt deze beëindiging het vertrouwen bij klanten en bij potentiële klanten. Door het niet nakomen van de overeenkomsten waaruit vergoedingen voor MMB voor het leveren van klanten voortvloeien, loopt MMB deze vergoedingen mis. MMB onderstreept voorts het belang dat zij heeft bij naleving van deze overeenkomsten tot de einddatum van de opzegtermijn. Correcte naleving van de voor de samenwerkingsovereenkomst geldende opzegtermijn van een jaar zou MMB de gelegenheid bieden een andere partner te vinden die gezamenlijk met MMB het product Chartnet Online Trader in de lucht kan houden.
2.3. Het door VDM gevoerde verweer komt er – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – op neer dat voortzetting van de activiteiten van Online Trader, en van de samenwerking tussen partijen zoals door MMB gewenst, in redelijkheid niet van VDM gevergd kan worden.
Online Trader leverde zware verliezen op. Ondanks dat er geld werd besteed aan promotie en klantenwerving zijn er nauwelijks klanten bijgekomen en is niet gebleken van enige groeipotentie van het product Online Trader. Het was niet te verwachten dat Online Trader op korte termijn zou renderen of de verliezen significant zou beperken. VDM heeft daarom om bedrijfseconomische redenen besloten de activiteiten van Online Trader te beëindigen. Dat heeft een éénmalige kostenpost opgeleverd van 4.5 miljoen euro voor 2008 maar betekent een besparing van 4.5 miljoen euro voor 2009.
De belangen van VDM bij beëindiging van Online Trader dienen te prevaleren boven die van MMB. Nu de onderneming achter Online Trader niet meer bestaat, zou toewijzing van hetgeen MMB vordert betekenen dat een nieuwe organisatie op poten moet worden gezet hetgeen buitensporig hoge investeringen vergt en dit zou disproportioneel zijn in verhouding tot het belang dat MMB heeft bij het opnieuw opstarten van de activiteiten.
3. De beoordeling
3.1. MMB heeft niet weersproken dat de activiteiten van Online Trader volledig zijn beëindigd en dat het opnieuw opzetten van die activiteiten voor VDM zeer hoge kosten met zich mee zou brengen die niet in verhouding staan tot hetgeen het opnieuw opzetten van die activiteiten aan MMB zou opleveren. MMB heeft weliswaar gesteld dat het voeren van een soortgelijk product, VDM Global Market, via een andere werkmaatschappij van VDM de mogelijkheid biedt de backoffice activiteiten probleemloos weer aan te bieden of over te zetten, maar dat acht de voorzieningenrechter niet zomaar aannemelijk.
3.2. Met het bovenstaande is voor dit kort geding gegeven dat toewijzing van de door MMB gevraagde voorziening onevenredig nadeel aan VDM zal toebrengen. De belangenafweging die in het kader van deze procedure dient plaats te vinden leidt er dan ook toe dat de vordering van MMB niet kan worden toegewezen. De vordering zal reeds daarom worden afgewezen.
3.3. Ten overvloede merkt de voorzieningenrechter op dat hiermee geen oordeel is gegeven over vragen zoals die of VDM onrechtmatig heeft gehandeld jegens MMB, of bepaalde omstandigheden die in het nadeel van MMB hebben gewerkt voor rekening en risico van VDM dienen te komen en of er vanwege het handelen van VDM een verplichting tot schadevergoeding jegens MMB is ontstaan. Deze vragen zullen - desgewenst - in een andere procedure aan de orde moeten worden gesteld.
3.4. MMB zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van VDM worden begroot op € 254,-- aan verschotten en € 2000,-- aan salaris advocaat.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter
4.1. wijst de vorderingen af,
4.2. veroordeelt MMB in de proceskosten, aan de zijde van VDM begroot op € 2.254,--;
4.3. verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F.M. Strijbos en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2008.