Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG4877

Datum uitspraak2008-11-05
Datum gepubliceerd2008-11-20
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers816933 DX EXPL 06-3294
Statusgepubliceerd


Indicatie

Effectenlease; Dexia-aanbod; voortbouwende overeenkomst; bedreiging; bedrog; misbruik van omstandigheden; algemene voorwaarde


Uitspraak

Effectenlease; Dexia-aanbod; voortbouwende overeenkomst; bedreiging; bedrog; misbruik van omstandigheden; algemene voorwaarde vonnis RECHTBANK AMSTERDAM Sector Kanton Locatie Amsterdam Rolnummer: 816933 DX EXPL 06-3294 Vonnis van: 5 november 2008 F.no.: 618 Vonnis van de kantonrechter i n z a k e 1. [eiseres], 2. [eiser], beiden wonende te [woonplaats], eisers, nader te noemen respectievelijk [eiseres], [eiser] en gezamenlijk [eisers] gemachtigde: mr. M.E. Bosman, t e g e n de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V., nader te noemen Dexia, gevestigd te Amsterdam, gedaagde, gemachtigde: mr. G.P. Roth. Procedure Het volgende processtuk is ingediend: - de dagvaarding van 16 september 2005 van [eisers], met producties. Daarna heeft Dexia bij akte schorsing van de procedure aangezegd krachtens de Wet collectieve afwikkeling massaschade (WCAM). Op 22 november 2005 is de procedure geschorst. Na de zogenoemde WCAM-beschikking van 25 januari 2007 van het gerechtshof te Amsterdam heeft Dexia verklaard dat [eisers] tijdig een opt-outverklaring als bedoeld in artikel 7:908 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) hebben ingediend , waarin zij verklaren niet aan de verbindendverklaring gebonden te willen zijn. Bij akte van 3 januari 2008 heeft Dexia hervatting van het geding verzocht. Naar aanleiding daarvan is beslist dat de onderhavige procedure wordt hervat. Vervolgens is ingediend: - de conclusie van antwoord van Dexia, met producties; Bij vonnis van 9 april 2008 is bepaald dat schriftelijk wordt voortgeprocedeerd. Daarna zijn ingediend: - de conclusie van repliek van [eisers]; - de conclusie van dupliek van Dexia, met producties; - een akte uitlating producties van [eisers]. Daarna is vonnis bepaald op heden. Gronden van de beslissing 1. Feiten Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast: 1.1. Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene titel van Bank Labouchere N.V./Legio-Lease (hierna: Labouchere/Legio-Lease). Waar hierna sprake is van Dexia worden haar rechtsvoorgangsters daaronder mede begrepen. 1.2. Ten tijde van het aangaan van de hieronder bedoelde lease-overeenkomst waren [eiser] en [eiseres] gehuwd, die aan [eiser] geen schriftelijke toestemming heeft verleend voor het aangaan van de lease-overeenkomst. 1.3. [eiser] heeft de volgende lease-overeenkomst ondertekend waarop hij als lessee staat vermeld, met als wederpartij Labouchere/Legio-Lease (hierna: de lease-overeenkomst): Contractnr. Datum Naam overeenkomst Leasesom Looptijd Termijnbedrag [nummer] 28.09.00 WinstVer10Dubbelaar € 24.273,10 120 mnd € 90,76 1.5. Op de lease-overeenkomst zijn de Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease van toepassing. 1.6. Dexia heeft de eindafrekening opgesteld met het volgende resultaat: Datum eindafrekening Resultaat Aan Dexia voldaan: 23.10.2006 € 1.399,68 negatief Nee 1.7. Bij brief van 26 augustus 2004 heeft [eiseres] met een beroep op artikel 1:89 BW de nietigheid ingeroepen van de lease-overeenkomst, althans vernietiging in rechte aangekondigd. 1.8. Op 2 februari 2003 heeft [eiser] als deelnemer en [eiseres] als echtgenote het “Aanmeldingsformulier Dexia Aanbod” ondertekend. Op dit aanmeldingsformulier staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld: “Ja, ik ga in op het Dexia Aanbod. Door ondertekening van dit formulier, dat voor zoveel nodig geldt als een akte, ga ik met Dexia Bank Nederland N.V. de Overeenkomst Dexia Aanbod aan. De volledige tekst van de Overeenkomst Dexia Aanbod als opgenomen bij de Juridische Documenten Dexia Aanbod moet, voor zoveel nodig, geacht worden volledig in dit aanmeldingformulier te zijn ingelast en herhaald. Ik verklaar deze overeenkomst ontvangen, gelezen en begrepen te hebben, en met de bepalingen daarvan in te stemmen”. 2. Vorderingen 2.1. [eisers] vorderen bij vonnis ,voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad: primair: 1. voor recht te verklaren dat de lease-overeenkomst buitengerechtelijk is vernietigd door de brief van [eiseres] van 26 augustus 2004; 2. Dexia te veroordelen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [eiser] een bedrag te voldoen, gelijk het totaal van de bedragen welke door hem aan Dexia zijn voldaan gedurende de duur van de lease-overeenkomst te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van betaling ervan alsmede terugbetaling voor zover dit reeds geheel of gedeeltelijk heeft plaastgevonden, dan wel kwijtschelding van de door de lease-overeenkomst bij [eiser] ontstane restschuld, eveneens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het tijdstip van betaling ervan. subsidiair: 1. de overeenkomst te vernietigen op grond van schending met de gezinsbeschermende bepalingen als genoemd in artikel 1:88 en 1:89 BW; 2. Dexia te veroordelen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [eiser] een bedrag te voldoen, gelijk het totaal van de bedragen welke door hem aan Dexia zijn voldaan gedurende de duur van de lease-overeenkomst te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van betaling ervan alsmede terugbetaling voor zover dit reeds geheel of gedeeltelijk heeft plaastgevonden, dan wel kwijtschelding van de door de lease-overeenkomst bij [eiser] ontstane restschuld, eveneens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het tijdstip van betaling ervan. Verweer 2.2. Dexia voert gemotiveerd verweer tegen de vorderingen van [eisers] 3. Beoordeling 3.1. Voor zover voor de beoordeling van belang zal hierna nader worden ingegaan op de stellingen van partijen. Geoordeeld wordt als volgt. 3.2. Allereerst is aan de orde het beroep van Dexia op de niet-ontvankelijkheid van [eisers] in hun vorderingen. Dexia voert daartoe aan dat [eisers] de overeenkomst Dexia Aanbod hebben geaccepteerd door ondertekening van het Aanmeldingsformulier Dexia Aanbod en dat op grond van het bepaalde in de artikelen 5.2.4 en 5.2.5 (a) en 6.4 van de Overeenkomst Dexia Aanbod zij afstand hebben gedaan van alle jegens Dexia gepretendeerde rechten. Dit betreft niet alleen de rechten voortvloeiende uit of verband houdende met de door [eiser] gesloten lease-overeenkomst maar ook het recht de Overeenkomst Dexia Aanbod te ontbinden en/of te vernietigen op de grond dat, naar achteraf mocht blijken, één van de partijen niet een juiste voorstelling van zaken had met betrekking tot feiten en/of omstandigheden (waaronder begrepen, maar niet beperkt tot, de uitkomst van eventuele juridische procedures met betrekking tot effectenlease waarbij Dexia al dan niet partij is) die voor één en/of beide partij(en) voor het aangaan van deze overeenkomst van belang zijn geweest. 4.3. [eisers] betwisten dat zij niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen en stellen daartoe dat sprake is van een voortbouwende overeenkomst die op grond van artikel 6:229 BW vernietigbaar is nu de onderliggende lease-overeenkomst nietig dan wel vernietigbaar is. Voorts stellen [eisers] dat het Dexia Aanbod vernietigd dient te worden omdat sprake is van bedreiging ten gevolge van onrechtmatige mededelingen van Dexia in de Overeenkomst Dexia Aanbod en de daarbij behorende aanbiedingsbrief, dan wel omdat sprake is van bedrog ten gevolge van opzettelijk onjuiste mededelingen dan wel van het opzettelijk verzwijgen van een feit dat Dexia verplicht was aan [eisers] te melden. Zij menen bovendien dat zij door misbruik van omstandigheden bewogen zijn tot het aangaan van de Overeenkomst Dexia Aanbod. [eisers] betogen tenslotte dat de bedingen in de Overeenkomst Dexia Aanbod waarbij zij afstand doen van diverse rechten, vernietigbaar zijn vanwege het onredelijk bezwarende karakter ervan. 4.4. Het beroep van [eisers] op artikel 6:229 BW wordt verworpen nu de Overeenkomst Dexia Aanbod dient te worden gekwalificeerd als een vaststellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:900 BW. Gelet op de aard van de Overeenkomst Dexia Aanbod, meer in het bijzonder het bepaalde in de artikelen 5 en 6.4 van deze overeenkomst, behoort een eventueel ontbreken van onderliggende rechtsverhoudingen voor rekening van [eisers] te blijven. 4.5. Er wordt niet voldaan aan de maatstaf voor bedreiging. Anders dan [eisers] stellen kan de aankondiging van Dexia dat zij in het geval van niet-aanvaarding van haar aanbod zal overgaan tot incassomaatregelen niet worden aangemerkt als onrechtmatig. Niet kan worden gezegd dat de aanspraken van Dexia uit hoofde van de lease-overeenkomst kennelijk elke grond miste. Het zou dan ook Dexia hebben vrijgestaan te trachten haar aanspraken uit hoofde van de lease-overeenkomst jegens [eiser] geldend te maken. Voorts is niet gesteld of gebleken dat Dexia andere incassomaatregelen voor ogen had dan rechtens is toegestaan. 4.6. Het beroep op bedrog wordt verworpen nu door [eisers] onvoldoende concrete feiten en omstandigheden naar voren zijn gebracht die leiden tot het oordeel dat Dexia opzettelijk aan [eisers] een onjuiste mededeling heeft gedaan of opzettelijk een feit heeft verzwegen dat zij verplicht was aan [eisers] te melden waardoor [eisers] tot het aangaan van het Dexia Aanbod zijn bewogen. In het bijzonder is onvoldoende onderbouwd dat Dexia opzettelijk een onjuiste of onvolledige voorstelling van haar juridische positie heeft gegeven (vgl het arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 14 oktober 2008, LJN: BF8807, rov 4.14) 4.7. Het beroep op misbruik van omstandigheden dient eveneens te worden verworpen. Uit hetgeen door [eisers] is gesteld blijkt niet dat Dexia op de hoogte was van de financiële situatie van [eisers] zodat niet kan worden geoordeeld dat Dexia, daarvan op de hoogte zijnde, zich had moeten onthouden van het doen van het Dexia Aanbod. 4.8. Het beroep op het onredelijk bezwarende karakter van de bedingen in de overeenkomst Dexia Aanbod waarbij afstand wordt gedaan van recht, kan krachtens artikel 6:231 e.v. BW worden gedaan indien het gaat om algemene voorwaarden. Niet tot algemene voorwaarden behoren die bepalingen die de kern van de prestaties aangeven. Het beding (artikel 5 respectievelijk artikel 6.4 van het Dexia Aanbod) waarin [eiser] respectievelijk [eiseres] afstand doet van zijn respectievelijk haar rechten is te beschouwen als een bepaling waarin – ten minste – de kern van de zijnerzijds te verrichten prestatie wordt aangegeven (vgl. het arrest van gerechtshof te Amsterdam van 14 oktober 2008 LJN: BF8807). Het beroep op het onredelijk bezwarend karakter ervan kan derhalve niet slagen. Dit betekent dat het beroep van Dexia op de Overeenkomst Dexia Aanbod slaagt. 4.9. Voorgaande leidt tot de conclusie dat de vorderingen van [eisers] dienen te worden afgewezen. 4.10. Gelet op de uitslag van de procedure dienen [eisers] te worden veroordeeld in de kosten van het geding. Beslissing De kantonrechter: I. wijst het gevorderde af; II. veroordeelt [eisers] in de kosten van de procedure, aan de zijde van Dexia gevallen, tot op heden begroot op € 375,00 voor salaris van gemachtigde, voor zover verschuldigd, inclusief BTW; III. verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad; IV. wijst af het meer of anders gevorderde. Aldus gewezen door mr. A. van Dijk, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 november 2008 in tegenwoordigheid van de griffier. De griffier De kantonrechter