
Jurisprudentie
BG4932
Datum uitspraak2008-11-19
Datum gepubliceerd2008-11-25
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers299628 CV EXPL 08-2923
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2008-11-25
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers299628 CV EXPL 08-2923
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Gelet op de tussen partijen getroffen betalingsregeling(en) dient aangenomen te worden dat gedaagde partij de omvang van de gevorderde hoofdsom en de vervallen rente erkent. Hetgeen zij bij conclusie van dupliek heeft aangevoerd met betrekking tot de hoogte van de vordering kan haar dan ook niet baten. Nu gedaagde partij bovendien onbetwist heeft gelaten dat zij de maandelijkse aflossing van € 20,00 niet heeft verricht, is de voor eisende partij resterende vordering ineens opeisbaar geworden.
Uitspraak
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
zaaknr: 299628 CV EXPL 08-2923
typ: AE
coll: AE
Vonnis van 19 november 2008
in de zaak van
ZIGGO B.V.,
als rechtsopvolgster van @HOME B.V.,
gevestigd te Groningen,
eisende partij,
verder te noemen Ziggo,
gemachtigde: een onbekende persoon werkzaam bij LAVG ZUID B.V. Roosendaal,
tegen:
[gedaagde],
wonend te [adres],
gedaagde partij,
verder te noemen [gedaagde],
gemachtigde: mr. R.H.M.Ch. Libotte, advocaat te Maastricht.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Ziggo heeft bij dagvaarding van 25 juni 2008 een vordering ingesteld tegen [gedaagde] onder toevoeging aan het exploot van een aantal ongenummerde gefotokopieerde producties. In reactie hierop heeft [gedaagde], na gevraagd en verkregen uitstel, voor antwoord geconcludeerd onder toevoeging van één productie in fotokopievorm. Partijen hebben in voortgezet debat successievelijk voor repliek en dupliek geconcludeerd. Hierbij zijn van de zijde van Ziggo nog vier gefotokopieerde producties in het geding gebracht. Daarna is uitspraak bepaald.
MOTIVERING
Ziggo vordert de veroordeling van [gedaagde] - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - om aan haar tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 543,18 (samengesteld uit een hoofdsom ad € 431,55, vervallen rente ad € 36,63 en buitengerechtelijke kosten ad
€ 75,00), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 mei 2008 over een bedrag van
€ 431,55.
Ziggo heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij, althans haar rechtsvoorgangster @Home B.V., in opdracht en voor rekening van [gedaagde] internet- en telecommunicatiediensten heeft geleverd. Ten aanzien van de levering van deze diensten heeft Ziggo althans @Home op 1 mei 2006, 1 juni 2006, 1 juli 2006, 1 september 2006 en 1 oktober 2006 aan [gedaagde] facturen doen toekomen waarbij in totaal een bedrag van € 431,55 aan abonnementsgelden in rekening is gebracht. Genoemde facturen zijn in kopie aan het exploot van dagvaarding gehecht. Deze facturen heeft [gedaagde] onbetaald gelaten.
[gedaagde] heeft bij conclusie van antwoord - kort samengevat - het volgende verweer gevoerd.
In het kader van schuldsanering is het vermogen van [gedaagde] onder bewind gesteld. De beschikking waarbij het bewind is uitgesproken, bevindt zich in kopie (als productie 1) bij de conclusie van antwoord. [gedaagde] doorloopt momenteel een schuldsaneringtraject. In het voorjaar van 2009 verwacht zij schuldenvrij te zijn. Zij verzoekt Ziggo om medewerking te verlenen aan het met succes afronden van dit traject. Naar de opvatting van [gedaagde] dient de onderhavige vordering te worden afgewezen dan wel dient deze vordering te worden gematigd.
Bij conclusie van repliek voert Ziggo aan dat de in geding zijnde vordering is ontstaan na het uitspreken van de schuldsanering (Wsnp). Het is volgens Ziggo aan [gedaagde] zelf te wijten dat een nieuwe schuld is ontstaan. Er is reeds geprobeerd om via een betalingsregeling de schuld in termijnen af te doen lossen, maar [gedaagde] heeft tweemaal de tussen partijen overeengekomen regeling niet nageleefd. De vordering komt voor directe toewijzing in aanmerking, zo meent Ziggo.
[gedaagde] betwist bij conclusie van dupliek de omvang van de vordering. Ziggo heeft deze onnodig laten oplopen, zo stelt zij. Volgens de op de overeenkomst van toepassing zijnde algemene voorwaarden had Ziggo eerder moeten ingrijpen, zodat de betalingsachterstand niet hoger zou zijn geworden dan maximaal twee “maandabonnementen”. Het oplopen van de achterstand dient naar de opvatting van [gedaagde] voor rekening en risico van Ziggo te komen. [gedaagde] geeft te kennen dat zij haar verantwoordelijkheid voor de nakoming van een betaling erkent, maar verzoekt de kantonrechter rekening te houden met de financiële situatie waarin zij verkeert.
Gelet op hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd, is niet in geschil dat partijen een overeenkomst zijn aangegaan krachtens welke Ziggo (dan wel haar rechtsvoorgangster @Home B.V.) aan [gedaagde] internet- en telecommunicatiediensten heeft geleverd. Hiervoor was [gedaagde] abonnementsgelden verschuldigd.
Voorts is niet in geschil dat [gedaagde] de bij facturen van 1 mei 2006, 1 juni 2006, 1 juli 2006, 1 september 2006 en 1 oktober 2006 door Ziggo in rekening gebrachte abonnementsgelden onbetaald heeft gelaten.
Vastgesteld kan verder worden dat partijen een betalingsregeling hebben getroffen, krachtens welke [gedaagde] maandelijks een bedrag van € 50,00 zou voldoen. Omdat deze maandelijkse aflossing voor [gedaagde] (bij nader inzien) niet haalbaar bleek, heeft zij aan Ziggo het voorstel gedaan € 20,00 per maand af te lossen. Ziggo is met dit nieuwe voorstel akkoord gegaan, zoals blijkt uit een door haar in kopie (als productie 3) overgelegde brief van 22 augustus 2007. Een gebrek aan medewerking bij het treffen van een nadere regeling kan Ziggo dan ook niet verweten worden.
Gelet op bovenstaande betalingsregeling(en) dient voorts te worden aangenomen dat [gedaagde] de omvang van de gevorderde hoofdsom en de vervallen rente erkent. Hetgeen zij bij conclusie van dupliek heeft aangevoerd met betrekking tot de hoogte van de vordering kan haar dan ook niet baten. Nu [gedaagde] bovendien onbetwist heeft gelaten dat zij de maandelijkse aflossing van € 20,00 niet heeft verricht, is de voor Ziggo resterende vordering ineens opeisbaar geworden.
De gevorderde hoofdsom en de reeds vervallen rente komen dan ook voor toewijzing in aanmerking.
Met betrekking tot de gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke kosten heeft Ziggo een aantal producties in het geding gebracht waaruit blijkt dat [gedaagde] diverse malen tot betaling is aangemaand. Omdat daarnaast in ieder geval één betalingsregeling tussen partijen tot stand is gekomen, staat de omvang van de door de incassogemachtigde verrichte werkzaamheden voldoende vast. De met deze werkzaamheden gemoeide kosten rechtvaardigen toewijzing van de vergoeding van de buitengerechtelijke kosten, vastgesteld op basis van een forfaitair tarief. Voor matiging van dit bedrag ziet de kantonrechter gegeven de onderhavige omstandigheden geen aanleiding.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij de kosten van dit geding dienen te dragen.
BESLISSING
Veroordeelt [gedaagde] om aan Ziggo tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 543,18, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 431,55 vanaf 24 mei 2008 tot aan de dag van algehele voldoening.
Veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de kosten van dit geding aan de zijde van Ziggo begroot op een bedrag van € 429,80, waaronder een bedrag van € 200,00 voor salaris van de gemachtigde van Ziggo.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen en in het openbaar uitgesproken door mr. H.W.M.A. Staal, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.