
Jurisprudentie
BG4996
Datum uitspraak2008-11-06
Datum gepubliceerd2008-11-25
RechtsgebiedAmbtenarenrecht
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/4101 AW
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-11-25
RechtsgebiedAmbtenarenrecht
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/4101 AW
Statusgepubliceerd
Indicatie
Functiebeschrijving. Adviserende en beleidsondersteunende taken betreffende de verkeerssituatie. Taak inzake opleiding van en het toezicht op verkeersregelaars en verkeersbrigadiers. Bij de uitvoering van het project Organisatieonderhoud is de keuze gemaakt voor globale, resultaatsgerichte functiebeschrijvingen, waarbij niet elke opgedragen taak apart wordt benoemd.
Uitspraak
07/4101 AW
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Naam appellant], wonende te [woonplaats], (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Middelburg van 8 juni 2007, 06/749 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Korpsbeheerder van de politieregio Zeeland (hierna: korpsbeheerder)
Datum uitspraak: 6 november 2008
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
De korpsbeheerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, gevoegd met zaak 07/4143 AW, plaatsgevonden op 29 september 2008. Appellant heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N.D. Dane, werkzaam bij de Nederlandse Politie Bond. De korpsbeheerder heeft zich laten vertegenwoordigen door C. Imand en drs. P.D. Spies, beiden werkzaam bij de politieregio Zeeland.
II. OVERWEGINGEN
1. Voor een uitgebreid overzicht van de hier van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad naar de aangevallen uitspraak. Hij volstaat hier met het volgende.
1.1. In het kader van het zogenoemde project Organisatieonderhoud heeft de korpsbeheerder bij besluit van 11 mei 2005 de beschrijving vastgesteld van de door appellant in de politieregio vervulde functie van medewerker primaire politietaken C bij het district [naam district]. Deze beschrijving is onder meer van belang voor de waardering van die functie. Na bezwaar heeft de korpsbeheerder de functiebeschrijving gehandhaafd bij besluit van 29 mei 2006 (hierna: bestreden besluit).
2. Appellant heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft dit beroep weliswaar gegrond verklaard en dat besluit vernietigd, maar zij heeft tevens bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand worden gelaten.
3. Appellant kan zich met dit laatste deel van de beslissing van de rechtbank niet verenigen. Hij is van opvatting dat in de - materieel in stand gebleven - beschrijving van zijn functie niet goed tot uitdrukking is gebracht dat hij belast is met adviserende en beleidsondersteunende taken betreffende de verkeerssituatie op [woonplaats]. Verder is hij van mening dat in de beschrijving ten onrechte niet is vermeld dat hij is belast met de opleiding van en het toezicht op verkeersregelaars en verkeersbrigadiers.
De korpsbeheerder heeft deze stellingen van appellant gemotiveerd betwist.
4. De Raad komt naar aanleiding van hetgeen partijen naar voren hebben gebracht tot de volgende beoordeling.
4.1. De Raad onderschrijft het standpunt van de korpsbeheerder dat hier (slechts) aan de orde is de vraag of de door appellant verrichte werkzaamheden op een juiste wijze zijn beschreven. Hij beantwoordt die vraag, met de rechtbank, bevestigend. Daarbij stelt de Raad voorop dat de korpsbeheerder bij de uitvoering van het project Organisatieonder-houd de keuze heeft gemaakt voor globale, resultaatsgerichte functiebeschrijvingen, waarbij niet elke opgedragen taak apart wordt benoemd. Die keuze staat de korpsbeheer-der vrij, zij het dat de beschrijving zodanig behoort te zijn ingericht dat deze een adequate basis vormt voor (een consistente) toepassing van het functiewaarderings-systeem.
4.2. De werkzaamheden betreffende het verkeer zijn ook volgens de Raad aan te merken als primaire politietaken en vallen daarom onder de functiebeschrijving, waarin ook het bestaan van taakaccenten tot uitdrukking is gebracht. De in het kader van het taakaccent verkeer uitgevoerde adviserende werkzaamheden zijn naar het oordeel van de Raad niet van zodanige aard en betekenis dat deze afzonderlijk in de functiebeschrijving hadden moeten worden opgenomen. De Raad verwijst naar hetgeen de rechtbank daarover heeft overwogen en sluit zich daarbij aan.
4.3. Wat betreft de werkzaamheden van appellant aangaande de opleiding en het toezicht van verkeersregelaars en -brigadiers merkt de Raad op dat onder 9.4 van de functie-beschrijving onder het kopje “begeleiding” is weergegeven dat die begeleiding (over-dragen van kennis/vaardigheden op een bepaald gebied) is gericht op kennisvermeer-dering van collega’s. Hoewel aan appellant kan worden toegegeven dat de verkeers-regelaars en -brigadiers formeel gezien niet als zijn collega’s kunnen worden aangemerkt en voorstelbaar is dat achter het woord collega’s zou zijn toegevoegd: “en anderen”, acht de Raad dit punt, bezien in het licht van hetgeen hij in 4.1 heeft overwogen, van onder-geschikte betekenis, in die zin dat een dergelijke aanvulling geen enkel gewicht in de schaal zou kunnen leggen bij de waardering. Ook deze grief kan dus niet slagen.
5. Dit betekent dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd voor zover aangevochten. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten.
Deze uitspraak is gedaan door H.A.A.G. Vermeulen als voorzitter en K. Zeilemaker en J.Th. Wolleswinkel als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.B. de Gooijer als griffier, uitgesproken in het openbaar op 6 november 2008.
(get.) H.A.A.G. Vermeulen.
(get.) M.B. de Gooijer.
HD