Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG5030

Datum uitspraak2008-10-08
Datum gepubliceerd2008-11-21
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers764447 \ RL EXPL 08-14521
Statusgepubliceerd


Indicatie

Vonnis in bevoegdheidsincident. De vordering in de hoofdzaak vindt haar oorsprong in met (een rechtsvoorganger van Dexia) gesloten effectenlease-overeenkomst(en) en is gebaseerd op de zogenaamde Duisenberg-regeling. In de jurisprudentie is één en andermaal beslist dat effectenlease-overeenkomsten huurkoopovereenkomsten zijn. Vorderingen met betrekking tot een huurkoopovereenkomst behoren tot de absolute bevoegdheid van de kantonrechter. Dat brengt mee dat de kantonrechter ook absoluut bevoegd is tot kennisneming van een vordering die - zoals in het onderhavige geval - haar oorsprong vindt in een huurkoopovereenkomst, waarvan de gevolgen nader geregeld zijn in een vaststellingsovereenkomst.


Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector kanton Locatie 's-Gravenhage hsw rolnummer: 764447 RL EXPL 08-14521 datum: 8 oktober 2008 Vonnis in het incident in de zaak van: de vennootschap naar buitenlands recht Varde Investments (Ireland) Limited, gevestigd te Dublin (Ierland), eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident hierna te noemen: Varde, gemachtigde: mr. G.J. Schras, advocaat te Spijkenisse, rolgemachtigde: Van Mastrigt & Partners, gerechtsdeurwaarders te 's-Gravenhage, tegen [X], wonende te [woonplaats], gedaagde partij in de hoofdzaak, eisende partij in het incident, hierna te noemen: [X], gemachtigde: mr. L.E.M. de Vries-Blom, advocaat te Delft, toevoeging nummer [nummer] d.d. 15 juli 2008. Procedure 1. De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende, hier als herhaald en ingelast te beschouwen stukken, waaruit tevens het procesverloop blijkt: - de dagvaarding van 10 juni 2008; - de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, zijdens [X] d.d. 31 juli 2008; - de incidentele conclusie van antwoord zijdens Varde d.d. 13 augustus 2008; - de door partijen in het geding gebrachte producties. De uitspraak van het vonnis in het incident is bepaald op heden. Beoordeling 2. Op de in de dagvaarding nader omschreven gronden vordert Varde in de hoofdzaak de veroordeling van [X] tot betaling van € 10.877,36 met rente en kosten. 3. [X] heeft bij incidentele conclusie gevorderd dat de kantonrechter zich onbevoegd zal verklaren tot kennisneming van de vordering van Varde en de zaak zal verwijzen naar de bevoegde rechter, zijnde de Rechtbank 's-Gravenhage, sector civiel recht. Varde heeft de incidentele vordering gemotiveerd bestreden. 4. Met betrekking tot het standpunt van [X] dat de kantonrechter in absolute zin onbevoegd is om van de vordering van Varde in de hoofdzaak kennis te nemen, wordt overwogen dat die vordering gebaseerd is op de zogenaamde Duisenberg-regeling, die door het Hof Amsterdam bij beschikking van 25 januari 2007, NJ 2007, 427, op de voet van het bepaalde in de artikelen 1013 e.v. van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv.) algemeen verbindend verklaard is. Deze Duisenberg-regeling behelst een overeenkomst (de zogenaamde WCAM-overeenkomst) tussen Dexia N.V. en enige andere verzoekers inzake de collectieve afwikkeling van de schade, geleden door de in die overeenkomst bedoelde "gerechtigden" die met (de rechtsvoorgangers van) Dexia een of meer effectenlease-overeenkomsten hadden gesloten. Niet in geschil is dat [X] in het verleden een of meer effectenlease-overeenkomsten met (een rechtsvoorganger van) Dexia heeft gesloten en behoort tot de gerechtigden als bedoeld in de door het Hof Amsterdam verbindend verklaarde WCAM-overeenkomst. De onderhavige vordering van Varde vindt haar oorsprong in deze door [X] met (een rechtsvoorganger van) Dexia gesloten effectenlease-overeenkomst(en). In de veelheid van daarover inmiddels verschenen jurisprudentie - zie bijvoorbeeld de zojuist genoemde beschikking van het Hof Amsterdam, als ook het arrest van de Hoge Raad d.d. 28 maart 2008, LJN BC2837 - is één en andermaal beslist dat effectenlease-overeenkomsten huurkoopovereenkomsten zijn. Vorderingen met betrekking tot een huurkoopovereenkomst behoren ingevolge artikel 93 aanhef en onder c tot de absolute bevoegdheid van de kantonrechter. Dat brengt mee dat de kantonrechter ook absoluut bevoegd is tot kennisneming van een vordering die - zoals in het onderhavige geval - haar oorsprong vindt in een huurkoopovereenkomst, waarvan de gevolgen nader geregeld zijn in een vaststellingsovereenkomst. Het standpunt van [X], dat de kantonrechter niet bevoegd is om van de vordering van Varde in de hoofdzaak kennis te nemen, wordt daarom als onjuist verworpen. 5. De incidentele vordering van [X] zal derhalve worden afgewezen. [X] zal worden veroordeeld in de proceskosten van Varde in het incident, tot op heden te stellen op een bedrag ad € 100,-- wegens salaris van haar gemachtigde. Beslissing De kantonrechter: 1. wijst de incidentele vordering van [X] af en veroordeelt [X] tot betaling aan Varde van de proceskosten aan haar zijde in het incident, tot op heden vastgesteld op € 100,-- wegens salaris van haar gemachtigde; 2. verwijst de hoofdzaak naar de rol van woensdag 5 november 2008 te 11.00 uur voor het nemen van een conclusie van antwoord aan de zijde van [X]. Dit vonnis is gewezen door mr. H.S. Wiarda, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 oktober 2008.