Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG5035

Datum uitspraak2008-10-21
Datum gepubliceerd2008-11-21
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers768498 / 08-15938
Statusgepubliceerd


Indicatie

Vonnis in incident tot voeging en tussenkomst. Effectenlease-contract. Echtgenote vordert zich te mogen voegen aan de zijde van haar echtgenoot, dan wel tussen te komen, daar zij zich in rechte wenst te beroepen op de buitengerechtelijke vernietiging van de effectenlease-overeenkomst. Volgens echtgenote heeft zij het contract per brief van 20 februari 2006 vernietigd. Na algemeen verbindend verklaring van de WCAM-overeenkomst (Duisenberg-regeling) op 25 januari 2007 heeft echtgenoot niet uiterlijk voor 31 juli 2007 een opt-outverklaring afgelegd. Ook echtgenote heeft geen opt-outverklaring afgelegd. Daarom is zij gebonden aan de WCAM-overeenkomst. 'Eega-brief' (vernietigingingsverklaring door Eega afgelegd) niet binnen de daarvoor in de overeenkomst genoemde termijn door Dexia ontvangen.


Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector kanton Locatie 's-Gravenhage vm Rolnr.: 768498/08-15938 21 oktober 2008 Vonnis in het incident in de zaak van: de buitenlandse vennootschap VARDE INVESTMENTS (IRELAND) LIMITED, gevestigd te Dublin, Ierland, eisende partij in de hoofdzaak verwerende partij in het incident tot voeging en tussenkomst, gemachtigde: mr. G.J. Schras, rolgemachtigde: dw. E.van Mastrigt, tegen [X], wonende te [woonplaats], gedaagde partij in de hoofdzaak, gemachtigde: mr. G.van Dijk, en: [X-Y], wonende te [woonplaats], eisende partij in het incident tot voeging en tussenkomst, gemachtigde: mr. G.van Dijk. Partijen worden aangeduid als "Varde", "[X]" en "[X-Y]". Procedure 1. De kantonrechter heeft kennis genomen van: - de dagvaarding met producties van 26 juni 2008; - de incidentele conclusie tot voeging en tussenkomst van 26 augustus 2008; - de incidentele conclusie van antwoord met producties van 23 september 2008. Feiten in de hoofdzaak: 2.1 [X] heeft op 15 november 2000 een effectenlease-contract, genaamd WinstVerDriedubbelaar met nummer [nummer 1], gesloten met Bank Labouchere N.V., waarvan eerst Dexia Bank Nederland N.V. en later Varde de rechtsopvolgster is geworden. 2.2 [X] heeft op 2 maart 2003 het zogenaamde Dexia Aanbod van Dexia Bank Nederland N.V. ondertekend. 2.3 Na de algemeen verbindend verklaring van de zogenaamde Duisenbergregeling (WCAM beschikking) door het gerechtshof te Amsterdam van 25 januari 2007 heeft [X] niet uiterlijk voor 31 juli 2007 de zogenaamde opt-out verklaring afgelegd. in het incident Vordering [X-Y] vordert zich te mogen voegen aan de zijde van [X], dan wel tussen te komen, daar zij zich in rechte wenst te beroepen op de buitengerechtelijke vernietiging van de effectenlease-overeenkomst. Verweer 4. Varde verzet zich tegen de vordering. Beoordeling 5.1 Volgens [X-Y] heeft zij per brief van 20 februari 2006 de contracten met nummers [nummer 2] en [nummer 1] venietigd. 5.2 In de onderhavige procedure gaat het alleen om het contract met nummer [nummer 1], dat op 15 november 2000 door [X] is ondertekend. 5.3 [X-Y] betoogt dat zij zich als tussenkomende dan wel gevoegde partij bij wijze van verweer kan beroepen op de gezinsbeschermende bepaling van artikel 1:88 lid 1 sub d BW jo artikel 3:51 lid 3 BW. Zij verwijst daartoe naar het arrest van het hof Amsterdam van 6 december 2007. 5.4 Overwogen wordt als volgt. Het gerechtshof te Amsterdam heeft bij beschikking van 25 januari 2007 verbindend verklaard de overeenkomst ter collectieve afwikkeling van massaschade (WCAM-overeenkomst), gewijzigd bij aanvullende overeenkomst van 8 mei 2006. 5.5 De WCAM-overeenkomst (Duisenbergregeling) vermeldt in artikel 2.4 dat, indien een contractant met betrekking tot enige effectenlease-overeenkomst gerechtigde was en hij op de datum van het aangaan van die overeenkomst gehuwd was, die echtgeno(o)t(e) tevens gerechtigde is. 5.6 Het gerechtshof heeft in zijn genoemde beschikking uitdrukkelijk overwogen dat de opvatting, dat eega's niet tot personen behoren ten behoeve van wie de WCAM-overeenkomst is gesloten, niet juist is. 5.7 [X-Y] heeft geen zogenoemde opt-outverklaring afgelegd, hetgeen betekent dat zij aan de WCAM-overeenkomst is gebonden. In artikel 14.1 van die overeenkomst verleent elke gerechtigde Dexia en de aan haar verbonden rechtspersonen kwijting van alle vorderingen die verband houden met de geldigheid, het aangaan en de uitvoering van effectenlease-overeenkomsten, met uitzondering van de aanspraken, die uit de overeenkomst voortvloeien. Blijkens de bepalingen de artikelen 4 t/m 7 van de overeenkomst heeft een "Eegabrief"" (een vernietigingsverklaring door de Eega afgelegd) alleen effect, indien deze binnen drie jaar en zes maanden na de aanvangsdatum van de effectenlease-overeenkomst door Dexia is ontvangen. Hiervan is in het onderhavige geval geen sprake geweest. 5.8 In het geval, dat berecht is door het hof Amsterdam (6 december 2007, LJN: BB9552), was de WCAM-overeenkomst, anders dan in het onderhavige geval, niet van toepassing. Het verweer, waarop [X-Y] zich beroept, heeft zij prijsgegeven door de opt-out verklaring niet af te leggen. 5.9 Hetgeen overigens door partijen is aangevoerd kan buiten beschouwing blijven. 5.10 Bij toewijzing van de vordering heeft [X-Y] geen belang. De vordering wordt daarom afgewezen met veroordeling van haar in de kosten. Beslissing De kantonrechter: in het incident: 1. wijst de vordering af; 2. veroordeelt [X-Y] in de kosten van de procedure tot hiertoe aan de zijde van Varde vastgesteld op € 250,-- zijnde het salaris van de gemachtigde van Varde; in de hoofdzaak: 3. verwijst de zaak naar de terechtzitting van 18 november 2008 te 11.00 uur voor het nemen van de conclusie van repliek aan de zijde van Varde; 2. houdt elke verdere beslissing aan. Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. Von Maltzahn en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 oktober 2008.