
Jurisprudentie
BG5046
Datum uitspraak2008-10-30
Datum gepubliceerd2008-11-24
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers263795 \ CV EXPL 08-964
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2008-11-24
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers263795 \ CV EXPL 08-964
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Dekstier blijkt niet te dekken. Non-conformiteit.
Uitspraak
RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Den Helder
Zaaknr/rolnr.: 263795 CV EXPL 08-964 WG
Uitspraakdatum: 30 oktober 2008
Vonnis in de zaak van:
[naam] te De Waal
eiser
gemachtigde: mr. L.W.J. van den Heuvel, werkzaam ten kantore van DAS Rechtsbijstand te Amsterdam
tegen
[naam] te Westerland, gemeente Wieringen
gedaagde
in persoon procederende.
Het procesverloop
Eiser heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 28 maart 2008.
Gedaagde heeft bij antwoord verweer gevoerd.
Na beraad heeft de kantonrechter bij vonnis d.d. 24 april 2008 een comparitie gelast, die is gehouden op 3 juli 2008, in aanwezigheid van partijen en de gemachtigde.
Van deze comparitie heeft de griffier aantekeningen gehouden.
Vervolgens heeft gedaagde nog een akte genomen en eiser een antwoordakte.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
De vaststaande feiten
1. Op 2 februari 2007 heeft eiser bij gedaagde een dekstier gekocht van 16 maanden oud voor € 2.400,00.
2. Die stier door eiser geplaatst bij zijn koeien en pink heeft niet gedekt hetgeen bleek uit het niet drachtig worden van de koeien en/of pink.
3. Op 16 juli 2007 heeft eiser zijn koeien en pink verkocht in niet drachtige staat waardoor hij € 3.100,00 minder opbrengst voor zijn dieren kreeg.
4. De stier is verkocht voor € 1.500,00.
Het geschil
5. Eiser stelt dat gedaagde wanprestatie heeft gepleegd nu, kort weergegeven, de stier niet doet wat hij moet doen: dekken. Op grond daarvan vordert eiser bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van gedaagde tot betaling van een bedrag € 900,00 zijnde het verschil tussen de koopprijs en de verkoopprijs van de stier, € 284,00 wegens onderhoudskosten van de stier, € 3.100,00 wegens het feit dat geen van de koeien drachtig was ten tijde van de verkoop en overdracht, € 535,50 wegens buitengerechtelijke incassokosten, rente en kosten rechtens.
6. Gedaagde is het hier niet mee eens en voert aan, zakelijk weergegeven, dat een jonge stier als hier in het geding het dekken nog moet leren op pinken. Voorts heeft eiser bij de koop van de stier geen overleg gevoerd; hij heeft zelf een stier uitgezocht en meegenomen.
De beoordeling
7. De vraag die voor ligt is of in deze zaak gesproken moet worden van non-conformiteit. Die vraag wordt bevestigend beantwoord.
Niet bestreden is dat de prijs die eiser voor de stier heeft betaald passend is voor een jonge dekstier.
Uiteraard bestaat bij een jonge stier zonder dekkingsgeschiedenis het risico dat het dier niet voldoet aan de eisen die aan een dergelijke stier kunnen worden gesteld, te weten het dekken van pinken en/of koeien.
Nu de prijs conform was mocht eiser ervan uitgaan dat die stier zijn werk zou doen en dient het risico dat zulks niet het geval is bij de verkoper te blijven die immers de prijs van de dekstier heeft ontvangen.
Nu gedaagde niet is ingegaan op voorstellen van eiser om de koop ongedaan te maken, is hij aansprakelijk voor de schade die eiser heeft geleden. Nu die schade niet is betwist komt de vordering voor toewijzing in aanmerking. De buitengerechtelijke incassokosten zijn als niet betwist eveneens toewijsbaar.
8. Gedaagde dient als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt gedaagde om aan eiser tegen kwijting aan eiser te betalen een bedrag van € 4.819,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 4.284,00 vanaf 17 oktober 2008 tot de dag van betaling.
Veroordeelt gedaagde in de proceskosten, die tot heden voor eiser worden vastgesteld op een bedrag van € 672,80, waaronder begrepen een bedrag van € 400,00 voor salaris van de gemachtigde van eiser [waarover gedaagde geen btw verschuldigd is].
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.G. Vroom, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 30 oktober 2008 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter