
Jurisprudentie
BG5135
Datum uitspraak2008-11-19
Datum gepubliceerd2008-11-24
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers384208/CV EXPL 08-5682
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2008-11-24
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers384208/CV EXPL 08-5682
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Curator spreekt bestuurder van gefailleerde vennootschap aan voor betaling van declaraties op grond van onrechtmatige daad. Kantonrechter is van oordeel dat voor het aannemen van onrechtmatig handelen onvoldoende is gesteld.
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 384208/CV EXPL 08-5682
datum uitspraak: 19 november 2008
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap
Trip Advocaten & Notarissen B.V.
te Leeuwarden
eisende partij
hierna te noemen Trip Advocaten
gemachtigde mr. J. Stoker
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde]
verschenen in persoon
De procedure
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk¬ken:
- de dagvaarding van 8 mei 2008, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- de door de kantonrechter tussen partijen gegeven en op 2 juli 2008 uitgesproken rolbeschikking,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a. Trip Advocaten heeft voor Drukkerij De Jong & Partners B.V. (hierna: de drukkerij) in de periode van juli 2005 tot en met 11 oktober 2005 juridische werkzaamheden verricht.
b. [gedaagde] was bestuurder van de drukkerij.
c. De drukkerij is op 15 september 2005 in staat van faillissement verklaard.
d. Trip Advocaten heeft de volgende facturen aan de drukkerij gezonden:
factuur van 12 augustus 2005 €2.452,16
factuur van 15 september 2005 €24,60
e. Trip Advocaten heeft een factuur van 11 oktober 2005 ten bedrage van €1.238,48 gezonden aan GMI SA te Porza, Zwitserland.
f. De drie onder d. en e. genoemde facturen zijn door de drukkerij onbetaald gelaten.
De vordering
Trip Advocaten vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Trip Advocaten te betalen:
I. €3.715,24, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldata der declaraties, zijnde 30 dagen na factuurdatum, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan die der algehele voldoening;
II. €150,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten;
III. de kosten van dit geding.
Trip Advocaten heeft het volgende aan haar vordering ten grond¬slag gelegd:
Medewerkers van Trip Advocaten hebben in opdracht en voor rekening van de drukkerij werk-zaamheden verricht dan wel diensten verleend liggende in de sfeer van de advocatuur.
Uit hoofde van die werkzaamheden heeft Trip Advocaten van de drukkerij een bedrag van €3.715,24 te vorderen, als volgt gespecificeerd:
Declaratienummer declaratiedatum factuurbedrag
40515185 12 augustus 2005 €2.452,16
40516980 15 september 2005 € 24,60
40518693 11 oktober 2005 €1.238,48
totaal €3.715,24
De drukkerij is inmiddels gefailleerd. [gedaagde] is in zijn hoedanigheid van bestuurder van de drukkerij aansprakelijk voor het gevorderde bedrag.
De aansprakelijkheid vloeit voort uit het feit dat [gedaagde] als bestuurder namens de drukkerij een overeenkomst van opdracht met Trip Advocaten is aangegaan terwijl hij wist, althans redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de drukkerij niet in staat zou zijn aan haar beta-lingsverplichtingen te voldoen. [gedaagde] heeft namens de drukkerij herhaaldelijk aangegeven dat hij in stond voor de betaling van de facturen c.q. er zorg voor zou dragen dat de facturen betaald zouden worden.
[gedaagde] heeft beweerd dat een voorschotnota niet nodig was omdat de facturen voldaan zou-den worden. In dat kader heeft [gedaagde] direct na het faillissement Trip Advocaten ook bericht dat de laatste factuur gericht moest worden aan GMI SA.
Wat de factuur van 12 augustus 2005 betreft, heeft [gedaagde] kort voor de behandeling van het faillissementsverzoek aan Trip Advocaten uitdrukkelijk meegedeeld dat die factuur reeds was voldaan.
Conform de toezeggingen van [gedaagde] vertrouwde Trip Advocaten erop dat de facturen be-taald zouden worden.
[gedaagde] heeft jegens Trip Advocaten dan ook ernstig onzorgvuldig c.q. onrechtmatig gehan-deld.
De vorderingen van Trip Advocaten zijn nog niet verjaard.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft [gedaagde] Trip Advocaten genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven. Trip Advocaten heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten belope van €150,00. [gedaagde] dient deze kosten ingevolge artikel 6:96 lid 2 sub c BW aan Trip Advocaten te voldoen.
Voorts is [gedaagde] de wettelijke rente verschuldigd geworden vanaf 30 dagen na factuurdatum.
Het verweer
[gedaagde] betwist de vordering en voert daartoe het volgende aan:
[gedaagde] heeft met de curator in het faillissement van de drukkerij een dispuut gehad, dat is beëindigd met een vaststellingsovereenkomst. Deze vaststellingsovereenkomst hield een finale kwijting in jegens de boedel van de drukkerij. Trip Advocaten dient zich daarom tot de curator in het faillissement wenden.
Indien Trip Advocaten voorschotnota’s zou hebben gestuurd zouden deze zonder meer zijn betaald. [gedaagde] heeft altijd gezegd dat als de drukkerij een voorschotnota zou ontvangen, deze zou worden betaald.
De drukkerij heeft Trip Advocaten niet ingehuurd voor andere zaken dan de faillissementsaanvraag.
[gedaagde] bestrijdt dat hij zou hebben aangegeven dat de facturen zouden worden betaald.
Trip Advocaten heeft onzorgvuldig gehandeld door geen voorschotnota te sturen. Er waren in augustus 2005 voldoende liquide middelen voorhanden om de voorschotnota te betalen. Daarnaast heeft Trip Advocaten twee jaar en zeven maanden gewacht met dagvaarden.
De beoordeling van het geschil
1. Het beroep van [gedaagde] op de met de curator in het faillissement van de drukkerij gesloten vaststellingsovereenkomst faalt. Trip Advocaten was bij deze overeenkomst immers geen partij, zodat die overeenkomst er niet aan in de weg staat, dat Trip Advocaten een vordering wegens onrechtmatige daad tegen [gedaagde] instelt.
2. Voor zover [gedaagde] aanvoert dat de vordering zou zijn verjaard, faalt dat verweer. De verjaringstermijn van 5 of 20 jaren van artikel 3:310 BW is immers nog niet verstreken.
3. Indien [gedaagde] heeft beoogd zich op het standpunt te stellen dat Trip Advocaten haar rechten zou hebben verwerkt door niet eerder actie te ondernemen dan in november 2007, verwerpt de kantonrechter ook dat standpunt. Het feit dat Trip Advocaten tussen september 2005 en november 2007 geen actie zou hebben ondernomen ontneemt haar niet het recht haar -nog niet verjaarde- vordering alsnog in te stellen. Het enkele “stilzitten”van Trip Advocaten leidt nog niet tot rechtsverwerking.
4. Gelet op de grondslag van de vordering, te weten: onrechtmatig handelen door [gedaagde] als bestuurder van de drukkerij, moet gesteld en zo nodig bewezen worden dat [gedaagde] ten tijde van de totstandkoming van de overeenkomst van opdracht met Trip Advocaten wist, althans redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de drukkerij zelf niet, althans niet in voldoende mate over financiële middelen beschikte om aan haar verplichtingen uit die overeenkomst te voldoen.
5. De kantonrechter is van oordeel dat door Trip Advocaten onvoldoende is gesteld om haar tot bewijslevering toe te laten dat [gedaagde] wist, althans redelijkerwijze behoorde te weten dat de drukkerij zelf niet, althans niet in voldoende mate over financiële middelen beschikte om aan haar verplichtingen uit die overeenkomst te voldoen.
6. Het enkele feit dat de werkzaamheden van Trip Advocaten betrekking hadden op de faillissementsaanvraag van [gedaagde] brengt niet zonder meer met zich dat [gedaagde] dus in de wetenschap verkeerde of behoorde te verkeren dat de facturen niet zouden worden voldaan.
7. Daarbij komt dat Trip Advocaten ook zelf de nodige voorzichtigheid had moeten betrachten nu zij om bijstand werd verzocht in verband met de faillissementsaanvraag. Die aanvraag impliceert immers financiële problemen aan de zijde van de drukkerij.
8. Gelet op het verweer van [gedaagde] dat voorschotnota’s zouden worden betaald, heeft Trip Advocaten onvoldoende feiten gesteld die, indien bewezen, de conclusie zouden rechtvaardigen dat bij [gedaagde] sprake was van de hierboven genoemde wetenschap.
9. De stelling van Trip Advocaten dat [gedaagde] herhaaldelijk zou hebben ingestaan voor de betaling van de facturen, zou, indien bewezen, tot de conclusie moeten leiden dat [gedaagde] heeft verklaard dat de facturen zouden worden betaald, wat impliceert dat de drukkerij geen betalingsproblemen zou hebben. In dat geval kan er geen sprake zijn van de vereiste bovengenoemde wetenschap.
10. Voor zover sprake zou zijn van tekortkoming in de nakoming van een aldus door [gedaagde] eventueel toegezegde persoonlijke betalingsverplichting, vormt die tekortkoming niet de grondslag van de onderhavige vordering, die immers op onrechtmatig handelen door [gedaagde] is gebaseerd.
11. Op grond van het vorenstaande komt de kantonrechter tot de conclusie dat de vordering moet worden afgewezen, nu niet komt vast te staan dat [gedaagde] jegens Trip Advocaten onrechtmatig heeft gehandeld.
12. Wat partijen verder nog te berde hebben gebracht behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van wat in dit vonnis is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
13. Trip Advocaten zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. [gedaagde] heeft zich niet door een gemachtigde laten bijstaan. Daarom kunnen hem op grond van artikel 238 Rv slechts zijn noodzakelijke reis- en verblijfkosten worden toegekend. Niet gebleken is dat [gedaagde] in persoon op enige zitting aanwezig is geweest, zodat zijn reis- en verblijfkosten op nihil moeten worden begroot.
Beslissing
De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt Trip Advocaten in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.