
Jurisprudentie
BG5194
Datum uitspraak2008-11-05
Datum gepubliceerd2008-11-25
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers169725
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-11-25
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers169725
Statusgepubliceerd
Indicatie
In de onderhavige zaak staat de vraag centraal of, zoals Baufix stelt en Eurovite betwist, tussen partijen een koopovereenkomst tot stand is gekomen overeenkomstig de opdracht van Baufix.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 169725 / HA ZA 08-748
Vonnis van 5 november 2008
in de zaak van
de vennootschap naar Duits recht
BAUFIX HOLZ- UND BAUTECHNIK GMBH,
gevestigd te Löningen, Duitsland
eiseres,
advocaat mr. S.M. van der Zwan, te Dieren,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EUROVITE NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Ede,
gedaagde,
advocaat mr. T.J. van Veen, te Ede.
Partijen zullen hierna Baufix en Eurovite genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 9 juli 2008
- het proces-verbaal van comparitie van 26 september 2008.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. De bedrijfsleider van Baufix, de heer [betrokkene] (verder: [betrokkene]) heeft 6 augustus 2007 bij Eurovite telefonisch een offerte aangevraagd voor de levering van in dat telefoongesprek nader gespecificeerde plamuur/gipsspachtel (verder: plamuur).
2.2. Naar aanleiding van voornoemde aanvraag heeft de heer [betrokkene] (verder [betrokkene]) in naam van Eurovite op 10 augustus 2007 aan Baufix een e-mailbericht gestuurd met, voor zover hier van belang, de volgende inhoud.
Wir […] haben hiermit das Vergnügen Ihnen unser nachtstehendes Angebot zu unterbreiten:
Gipsspachtel
Qualität : Grade 131 = 721
Verpackung : Päckchen mit plastik Tüte, inh. 2 Kg.
: 6 Päckchen pro Karton
: 48 Kartons pro palette
Jahresbedarf : 40.000 x 2 Kg
Bestellmenge : 5.000 Kg.
[…]
Lieferzeit : 6 - 8 Wochen nach Freigabe Verpackung
: Wir werden versuchen diese Lieferzeit etwas zu beschleunigen.
Preis : € 1,02 pro Päckchen, ohne MWST.
2.3. Baufix heeft Eurovite daarop op 13 augustus 2007 per telefax een “Lieferanten¬bestellung” met nummer 20442 (verder: de opdracht) toegezonden voor een partij van 40.000 pakken plamuur van ieder 2 kg, tegen een prijs van € 1,02 per stuk. Naast een specificatie van de bestelde plamuur staan in de opdracht, voor zover hier van belang, de volgende bepalingen:
Liefertermin: Abholung der Ware in KW 07 / 2008 durch Spedition Hamacher.
Lieferverzögerung: 25% Vertragsstrafe bei Nichteinhaltung des Liefertermins
2.4. Op 22 oktober 2007 heeft [betrokkene] in naam van Eurovite Baufix, ter attentie van [betrokkene] een mailbericht gestuurd, met voor zover hier van belang de volgende inhoud.
Im Anschluss an unsere telefonische Unterredung von Freitag, den 19. Oktober, worin Sie uns gebeten haben eine Garantie abzugeben, dass der Baufix-Auftrag Nr. 20442, rechtzeitig in der 7. Kalenderwoche zum Versand kommen wird, teilen wir Ihnen folgendes mit:
Wir können unsere Produktion so einplanen, dass der von Ihnen gewünschte Liefertermin eingehalten wird
Wie Sie wissen handelt es sich bei der Produktion, zum grössten Teil, um handmässige Arbeiten, welche sehr kostspielig sind.
Wir können den Preis für den ersten Auftrag denn ach nicht mehr aufrecht erhalten, weil wir sonst Geld zulegen statt verdienen.
Wir teilen Ihnen deshalb mit, dass wir den Auftrag 20442 über 40.000 nur ausführen können, wenn wir den EK-Preis bis auf € 1,42 pro Gebinde erhöhen.
Ihre Stellungnahme sehen wir gerne spätestens den 1.November 2007 entgegen.
2.5. [betrokkene] reageert namens Baufix op de brief van Eurovite per mailbericht van 25 oktober 2007 met, voor zover hier van belang de volgende inhoud.
Ihre Preserhöhung auf € 1,42 per Gebinde akzeptieren wir nicht! Uns liegt von ein gültiges Angebot vor, worauf wir Ihnen einen Auftrag erteilt haben, dem Sie nicht widersprochen haben. Mehrfach hatten Sie uns mündlich eine prompte Belieferung gesichert. Wir machen Sie darauf aufmerksam, dass im Falle der Nichtlieferung laut unserer Bestellung 25% Konventionalstrafe fällig wird.
Wir bitten um Ihre Nachricht - aufgrund der Dringlichkeit - bis zum 31. Oktober 2007, ob Sie nun den Auftrag zu vereinbarten Preisen ausführten willen oder nicht.
2.6. [betrokkene] reageert daarop namens Eurovite met een mailbericht van 26 oktober 2007 met, voor zover hier van belang, de volgende inhoud.
Es tut uns sehr leid, dass Sie kein Verständnis aufbringen möchten für unsere Situation [...].
Wenn Sie, was wir bedauern würden, bei Ihrem Standpunkt bleiben, sind wir dazu gezwungen die Ausführung Ihres Auftrages Nr. 20442 abzulehnen.
2.7. Baufix heeft Eurovite op 31 oktober 2007 een factuur gestuurd van € 10.200,00 met als omschrijving “Konventionalstrafe”. Op de factuur staat voorts het volgende vermeld.
Gemäß unserer Lieferantenbestellung vom 10.08.2007 berechnen wir Ihnen 25% Konventional¬strafe, da Sie die Ausführung unseres Auftrages 20442 am 26. Oktober 2007 abgelehnt haben.
3. Het geschil
3.1. Baufix vordert samengevat - veroordeling van Eurovite tot betaling van € 10.200,00, vermeerderd met € 523,13 rente tot 12 april 2008, € 904,00 aan buitengerechtelijke kosten, wettelijke rente ex artikel 6:119a BW vanaf 12 april 2008 en proceskosten.
3.2. Baufix stelt dat door de aanvaarding door Eurovite van de opdracht van 13 augustus 2007 een overeenkomst tot stand is gekomen over de levering van 40.000 pakken plamuur voor € 1,02 per pak. De opdracht is in eerste instantie stilzwijgend aanvaard en later door [betrokkene] telefonisch bevestigd. Van de overeenkomst maakt een clausule deel uit waarin is bepaald dat Eurovite een boete van 25% van de koopsom verschuldigd is indien niet tijdig, te weten in week 7 van 2008, geleverd is. Aangezien Eurovite de order heeft geannuleerd en dus niet tijdig heeft geleverd, is zij de overeengekomen boete van (€ 1,02 x 40.000 / 25% =) € 10.200,00 verschuldigd, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten.
3.3. Eurovite voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
ten aanzien van de internationale bevoegdheid
4.1. Allereerst dient de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vorderingen kennis te nemen. De recht¬bank beantwoordt deze vraag bevestigend op grond van artikel 2 van de verordening (EG) Nr. 44/2001 van de Raad van de Europese Unie (EEX-verordening), nu Eurovite haar statutaire zetel heeft in Nederland.
ten aanzien van de totstandkoming van de koopovereenkomst.
4.2. In de onderhavige zaak staat de vraag centraal of, zoals Baufix stelt en Eurovite betwist, tussen partijen een koopover¬een¬komst tot stand is gekomen overeenkomstig de opdracht van Baufix. Niet in geding is immers dat Eurovite tot op heden geen plamuur aan Baufix heeft geleverd en de in de opdracht genoemde leveringstermijn dus niet in acht heeft genomen. Als er inderdaad een overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen conform de opdracht, betekent dit dat Eurovite op grond van de in die opdracht opgenomen clausule een boete (“Lieferverzögerung”) van 25% van de totale verkoopprijs verschuldigd is. Anders dan Eurovite kennelijk stelt, betekent de - voorwaarde¬lijke - annulering van de order in haar brief van 26 oktober 2007 (zie r.ov. 2.6.) niet dat zij niet meer aan de leveringstermijn en de daaraan gekoppelde boete - voor zover overeengekomen - zou zijn gehouden. Dat het niet nakomen van de (tijdige) leveringsverplichting in de optiek van Eurovite het gevolg is van het niet accepteren door Baufix van de door Eurovite genoemde nieuwe verkoopprijs doet daaraan niet af nu - opnieuw in het geval er inderdaad een overeenkomst conform de opdracht tot stand is gekomen - Baufix die prijsstijging niet hoefde te accepteren en dit dus voor rekening van Eurovite komt. Anders dan Eurovite stelt, stond het Baufix voorts vrij om, in plaats van nakoming of een schadevergoeding te vorderen, de boete op te eisen.
4.3. De in 4.2. genoemde centrale vraag dient te worden beantwoord aan de hand van de U.N. Convention on Contracts for the international Sale of Goods (Wenen 11 april 1980, Trb. 1981, 184 en 1986, 61; “Weens Koopverdrag”; verder: CISG). Het CISG ziet mede op de vraag of een koopovereenkomst tot stand is gekomen (artikel 4 CISG). Het CISG is van toe¬passing, aangezien de vestigingslanden van beide partijen, Duitsland en Nederland, tot de verdrag¬sluitende staten behoren en de volgens Baufix tussen partijen tot stand ge¬ko¬men over¬een¬komst een koopovereenkomst is betreffende roerende zaken, die niet be¬stemd zijn voor persoonlijk gebruik of voor gebruik in gezin of huishouding (artikel 1 en 2 CISG).
4.4. De rechtbank is van oordeel dat de opdracht van Baufix een aan Eurovite gericht aanbod is in de zin van artikel 14 CISG, nu het aan de in die bepaling vermelde vereisten voldoet. Dit is ook niet door Eurovite betwist. De rechtbank merkt ten overvloede op dat niet in geding is dat de opdracht, die ten opzichte van het in r.ov. 2.2. weergegeven “angebot” van Eurovite aanvullingen en wijzigingen bevat, als een nieuw (tegen)aanbod moet worden gezien en niet als een aanvaarding van dat “angebot” van Eurovite. Dit volgt ook uit artikel 19 CISG.
4.5. Vast staat dat er op de opdracht van Baufix geen schriftelijke bevestiging van Eurovite is gevolgd. Artikel 11 CISG bepaalt echter dat een koopovereenkomst niet door middel van een geschrift hoeft te worden gesloten of bewezen en aan geen enkel vormvereiste is onderworpen. Artikel 18 eerste lid CISG bepaalt dat een verklaring afgelegd door, of een andere gedraging van, de wederpartij, waaruit blijkt van instemming met een aanbod een aanvaarding van dat aanbod is. Anders dan Baufix stelt kan het enkele niet reageren door Eurovite op de opdracht echter niet als aanvaarding daarvan gelden (artikel 18 eerste lid CISG, tweede zin). Daarvoor zijn bijkomende omstandigheden nodig.
4.6. Baufix voert in dat verband aan dat [betrokkene] namens Eurovite in verschillende telefoongesprekken met [betrokkene] de aanvaarding van het aanbod heeft bevestigd.
Aangezien Eurovite betwist dat [betrokkene] telefonisch de opdracht heeft aanvaard of de aanvaarding daarvan heeft bevestigd, draagt Baufix conform de hoofdregel van artikel 150 Rv de bewijslast van haar stelling dat dit wél is gebeurd. Zij wordt overeenkomstig haar uitdrukkelijk aanbod opgedragen daarvan bewijs te leveren.
4.7. Eurovite heeft ter comparitie aangevoerd dat indien [betrokkene] de opdracht telefonisch heeft aanvaard, Eurovite daardoor niet gebonden was, omdat [betrokkene] niet bevoegd was “derge¬lijke opdrachten met boetes” namens Eurovite te aanvaarden. Baufix voert aan dat zij er in ieder geval van mocht uitgaan dat [betrokkene] Eurovite mocht vertegenwoordigen en dat Eurovite dus ook indien [betrokkene] daartoe niet bevoegd zou zijn door zijn aanvaarding gebonden is.
4.8. De rechtbank overweegt dat de vraag of Eurovite door de - gestelde - aanvaarding door [betrokkene] gebonden is op grond van artikel 11 en 12 van het Verdrag betreffende het toepasselijk verdrag op vertegenwoordiging, ’s-Gravenhage 14 maart 1978 (Het Haagse Vertegenwoordigingsverdrag 1978) moet worden beoordeeld naar het Nederlands recht nu Eurovite, bij wie [betrokkene] werkzaam is, gevestigd is in Nederland.
4.9. De rechtbank is van oordeel dat de gestelde onbevoegdheid van [betrokkene] om de opdracht te aanvaarden, wat daar ook van zij, gelet op artikel 3:61 BW niet aan Baufix kan worden tegen¬ge¬wor¬pen. Daarbij acht de rechtbank de volgende omstandigheden van belang.
[betrokkene] is, zoals door Eurovite ter comparitie is verklaard, in dienstbetrekking werkzaam bij Eurovite als buitendienstmedewerker en zorgt vanuit die functie de promotie van Eurovite en vertegenwoordigd haar naar buiten toe.
Niet betwist is voorts dat Baufix vanaf de in r.ov. 2.1. genoemde telefonische offerteaanvraag bij Eurovite “alle zaken steeds met [betrokkene] heeft gedaan”. Alle door Baufix aan Eurovite gerichte correspondentie is steeds namens Eurovite door [betrokkene] afgehandeld, kennelijk vanuit zijn functie.
Niet betwist is dat [betrokkene] het in r.ov. 2.2. genoemde “angebot” bevoegd namens Eurovite aan Baufix heeft gedaan en dat hij daartoe een toereikende volmacht had. Eurovite rekent het desbetreffende schrijven van [betrokkene] aan haarzelf toe (conclusie van antwoord punt 2).
Gesteld noch gebleken is dat de opdracht van Baufix en de daarin opgenomen voorwaarden in het handelsverkeer of de branche zo ongebruikelijk zijn dat Baufix er alert op had moeten zijn dat [betrokkene] voor het aanvaarden van die opdracht onvoldoende gevolmachtigd was en mogelijk nog nadere interne toestemming nodig had.
De rechtbank is van oordeel dat Baufix in de voormelde omstandigheden mede door de gedragingen van Eurovite mocht aannemen dat [betrokkene] bevoegd was de opdracht te aanvaarden.
4.10. Het vorenstaande brengt, nu Eurovite overigens tegen de verschuldigdheid van de boete geen verweer heeft gevoerd, met zich dat indien Baufix in de haar opgedragen bewijs¬levering slaagt, de door haar gevorderde boete vanwege het door Eurovite niet nakomen van de leveringstermijn opeisbaar is. In afwachting van de uitkomst van de bewijs¬opdracht worden alle overige beslissingen aangehouden.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. draagt Baufix op te bewijzen dat [betrokkene] telefonisch de opdracht heeft aanvaard of de aanvaarding daarvan heeft bevestigd,
5.2. bepaalt dat, indien Baufix het bewijs door middel van getuigen wil leveren, het getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. T.P.E.E van Groeningen in het paleis van justitie te Arnhem aan de Walburgstraat 2-4 op 21 januari 2009 van 13:00 tot 17:00 uur,
5.3. bepaalt dat Baufix binnen twee weken na de datum van dit vonnis schriftelijk aan de rechtbank - ter attentie van de enquêtegriffie van de sector civiel (e-mail: rc.civiel.rb.arnhem@rechtspraak.nl) - en aan de wederpartij moet berichten of hij bewijs door getuigen wil leveren en zo ja, onder opgave van het aantal en de namen van de te horen getuigen.
5.4. bepaalt dat de partij die op genoemd tijdstip niet kan verschijnen, binnen twee weken na de datum van dit vonnis schriftelijk en gemotiveerd aan de rechtbank -ter attentie van de enquêtegriffie van de sector civiel (e-mail: rc.civiel.rb.arnhem@rechtspraak.nl)
- om een nadere dag- en uurbepaling dient te vragen onder opgave van het aantal en de namen van de te horen getuigen en de verhinderdata van alle partijen in de drie maanden volgend op genoemde datum,
5.5. bepaalt dat alle partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle bewijsstukken die zij nog in het geding willen brengen aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
5.6. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.P.E.E van Groeningen en in het openbaar uitgesproken op 5 november 2008.