Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG5204

Datum uitspraak2008-11-21
Datum gepubliceerd2008-11-25
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Roermond
Zaaknummers226113 \ CV EXPL 08-3989
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Vordering tot schorsing/matiging van het concurrentiebeding. In reconventie wordt er een verbod op indiensttreding gevraagd. Vordering in conventie wordt afgewezen, vordering in reconventie wordt toegewezen.


Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND Sector kanton Zaaknummer: 226113 CV EXPL 08-3989 Vonnis in kort geding van de kantonrechter te Venlo d.d. 21 november 2008 in de zaak van: [B], wonende te [adres], eiser in conventie, gedaagde in reconventie, gemachtigde: mr. G.H. Beusker, tegen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid I.S.L. Automatisering B.V., statutair gevestigd te Venlo en kantoorhoudende 5993 SG Maasbree, aan de Zonneveld 1, gedaagde, gemachtigde: mr. L.J.M.G. Kunzeler. Partijen worden verder aangeduid als [B] en ISL. 1. Het verloop van de procedure in kort geding In conventie en in reconventie 1.1. [B] heeft op de gronden als in de dagvaarding in kort geding gevorderd: • dat de kantonrechter zal bepalen dat het hem is toegestaan om per 1 november 2008 in dienst te treden bij Insign.it B.V. • dat het tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding wordt vernietigd althans wordt geschorst althans wordt gematigd. • dat ISL wordt veroordeeld om vanaf 1 november 2008 tot zo lang er voor [B] beperkingen voortvloeien uit het concurrentiebeding, aan [B] een vergoeding van EUR 3.213,20 uit te betalen uiterlijk op elke laatste dag van de maand. • dat ISL wordt veroordeeld in de kosten van dit geding, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten alsmede veroordeling in de nakosten. 1.2. [B] heeft schriftelijk geantwoord in de vorm van overlegging van pleitnotities. Tevens heeft [B] daarbij een recoventionele vordering geformuleerd. 1.3. Op 7 november 2008 heeft de mondelinge behandeling van de zaak plaatsgehad. Partijen hebben bij die gelegenheid hun wederzijdse standpunten nader toegelicht. De zaak is tenslotte op vonnis gesteld en de kantonrechter heeft de uitspraak daarvan bepaald op heden. 2. Vaststaande feiten In conventie en in reconventie 2.1. [B] is op 27 september 2005 bij ISL in dienst getreden in de functie van netwerkspecialist tegen een salaris van laatstelijk EUR 2.900,00 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en emolumenten. 2.2. In de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst is onder artikel 12 een beding van non-concurrentie opgenomen en onder artikel 13 een relatiebeding. 2.3. Bij brief van 19 augustus 2008 heeft [B] de arbeidsovereenkomst met ISL opgezegd. ISL bevestigt de opzegging bij brief van 27 augustus 2008 en wijst [B] nadrukkelijk op het concurrentie- en relatiebeding. Tevens kondigt ISL aan dat zij niet akkoord kan gaan met een indiensttreding van [B] bij Isign.it. 3. De stellingen van partijen In conventie en in reconventie 3.1. De kantonrechter verwijst in dit verband kortheidshalve naar de inleidende dagvaarding, de pleitnotitie met daarin vervat de eis in reconventie, de door partijen overgelegde producties als ook naar hetgeen bij gelegenheid van de mondelinge behandeling naar voren is gebracht. Dit alles dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. Waar nodig zal de kantonrechter bij de beoordeling van het geschil nader ingaan op de wederzijdse standpunten van partijen. 4. Het voorlopig oordeel van de kantonrechter In conventie en in reconventie 4.1. [B] vordert in deze kort geding procedure – kort samengevat – dat de kantonrechter zal bepalen dat het [B] wordt toegestaan per 1 november 2008 bij Insign.it. in dienst te treden. Daarnaast vordert [B] vernietiging dan wel schorsing dan wel matiging van het concurrentiebeding en veroordeling van ISL tot betaling van een maandelijkse vergoeding van EUR 3.213,20 vanaf 1 november 2008 tot zo lang er voor [B] beperkingen voortvloeien uit het concurrentiebeding, dit alles met veroordeling van ISL in de kosten van dit kort geding. 4.2. [B] stelt zich op onder meer het standpunt dat het concurrentiebeding onder dwang tot stand gekomen is, disproportioneel is en een aantasting vormt voor het grondrecht dat [B] heeft op een vrije arbeidskeuze. 4.3. ISL heeft in haar verweer de stellingen van [B] nadrukkelijk betwist. Bij de overgang van het “oude” ISL naar het “nieuwe” ISL – ISL is thans een zelfstandig opererende dochter van het Paradigit-concern – zijn nieuwe contracten opgesteld. Daarbij zijn de bepalingen omtrent het concurrentiebeding ten faveure van de werknemers bijgesteld. ISL heeft groot belang bij handhaving van het concurrentiebeding, gelet op het feit dat er reeds eerder veel know how binnen haar organisatie richting Insign.it is gegaan. 4.4. De kantonrechter komt – gezien de stukken en gehoord partijen – tot de navolgende overwegingen. 4.5. De kantonrechter stelt voorop dat het grondwettelijk gewaarborgde recht van de werknemer op vrijheid van arbeidskeuze slechts kan worden beperkt met een concurrentiebeding voor zover de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij de bescherming van dat beding. Een dergelijk belang kan zijn gelegen in het voorkomen van een situatie dat met de indiensttreding van de werknemer bij een concurrerende onderneming die onderneming een ongerechtvaardigd voordeel verkrijgt ten laste van het bedrijfsdebiet van de werkgever. 4.6. [B] stelt dat ISL in casu een belang zoals in 4.5. omschreven ontbeert. De kantonrechter overweegt daaromtrent het navolgende. Uit de processtukken en uit hetgeen door partijen ter zitting naar voren is gebracht is voldoende komen vast te staan dat ISL en Insign.it zich in hetzelfde segment van de IT-markt begeven. De stelling van [B] dat Insign.it zich op een veel hoger niveau beweegt is onvoldoende onderbouwd. Vooralsnog is de kantonrechter van oordeel dat ISL en Insign.it moeten worden beschouwd als rechtstreekse concurrenten. 4.7. [B] heeft gesteld dat de bedrijfsbelangen van ISL voldoende worden afgeschermd met het relatiebeding en het geheimhoudingsbeding. ISL heeft benadrukt dat het haar met name te doen is om de kennisoverdracht die bij een overgang van [B] naar Insign.it plaats vindt. [B] heeft dit standpunt van ISL niet weersproken. De kantonrechter is van oordeel dat ISL niet dan wel onvoldoende gebaat is bij enkel de naleving van het relatiebeding en geheimhoudingsbeding. Het is evident dat het ISL met name te doen is om [B] er van te weerhouden in dienst te treden bij Insign.it. ISL zag reeds eerder medewerkers de overstap maken naar Insign.it en zij kiest thans voor bescherming van haar eigen onderneming. ISL heeft er alle belang bij het kennisniveau van haar eigen organisatie op peil te houden. Het concurrentiebeding is er juist mede voor bedoeld om het uitwaaieren van specifieke know how naar concurrerende bedrijven te voorkomen en de eigen mensen binnen boord te houden. 4.8. Voorts overweegt de kantonrechter dat uit de stukken alsook uit de ter zitting gegeven toelichting op dat punt in onvoldoende mate is gebleken dat [B] onder dwang akkoord is gegaan met het concurrentiebeding. Het is de vrije keuze van [B] geweest om de arbeidsovereenkomst met ISL aan te gaan dan wel te continueren. Geenszins is gebleken dat [B] daarbij bijzonder onder druk is gezet. Dat [B] destijds als gevolg van zijn privé-situatie op dat moment groot belang had bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst is zeer begrijpelijk, maar het voert te ver om dit gegeven thans tegen ISL te gebruiken. 4.9. Uit de stukken en uit hetgeen door [B] ter zitting naar voren is gebracht is niet komen vast te staan dat ISL hem onredelijk behandelt door hem te houden aan het concurrentiebeding. ISL heeft van meet af aan te kennen gegeven dat zij niet zou instemmen met een indiensttreding van [B] bij Insign.it. Uit de ter zitting getoonde arbeidsovereenkomst blijkt dat deze reeds op 8 augustus 2008 is aangegaan. [B] stelt weliswaar dat hij deze arbeidsovereenkomst op een later tijdstip heeft ondertekend, maar dat laat onverlet dat [B] reeds op 8 augustus 2008 vastomlijnde plannen had omtrent de indiensttreding bij Insign.it. [B] heeft desondanks toch de gok gewaagd, wetende dat ISL ernstig bezwaar zou maken bij een overgang naar Insign.it. Het feit dat ISL zich bij de overstap van andere werknemers flexibeler heeft opgesteld doet daar niet aan af. Dit betekent immers niet dat ISL daardoor gehouden is bij het vertrek van andere werknemers eenzelfde houding aan te nemen. Het behoort tot de beleidsvrijheid van ISL om van geval tot geval te bekijken of strikte naleving van het concurrentiebeding geboden is. 4.10. Door [B] zijn met betrekking tot zijn belang onvoldoende feiten en omstandigheden naar voren gebracht die zwaarder wegen dan het belang dat ISL heeft bij handhaving van het concurrentiebeding. De kantonrechter ziet dan ook geen aanleiding de door [B] gevraagde toestemming tot in diensttreding bij Insign.it toe te wijzen noch het concurrentiebeding te vernietigen dan wel te schorsen of te matigen 4.11. Evenmin ziet de kantonrechter aanleiding aan ISL de verplichting op te leggen aan [B] een maandelijkse vergoeding uit te keren. Immers is niet gebleken dat het voor [B] volstrekt onmogelijk is om elders aan de slag te gaan. Ook is niet althans onvoldoende komen vast te staan een dienstverband bij Insign.it een aanzienlijke verbetering van [B]s’ financiële positie zou betekenen. 4.12. Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de vorderingen van [B] zullen worden afgewezen. In reconventie 4.12. ISL vordert in reconventie dat de kantonrechter [B] zal verbieden gedurende zes maanden nadat de arbeidsovereenkomst met ISL is beëindigd - ergo 1 mei 2009 - bij Insign.it in loondienst te treden, zulks op straffe van een onmiddellijk te verbeuren dwangsom van EUR 4.537,00 en te vermeerderen met een bedrag van EUR 226,00 voor elke dag dat een eventuele overtreding voortduurt. 4.13. Afwijzing van de vordering in conventie betekent impliciet dat de reconventionele vordering voor toewijzing gereed ligt. Zoals hiervoor in conventie reeds is overwogen heeft ISL alle belang bij handhaving van het concurrentiebeding om zodoende te verhinderen dat [B] voor Insign.it werkzaamheden – al dan niet tegen betaling – gaat verrichten. Het verbod zoals dat door ISL in reconventie is geformuleerd is dan ook alleszins legitiem en ook de daaraan gekoppelde sanctie – het verbeuren van dwangsommen – komt de kantonrechter niet onredelijk voor. In conventie en in reconventie 4.14. [B] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure in kort geding worden veroordeeld. 5. BESLISSING IN KORT GEDING In conventie 5.1. Wijst de vordering af. In reconventie 5.2. Verbiedt [B] om gedurende een periode van zes maanden nadat de arbeidsovereenkomst met ISL is beëindigd (1 november 2008) – derhalve tot 1 mei 2009 – in loondienst te treden bij Insign.it B.V., gevestigd en kantoorhoudend te 5916 PJ Venlo aan de Noorderpoort 69, dan wel om niet dan wel tegen betaling voor deze onderneming direct of indirect werkzaamheden te verrichten, zulks op straffe van een onmiddellijk zonder rechterlijke tussenkomst opeisbare dwangsom van EUR 4.537,00, te vermeerderen met een bedrag van EUR 226,00 voor elke dag dat een eventuele overtreding voortduurt. In conventie en in reconventie 5.3. Veroordeelt [B] in de kosten van dit geding aan de kant van ISL gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op EUR 400,00, waarin begrepen een bedrag van EUR 200,00 als salaris voor de gemachtigde. 5.4. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. O.M. de Lange, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 november 2008, in tegenwoordigheid van de griffier.