
Jurisprudentie
BG5216
Datum uitspraak2008-11-18
Datum gepubliceerd2008-11-26
RechtsgebiedVreemdelingen
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Zittingsplaats's-Hertogenbosch
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersAWB 08/37640
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-11-26
RechtsgebiedVreemdelingen
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Zittingsplaats's-Hertogenbosch
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersAWB 08/37640
Statusgepubliceerd
Indicatie
Vreemdelingenbewaring / Beroep ingesteld voordat het eerdere vervolgberoep ongegrond is verklaard / Beroep niet-ontvankelijk
Artikel 96, eerste lid, van de Vw 2000 bepaalt dat alleen een vervolgberoep kan worden ingediend als een eerste beroep tegen de oplegging van de maatregel ongegrond is verklaard. Hoewel de uitspraak van 23 oktober 2008 een vervolgberoep en geen eerste beroep betrof, is de rechtbank niettemin van oordeel dat naar analogie van het bepaalde in artikel 96 voornoemd een vervolgberoep pas ontvankelijk is indien het voorgaande vervolgberoep ongegrond is verklaard. Nu het onderhavige beroep is ingesteld voordat de rechtbank het eerdere vervolgberoep ongegrond heeft verklaard, is eiser niet ontvankelijk in zijn beroep.
Artikel 96, eerste lid, van de Vw 2000 bepaalt dat alleen een vervolgberoep kan worden ingediend als een eerste beroep tegen de oplegging van de maatregel ongegrond is verklaard. Hoewel de uitspraak van 23 oktober 2008 een vervolgberoep en geen eerste beroep betrof, is de rechtbank niettemin van oordeel dat naar analogie van het bepaalde in artikel 96 voornoemd een vervolgberoep pas ontvankelijk is indien het voorgaande vervolgberoep ongegrond is verklaard. Nu het onderhavige beroep is ingesteld voordat de rechtbank het eerdere vervolgberoep ongegrond heeft verklaard, is eiser niet ontvankelijk in zijn beroep.
Uitspraak
RECHTBANK ’s-GRAVENHAGE
Nevenzittingsplaats ’s-Hertogenbosch
Sector bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 08/37640
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 november 2008
inzake
[eiser],
geboren op [1965],
nationaliteit Turkse,
verblijvende te Dordrecht in de penitentiaire inrichting (detentieboot),
eiser,
gemachtigde mr. A.J. Eertink,
tegen
de staatssecretaris van Justitie,
te Den Haag,
verweerder,
gemachtigde mr. M.A.M. Janssen.
Procesverloop
Op 12 augustus 2008 is eiser op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) in bewaring gesteld.
Bij uitspraken van de rechtbank, zittinghoudende te ’s-Hertogenbosch, van 1 september 2008, 7 oktober 2008 en 23 oktober 2008, zijn eerdere beroepen, strekkende tot opheffing van de vreemdelingenbewaring, ongegrond verklaard.
Eiser heeft op 21 oktober 2008 beroep ingesteld tegen het voortduren van de vrijheidsontneming. Voorts is om schadevergoeding verzocht.
Naar aanleiding van het beroep heeft verweerder op 27 oktober 2008 een voortgangsrapportage ingezonden. De gemachtigde van eiser heeft hierop, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, gereageerd bij schrijven van 28 oktober 2008.
De zaak is behandeld op de zitting van 11 november 2008, waar eiser noch zijn gemachtigde is verschenen. Verweerder is verschenen bij gemachtigde.
Overwegingen
1. De eerste vraag waarvoor de rechtbak zich thans gesteld ziet en die beantwoording behoeft is of eiser in zijn beroep kan worden ontvangen. Dienaangaande wordt als volgt overwogen.
2. Vast staat dat ten tijde van de indiening van het onderhavige beroepschrift op 21 oktober 2008, in deze zaak al een beroep aanhangig was, waarin op 23 oktober 2008, dus twee dagen na het indienen van het onderhavige beroepschrift, uitspraak is gedaan.
3. Artikel 96, eerste lid, van de Vw 2000 bepaalt dat alleen een vervolgberoep kan worden ingediend als een eerste beroep tegen de oplegging van de maatregel ongegrond is verklaard.
Hoewel de uitspraak van 23 oktober 2008 een vervolgberoep en geen eerste beroep betrof, is de rechtbank niettemin van oordeel dat naar analogie van het bepaalde in artikel 96 voornoemd een vervolgberoep pas ontvankelijk is indien het voorgaande vervolgberoep ongegrond is verklaard.
Nu het onderhavige beroep is ingesteld voordat de rechtbank het eerdere vervolgberoep ongegrond heeft verklaard, is eiser niet ontvankelijk in zijn beroep.
4. Beslist wordt als volgt.
Beslissing
De rechtbank,
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gedaan door mr. E.H.M. Druijf als rechter in tegenwoordigheid van P. Bijen als griffier en in het openbaar uitgesproken op 18 november 2008.