
Jurisprudentie
BG5374
Datum uitspraak2008-11-19
Datum gepubliceerd2008-11-27
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers216146 / HA ZA 06-1766
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-11-27
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers216146 / HA ZA 06-1766
Statusgepubliceerd
Indicatie
Defam aandelenleaseovereenkomst. Omdat eisers een hypotheek hadden waarbij de maandelijkse premie werd belegd is de schade bepaald op 60% door Defam en 40% voor eisers.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 216146 / HA ZA 06-1766
Vonnis van 19 november 2008
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. J.X.C. Peters,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEFAM FINANCIERINGEN B.V.,
gevestigd te Bunnik,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FORTIS BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. J.M. van Noort.
Partijen zullen hierna [eiser] en Defam cs, althans afzonderlijk Defam en FBN genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 mei 2008
- de aktes aan de zijde van [eiser] en Defam cs.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
in conventie
2.1. In het tussenvonnis van 28 mei 2008 is geoordeeld dat Defam bij het aangaan van de aandelenleaseovereenkomst met [eiser] heeft gehandeld in strijd met de op haar rustende zorgplicht. Teneinde de schade te kunnen vaststellen alsmede in hoeverre een gedeelte van de schade voor rekening dient te blijven van [eiser] in het kader van het beroep van Defam op eigen schuld van [eiser], heeft de rechtbank in het tussenvonnis partijen in de gelegenheid gesteld stellingen nader te onderbouwen. In concreto dient [eiser] nader te onderbouwen dat hij de door hem vooruitbetaalde rente van EUR 10.360,00 niet in mindering heeft gebracht op zijn belastbaar inkomen en daarmee belasting heeft bespaard (rechtsoverweging 4.23). Defam dient nader te onderbouwen dat aan [eiser] dividend is uitgekeerd (rechtsoverweging 4.24). Ten slotte dient [eiser] nadere informatie te verschaffen over zijn opleiding en die van mevrouw [partner van eiser], hun gezamenlijke inkomen, alsmede van de waarde van het door hen bewoonde huis en de daarop rustende hypotheek, alles ten tijde van het afsluiten van de aandelenleaseovereenkomst (rechtsoverweging 4.30).
Renteaftrek
2.2. Met betrekking tot de vraag of [eiser] de door hem vooruit betaalde rente in mindering heeft gebracht op zijn belastbaar inkomen in 2000 (ten onrechte heeft de rechtbank in het tussenvonnis 2001 vermeld) heeft [eiser] ‘Bijlage bij aangifte inkomstenbelasting 2000 tnv [eiser]’ overgelegd. Over andere stukken beschikt [eiser] niet meer. Uit deze bijlage blijkt volgens [eiser] dat hij de rente van EUR 10.360,00 niet heeft afgetrokken van zijn belastbare inkomen. [eiser] betwist ook dat dat bedrag door hem kon worden afgetrokken.
Defam heeft betwist dat van de door [eiser] overgelegde bijlage kan worden uitgegaan en maakt aanspraak op een vermindering van de door [eiser] geleden schade met EUR 6.216,00 (60% van 10.360,00).
2.3. De rechtbank stelt allereerst vast dat [eiser] blijkens de aandelenleaseovereenkomst in 2000 een bedrag van EUR 10.360,00 aan rente bij vooruitbetaling diende te voldoen in één termijn. Deze rente was voor [eiser] fiscaal aftrekbaar.
[eiser] heeft niet aangetoond dat deze rente door hem niet is afgetrokken, nu door hem geen kopie van de aangifte over 2000 en de aanslag is overgelegd waaruit dat blijkt. Het door hem in het geding gebrachte document heeft onvoldoende bewijskracht om daar vanuit te kunnen gaan.
[eiser] heeft zich verder niet verweerd tegen de onderbouwde stellingname van Defam dat rekening moet worden gehouden met een belastingvoordeel van EUR 6.216,00, zodat de rechtbank daarvan uit zal gaan.
Dividend
2.4. Met betrekking tot de door Defam overgelegde stukken is de rechtbank – met [eiser] – van oordeel dat daaruit niet kan worden afgeleid dat het dividend ook daadwerkelijk is uitbetaald aan [eiser], nu daarop ook andere rekeningnummers staan vermeld dan de kennelijk op naam van [eiser] en [partner van eiser] staande rekening met nummer [rekeningnummer]. Uit deze documenten kan niet worden afgeleid dat de vermelde dividenden daadwerkelijk zijn overgeboekt op dit rekeningnummer. De rechtbank zal derhalve geen rekening houden met deze dividenden. Dat geldt ook voor het door Defam gestelde bedrag van EUR 164,00 dat [eiser] kennelijk had kunnen ontvangen in verband met zijn Ahold aandelen. Niet is gebleken dat [eiser] dat heeft ontvangen, althans dat aan hem is te wijten dat hij dat niet heeft ontvangen.
Eigen schuld
2.5. Uit hetgeen door [eiser] bij akte is gesteld, volgt dat hij geen opleiding heeft afgerond. Mevrouw [partner van eiser] heeft de Mavo afgerond en een opleiding voor receptioniste bij Schoevers. [eiser] had ten tijde van het ondertekenen van de aandelenleaseovereenkomst op 25 oktober 2000 geen werk. Vanaf 1 november 2000 kreeg hij een WW-uitkering. [eiser] bewoonde toentertijd samen met mevrouw [partner van eiser] een woning met een WOZ waarde van ruim EUR 270.000,00 en een hypotheek van circa EUR 400.000,00. De rechtbank verwijst ook naar hetgeen in het tussenvonnis onder 4.30 al is opgenomen over de persoonlijke omstandigheden van [eiser] en [partner van eiser].
2.6. Defam heeft in dit verband aangevoerd dat [eiser] in een luxe villa woonde en bankierde bij Staal Bankiers. Voorts beschikte [eiser] over een boot en hadden zij net een Golf Cabrio aangeschaft. Gezien het inkomen van [eiser] bij Mexx en het feit dat [eiser] een eigen bedrijf is begonnen, waar hij verantwoordelijk is voor marketing en sales, kan zijn gebrek aan opleiding niet leiden tot het uitgangspunt dat hij ook een laag denkniveau had. Ten slotte had [eiser] een hypotheek met een maandelijkse premie die werd belegd in het Abn Amro Global Fund. Op die grond is Defam van oordeel dat er evenmin sprake is van causaal verband tussen de schending van de zorgplicht en het aangaan van de aandelenleaseovereenkomst.
2.7. Met Defam is de rechtbank van oordeel dat – gezien het door [eiser] gerealiseerde inkomen en ook het door [eiser] en [partner van eiser] bewoonde huis – niet kan worden uitgegaan van een laag denkniveau. Daar staat tegenover dat [eiser] een beperkte levenservaring had en dat de door [eiser] en [partner van eiser] bewoonde woning – in ieder geval ten tijde van het aangaan van de overeenkomst – geen overwaarde had. Van ander vermogen van enige substantiële omvang is evenmin gebleken. Gezien echter ook het feit zij de door hen betaalde maandelijkse premie in verband met de hypotheek lieten beleggen, is er aanleiding om de schadeverdeling te wijzigen in die zin dat Defam 60 % van de schade dient te dragen en [eiser] 40 %. [eiser] en [partner van eiser] hadden kennelijk immers wel enige beleggingservaring. De rechtbank ziet in het beleggen van de hypotheek premie onvoldoende aanleiding om terug te komen op haar oordeel dat het causaal verband tussen schending van de zorgplicht en het afsluiten van de aandelenleaseovereenkomst voldoende aannemelijk is.
Recapitulatie
2.8. Resumerend is de schade als volgt te begroten:
Restschuld EUR 11.701,90
Door [eiser] betaalde rente 10.360,00
Subtotaal 22.061,90
Door [eiser] genoten belastingvoordeel -/- 6.216,00
Totaal EUR 15.845,90
Hiervan is 40 % voor rekening van [eiser]; EUR 6.338,36 en 60 % voor rekening van Defam EUR 9.507,54. Per saldo door [eiser] aan Defam te voldoen EUR 2.194,36 (11.701,90 minus 9.507,54). Nu de door [eiser] en Defam geclaimde rente voor wat betreft de ingangsdatum nauwelijks afwijkt, zal de rechtbank uitgaan van door [eiser] verschuldigde rente over voormeld bedrag vanaf 29 december 2005.
2.9. De gevorderde verklaring voor recht dat Defam onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser] zal worden toegewezen.
in reconventie
2.10. Onder verwijzing naar hetgeen in conventie is overwogen, zal [eiser] worden veroordeeld om aan Defam EUR 2.194,36 te voldoen te vermeerderen met de contractueel verschuldigde rente van 9,2 % vanaf 29 december 2005.
in conventie en reconventie
2.11. Nu partijen – gezien de samenhang tussen conventie en reconventie – over en weer gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld, zal de rechtbank de proceskosten compenseren.
3. De beslissing
De rechtbank
in conventie
3.1. verklaart voor recht dat Defam onrechtmatig heeft gehandeld ten opzichte van [eiser],
3.2. wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
3.3. veroordeelt [eiser] om aan Defam te betalen de somma van EUR 2.194,36 (zegge tweeduizend eenhonderd vierennegentig euro en zesendertig eurocent), te vermeerderen met rente van 9,2 % vanaf 29 december 2005,
3.4. verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.T. van Rens en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2008.