Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG5499

Datum uitspraak2008-10-31
Datum gepubliceerd2008-11-27
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers15/801270-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Artikel 18 en 40 Geneesmiddelenwet: Uitvoer en op voorraad hebben van mCPP (metachloorphenylpiperazine). De vraag of verdachte op de hoogte was van het feit dat het strafbaar is om dergelijke pillen uit te voeren, doet niet ter zake, aangezien voor dit (economische) delict slechts ‘kleurloos opzet’ is vereist. Het verweer van de raadsman, dat verdachte niet in strijd heeft gehandeld met het doel van de Geneesmiddelenwet houdt geen stand. Het gevaar voor de volksgezondheid is geen criterium voor de strafbaarheid op grond van artikel 18 en/of 40 van de Geneesmiddelenwet. Geen straf overeenkomstig de richtlijnen zoals die gelden voor het bezit en/of de uitvoer van XTC-tabletten, aangezien mCPP niet is opgenomen op één van de lijsten bij de Opiumwet. Strafbaarheid van het voorhanden hebben en/of de uitvoer volgt uit de Geneesmiddelenwet en is op grond van die wet en de Wet op de economische delicten strafbaar gesteld. De rechtbank sluit daarom aan bij de straffen die gewoonlijk voor dergelijke feiten worden opgelegd. Om diezelfde reden houdt de rechtbank geen rekening met eerdere documentatie van verdachte betreffende de in-/uitvoer van synthetische drugs.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM Sector Strafrecht Locatie Schiphol Meervoudige economische strafkamer Parketnummer: 15/801270-08 Uitspraakdatum: 31 oktober 2008 Tegenspraak ingevolge art. 279 lid 2 Sv verkort strafvonnis (art. 138b Sv) Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 20 oktober 2008 in de zaak tegen: [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats], wonende te [adres]. 1. Tenlastelegging Aan verdachte is tenlastegelegd dat: (1) hij (telkens) op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 juli 2008 tot en met 17 juli 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, (meermalen) opzettelijk zonder vergunning van de Minister van Volksgezondheid geneesmiddelen, te weten een hoeveelheid pillen met het middel mCPP (metachloorphenylpiperazine) heeft uitgevoerd; (2) hij (telkens) op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 juli 2008 tot en met 17 juli 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, (meermalen) opzettelijk een geneesmiddel, te weten een hoeveelheid pillen met het middel mCPP (metachloorphenylpiperazine), waarvoor geen handelsvergunning geldt in voorraad heeft gehad. 2. Voorvragen De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging. 3. De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gerekwireerd tot: - bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten - de veroordeling van verdachte tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden - de onttrekking aan het verkeer van het op de beslaglijst onder 1 vermelde goed - de verbeurd verklaring van de op de beslaglijst onder 4, 5, 6 en 9 vermelde goederen - de teruggave aan verdachte de op de beslaglijst onder 3, 7 en 8 vermelde goederen 4. Bewijs 4.1 Bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat: (1) hij op tijdstippen in de periode van 4 juli 2008 tot en met 17 juli 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk zonder vergunning van de Minister van Volksgezondheid geneesmiddelen, te weten een hoeveelheid pillen met het middel mCPP (metachloorphenylpiperazine), heeft uitgevoerd; (2) hij op tijdstippen in de periode van 4 juli 2008 tot en met 17 juli 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk een geneesmiddel, te weten een hoeveelheid pillen met het middel mCPP (metachloorphenylpiperazine), waarvoor geen handelsvergunning geldt, in voorraad heeft gehad. Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank de tenlastelegging verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging. Hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken. 4.2 Bewijsoverweging De raadsman heeft betoogd dat het opzet bij verdachte heeft ontbroken, aangezien hij niet wist dat het uitvoeren van de pillen strafbaar was. De rechtbank verwerpt het verweer. Nu verdachte een economisch delict ten laste is gelegd, is immers niet vereist dat verdachte zogenaamd ‘boos opzet’ heeft gehad op de verweten gedragingen. Vereist is slechts dat verdachte ‘kleurloos opzet’ heeft gehad op het uitvoeren van de pillen. De vraag of verdachte op de hoogte was van het feit dat het strafbaar is om dergelijke pillen uit te voeren, doet dan ook niet ter zake. Aangezien verdachte niet heeft ontkend dat hij de pillen willens en wetens in zijn bezit heeft gehad en dat hij deze heeft willen uitvoeren naar Jakarta, Indonesië, is de rechtbank van oordeel dat verdachte het ten laste gelegde opzettelijk heeft begaan. Voorts heeft de raadsman betoogd dat verdachte niet in strijd heeft gehandeld met het doel van de Geneesmiddelenwet, te weten de bescherming van de volksgezondheid tegen de mogelijk schadelijke gevolgen van niet geregistreerde medicijnen. Verdachte had de pillen immers aangeschaft voor eigen gebruik en heeft niet het oogmerk gehad om deze aan anderen aan te bieden. De rechtbank verwerpt het verweer en stelt daarbij voorop dat het gevaar voor de volksgezondheid niet in de Geneesmiddelenwet is opgenomen als criterium voor de strafbaarheid op grond van artikel 18 en/of 40 van die wet. Gezien de bijzonder grote hoeveelheid pillen die onder verdachte zijn aangetroffen, acht de rechtbank het bovendien niet aannemelijk dat deze pillen uitsluitend bestemd waren voor eigen gebruik. 5. Strafbaarheid van de feiten Het bewezenverklaarde is strafbaar en levert op: Feit 1: opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 18 van de Geneesmiddelenwet, meermalen gepleegd, Feit 2: opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 40 van de Geneesmiddelenwet, meermalen gepleegd. 6. Strafbaarheid van verdachte Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar. 7. Motivering van de sancties en overige beslissingen 7.1 Hoofdstraf Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen. Verdachte is tot twee maal toe op de luchthaven Schiphol aangehouden terwijl hij wilde uitreizen naar Indonesië, met een aanzienlijke hoeveelheid pillen in zijn bezit. Deze pillen bleken in beide gevallen de stof mCPP (meta-chloor-phenyl-piperazine) te bevatten, een stof die volgens het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) sinds 2004 regelmatig op de Nederlandse drugsmarkt voorkomt en die behalve als zelfstandige werkzame stof in pillen ook wel in combinatie met MDMA voorkomt. Gelet op het feit dat mCPP kennelijk vaak in combinatie met of ter vervanging van MDMA wordt gebruikt en gelet op de verklaring van verdachte dat hij XTC-tabletten heeft willen kopen maar kennelijk bedrogen is door degene die de pillen aan hem heeft verkocht, heeft de officier van justitie voor haar eis aansluiting gezocht bij de richtlijnen zoals die gelden voor het bezit en de in- en/of uitvoer van XTC-tabletten. De rechtbank zal de officier van justitie hierin niet volgen en overweegt daartoe het volgende. Hoewel mCPP kennelijk als verdovend middel wordt verhandeld en gebruikt, komt het middel niet voor op één van de bij de Opiumwet behorende lijsten. Kennelijk heeft de wetgever tot op heden geen aanleiding gezien om deze stof op één van deze lijsten te plaatsen. De door verdachte gepleegde feiten zijn dan ook niet strafbaar op grond van de Opiumwet, maar vallen onder de Geneesmiddelenwet en zijn op grond van die wet en de Wet op de economische delicten strafbaar gesteld. De rechtbank acht het dan ook passend om aansluiting te zoeken bij de straffen die voor dergelijke feiten gewoonlijk worden opgelegd. Daarnaast acht de rechtbank, in tegenstelling tot de officier van justitie, niet bewezen dat de vier pakketten pillen met een totaal gewicht van 887,4 gram, welke op 5 juli 2008, daags na de eerste aanhouding van verdachte, zijn aangetroffen bij de gate waar verdachte was aangehouden, aan verdachte zijn te koppelen. De rechtbank gaat voor wat betreft de strafmaat dan ook uit van een beduidend kleinere hoeveelheid pillen, in totaal 600 gram, dan de officier van justitie aan haar eis ten grondslag heeft gelegd. De rechtbank heeft voorts geen rekening gehouden met de uit het Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 18 juli 2008 blijkende eerdere veroordeling van 17 oktober 2007 voor de invoer/uitvoer van synthetische drugs, nu dit een overtreding van de Opiumwet betrof en niet, zoals in het onderhavige geval, een overtreding van de Geneesmiddelenwet. Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een geldboete van na te noemen hoogte moet worden opgelegd. Voorts is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat deze vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaar opdat verdachte er tijdens die proeftijd van wordt weerhouden strafbare feiten te begaan. 7.2 Verbeurdverklaring De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten twee vliegtickets, een claimtag en een elektronisch vliegticket dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat het bewezenverklaarde feit met behulp van die voorwerpen, die aan verdachte toebehoren, is begaan of voorbereid. 7.3 Onttrekking aan het verkeer (36c) De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten 869 roze pillen, bevattende mCPP en verpakkingsmateriaal, dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de bewezenverklaarde feiten met betrekking tot die voorwerpen zijn begaan. Het ongecontroleerde bezit van voormelde, onder verdachte inbeslaggenomen pillen is in strijd met de wet en het algemeen belang. 8. Toepasselijke wettelijke voorschriften De volgende wetsartikelen zijn van toepassing: Wetboek van Strafrecht: art. 14a, 14b, 14c, 23, 33, 33a, 36b, 36c, 57, Wet op de economische delicten: art. 1, 6, Geneesmiddelenwet: art. 18, 40. 9. Beslissing De rechtbank: Verklaart bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.1 vermeld. Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij. Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 5 vermelde strafbare feiten opleveren. Verklaart verdachte hiervoor strafbaar. Veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 2000,- (tweeduizend) euro, subsidiair 40 dagen hechtenis, met dien verstande dat voor iedere dag die verdachte in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, 50 euro, subsidiair één dag hechtenis, in mindering zal worden gebracht. Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden, met bevel dat deze straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte zich voor het einde van de op twee jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Verklaart verbeurd: - twee vliegtickets KLM - een document, zijnde een zogenaamde claimtag - een elektronisch vliegticket van KLM Onttrekt aan het verkeer: - 869 roze pillen, bevattende mCPP en het bijbehorende verpakkingsmateriaal Gelast de teruggave aan verdachte van: - een grijs GSM-toestel van het merk Nokia - een Nederlands nationaal paspoort, nr. [nummer] - een notitie van T-mobile betreffende een pin/puk code 10. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum Dit vonnis is gewezen door mr. F.F.W. Brouwer, voorzitter, mr. H.J.M. Burg en mr. J. Candido, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. C.M. Brugman, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 oktober 2008.