Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG5510

Datum uitspraak2008-11-24
Datum gepubliceerd2008-11-28
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers08 / 324 BESLU W1 A
Statusgepubliceerd


Indicatie

Betreft de oplegging van een bestuurlijke boete van EUR 10.000,-- wegens overtreding van artikel 71k, vijfde lid, van de Mediawet, bestaande uit het sponsoren van het ANP-nieuws in de radioprogramma’s Hotradio 93FM en Hotradio Plus.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Sector bestuursrecht Registratienummer: 08 / 324 BESLU W1 A uitspraak van de enkelvoudige kamer in het geschil tussen: Telecom Vision International B.V., gevestigd te Almelo, eiseres, en het Commissariaat voor de Media, gevestigd te Hilversum, verweerder. gemachtigde: mr. G.H.L. Weesing, advocaat te Amsterdam. 1. Aanduiding bestreden besluit Besluit van verweerder d.d. 21 februari 2008. 2. Procesverloop Bij besluit van 13 november 2007 heeft verweerder aan eiseres een bestuurlijke boete van EUR 10.000,-- opgelegd wegens overtreding van artikel 71k, vijfde lid, van de Mediawet, bestaande uit het sponsoren van het ANP-nieuws in de radioprogramma’s Hotradio 93FM en Hotradio Plus. Tegen dit besluit heeft eiseres op 24 december 2007 bezwaar gemaakt. Eiseres is op 31 januari 2008 over haar bezwaren gehoord. Bij het bestreden besluit heeft verweerder op de daarin vervatte gronden welke hier als herhaald en ingelast worden beschouwd, het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard en de opgelegde bestuurlijke boete gehandhaafd. Tegen dit besluit heeft eiseres op 26 maart 2008 beroep ingesteld. Het beroepschrift is op 27 maart 2008 ontvangen door verweerder. Verweerder heeft het beroepschrift op 27 maart 2008 doorgezonden naar de rechtbank, waar het op 28 maart 2008 is ingekomen. Eiseres heeft de gronden van het beroep ingediend bij aanvullend beroepschrift van 6 mei 2008. Verweerders gemachtigde heeft op 23 juni 2008 een verweerschrift ingediend. Het beroep is behandeld ter openbare zitting van de rechtbank van 13 november 2008, waar eiseres niet is verschenen. Verweerder is, daartoe opgeroepen, verschenen bij gemachtigden mr. G.H.L. Weesing, voornoemd, en mr. I.E. Wiendels. 3. Overwegingen In geschil is de vraag of verweerder bij het bestreden besluit op goede gronden heeft besloten het bezwaar van eiseres tegen de haar opgelegde bestuurlijke boete van EUR 10.000,--wegens overtreding van artikel 71k, vijfde lid, van de Mediawet, ongegrond te verklaren en de opgelegde boete te handhaven. Dienaangaande overweegt de rechtbank het volgende. Artikel 48 van de Mediawet bepaalt dat iedere instelling die zendtijd heeft verkregen, onverminderd het bij of krachtens de wet bepaalde, vorm en inhoud van haar programma bepaalt en verantwoordelijk is voor hetgeen in haar zendtijd wordt uitgezonden. Op grond van artikel 71k, vijfde lid, van de Mediawet worden programmaonderdelen van commerciële omroepinstellingen die toestemming hebben verkregen, bestaande uit nieuws, actualiteiten of politieke informatie, niet gesponsord. Ingevolge artikel 135, eerste lid, aanhef en onder b, van de Mediawet, voor zover thans van belang, kan het Commissariaat bij overtreding van artikel 71k van die wet de verzorger van een programma dat door middel van een omroepzender of een omroepnetwerk wordt uitgezonden en de aanbieder van een omroepzender of een omroepnetwerk een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste EUR 135.000 per overtreding. Voor de vaststelling van de hoogte van de bestuurlijke boete hanteert verweerder, met inachtneming van de in artikel 135 van de Mediawet neergelegde boetemaxima en op grond van de Beleidslijn Sanctiemaatregelen 2007 (hierna: de Beleidsregels), drie boetecategorieën met bijbehorende bandbreedtes. De indeling van een overtreding in een boetecategorie is afhankelijk van de aard, ernst en – voor zover relevant – de duur van de overtreding. Aan de hand van boeteverhogende en boeteverlagende omstandigheden wordt de hoogte van de boete vastgesteld. Blijkens de stukken verspreidt eiseres op Hotradio 93FM en Hotradio Plus het programma-onderdeel ANP Nieuws. Dit programmaonderdeel bestaat uit een nieuwsbulletin van enkele minuten dat op het hele uur wordt verspreid. De zenders Hotradio 93FM en Hotradio Plus zijn te beluisteren via de ether, de kabel en via live-streams op het internet. Op donderdag 2 augustus 2007 heeft verweerder - volgens de verklaring van zijn gemachtigde ter zitting naar aanleiding van een door een andere omroep ingediende klacht - om 09.00 en 10.00 uur op Hotradio 93FM en om 11.00 en 12.00 uur op Hotradio Plus via beluistering van de live-streams op het internet geconstateerd dat het programmaonderdeel werd afgesloten met de sponsorvermelding: “Het ANP Nieuws wordt mede mogelijk gemaakt door Holtkamp Bouw.nl, uw partner voor een betaalbare woning”. Hiermee heeft eiseres zich volgens verweerder schuldig gemaakt aan overtreding van het sponsorverbod van artikel 71k, vijfde lid, van de Mediawet. Verweerder heeft eiseres daarom wegens overtredingen van artikel 71k, vijfde lid, van de Mediawet een bestuurlijke boete opgelegd van EUR 10.000,--, welke bij het bestreden besluit is gehandhaafd. Eiseres kan zich niet met deze boeteoplegging verenigen. In beroep is - kort samengevat - aangevoerd dat de gewraakte sponsorvermeldingen vóór het ANP-nieuws uitsluitend via de live-streams op het internet zijn uitgezonden. De live-streams vallen volgens eiseres buiten de Nederlandse omroepwet, waardoor de invulling daarvan naar haar mening binnen redelijke grenzen vrij en niet aan voorwaarden verbonden is. Reclame- en sponsorvermeldingen kunnen volgens eiseres dan ook zonder beperkingen worden ingezet. Verder betwist eiseres dat de programma’s die via de live-streams op het internet worden aangeboden volledig overeenkomen met de radio-uitzendingen via ether en kabel, met uitzondering van verkeers- en flitsinformatie en het regionieuws. Eiseres merkt op dat, in afwijking van reguliere uitzendingen via de ether en de kabel, op ieder door haar gewenst moment andere informatie via de live-streams kan worden ingevoegd, hetgeen volgens eiseres dan ook regelmatig en ook in het kader van de gewraakte sponsorvermeldingen is gebeurd. Dat de sponsorvermeldingen via ether en kabel hebben plaatsgevonden berust naar de mening van eiseres slechts op een aanname van verweerder die zij betwist. Eiseres stelt bovendien dat verweerder in deze niet de bevoegdheid heeft een bestuurlijke boete op te leggen aangezien zij geen toezichthoudende taak uitoefent op programma’s die via het internet worden aangeboden. In het verweerschrift voert verweerders gemachtigde aan dat eiseres desgevraagd heeft erkend dat de programma’s die via het internet te beluisteren waren identiek waren aan de programma’s die via de ether en de kabel werden verspreid, met uitzondering van de verkeersinformatie, flitsinformatie en het regionieuws. Volgens verweerder heeft eiseres aldus erkend dat het ANP-nieuws met de gewraakte sponsorvermeldingen in genoemde periode via de ether en kabel zijn uitgezonden. Verweerders gemachtigde wijst er voorts op dat eiseres pas in beroep voor het eerst de stelling heeft betrokken dat de gewraakte uitzendingen van het ANP-nieuws uitsluitend via het internet zijn aangegeven en dat dit al in de hoorzitting tijdens de bezwaarprocedure op 31 januari 2008 zou zijn aangegeven. Volgens verweerders gemachtigde is dit onjuist gelet op het verslag van de hoorzitting en de daaraan gehechte pleitnota. Naar de mening van verweerders gemachtigde is dan ook vast te stellen dat eerst in beroep door eiseres wordt betwist dat de gewraakte sponsorvermeldingen (ook) via de ether en kabel zijn uitgezonden. Dit valt naar de mening van verweerder niet te rijmen met hetgeen eiseres eerder zelf heeft aangegeven en desgevraagd heeft erkend. Dit betoog van eiseres kan naar de mening van verweerder dan ook niet leiden tot vernietiging van het bestreden besluit. De rechtbank overweegt dienaangaande het navolgende. Ingevolge artikel 135, eerste lid, van de Mediawet – voor zover hier van belang - kan verweerder aan de verzorger van een programma dat door middel van een omroepzender of een omroepnetwerk wordt uitgezonden een bestuurlijke boete opleggen. In artikel 1, aanhef en onder o, van de Beleidslijn wordt onder een omroepzender verstaan een radiozend-apparaat als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel ii, van de Telecommunicatiewet, dat wil zeggen een specifieke combinatie van verschillende soorten apparaten en eventuele andere inrichtingen, die samengebouwd, geïnstalleerd en bestemd zijn voor permanent gebruik op een van te voren vastgestelde locatie, dat wordt gebruikt of medegebruikt voor het uitzenden van programma’s. Onder omroepnetwerk wordt volgens artikel 1, aanhef en onder q, van de Beleidslijn verstaan: een elektronisch communicatienetwerk, als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel e, van de Telecommunicatiewet, dat wil zeggen [een geheel van] transmissiesyste-men, waaronder mede begrepen de schakel- of routeringsapparatuur en andere middelen, die het mogelijk maken signalen over te brengen via kabels, radiogolven, optische of andere elektromagnetische middelen, waaronder satellietnetwerken, vaste en mobiele terrestrische netwerken, elektriciteitsnetten, voor zover deze voor overdracht van signalen worden gebruikt en netwerken voor radio- en televisieomroep en kabeltelevisienetwerken, ongeacht de aard van de overgebrachte informatie, dat wordt gebruikt om, hoofdzakelijk met gebruik van kabels, programma’s te verspreiden. Uit het vorenstaande volgt dat verweerder slechts bevoegd is een bestuurlijke boete op te leggen aan de verzorger van een radioprogramma dat via een ether of via de kabel wordt uitgezonden en derhalve niet aan de verzorger van een programma dat uitsluitend via het internet wordt aangeboden. In het zich onder de gedingstukken bevindende verslag van de hoorzitting van 9 oktober 2007, welke voorafgaande aan het primaire besluit heeft plaatsgevonden, is vermeld dat de heer [naam], directeur van eiseres, desgevraagd heeft verklaard dat de gewraakte sponsormededeling elk uur na het ANP-nieuws is uitgezonden, en dat de zenders zijn te beluisteren via de ether, de kabel en het internet. De rechtbank ziet niet in waarom eiseres niet aan deze verklaring van haar directeur gehouden kan worden. De latere verklaringen van [naam] dat de gewraakte sponsorvermeldingen uitsluitend via de beide internet live-streams van Hotradio Plus en Hotradio 93FM op het internet hebben plaatsgevonden en dat deze niet via de ether- en kabelfrequenties zijn verspreid, acht de rechtbank niet geloofwaardig, temeer nu [naam] zijn verklaring van 9 oktober 2007 niet spontaan heeft herroepen doch eerst nadat hij was geconfronteerd met de consequenties van zijn verklaring. Gelet op het vorenstaande staat naar het oordeel van de rechtbank voldoende vast dat de gewraakte sponsormeldingen voor of na de ANP-nieuwsuitzendingen door eiseres naast verspreiding via de live-streams van Hotradio Plus en Hotradio 93FM op het internet ook zijn uitgezonden via de ether en de kabel, zodat zij zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van het sponsorverbod van artikel 71k, vijfde lid, van de Mediawet. Gelet op het bepaalde in artikel 135 van de Mediawet, was verweerder daarom bevoegd om eiseres in verband daarmee een bestuurlijke boete op te leggen. Overtreding van dit artikel 71k, vijfde lid, van de Mediawet wordt door verweerder aangemerkt als een ernstige overtreding. Hierbij heeft verweerder overwogen dat het sponsorverbod met betrekking tot programmaonderdelen bestaande uit nieuws en actualiteiten elk risico van commerciële beïnvloeding van dergelijke programma’s beoogt uit te sluiten. Op grond van de artikelen 2.4 en 2.11 van de Beleidslijn geldt voor eiseres als een regionale commerciële omroep met een publieksbereik van meer dan 500.000 huishoudens een bandbreedte tussen EUR 0 en EUR 20.000,--. Op grond van artikel 2.10 van de Beleidsregels wordt in beginsel uitgegaan van het middelen van de bandbreedte (EUR 10.000,--). Verweerder heeft geen reden gezien om in dit geval anders te oordelen en heeft eiseres daarom wegens overtredingen van artikel 71k, vijfde lid, van de Mediawet een bestuurlijke boete opgelegd van EUR 10.000,--. Deze boete is bij het bestreden besluit gehandhaafd. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 11 juli 2007, AB 2007, 310), is bij een besluit tot boeteoplegging het in artikel 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) neergelegde evenredigheidsbeginsel aan de orde. Als de toepassing van de beleidsregels voor een belanghebbende gevolgen heeft die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen, dan moet van deze beleidsregels worden afgeweken. Bij bijzondere omstandigheden die tot matiging aanleiding geven gaat het in ieder geval, mede gelet op artikel 4:84 van de Awb, om individuele omstandigheden met een uitzonderlijk karakter. Het is aan degene die een beroep doet op bijzondere omstandigheden om deze aannemelijk te maken. Eiseres heeft in beroep niet gesteld dat de gevolgen van de opgelegde boete onevenredig zijn. Evenmin heeft eiseres feiten en omstan-digheden naar voren gebracht die met zich brengen dat van bijzondere omstandigheden, als bedoeld in artikel 4:84 van de Awb, sprake is. Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat het bestreden besluit in rechte in stand kan worden gelaten. Beslist wordt derhalve als volgt: 4. Beslissing De Rechtbank Almelo, Recht doende: - verklaart het beroep ongegrond. Tegen deze uitspraak staat binnen zes weken na verzending hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State te Den Haag. Aldus gegeven door mr. J.H. Keuzenkamp, in tegenwoordigheid van G. Kootstra als griffier en in het openbaar uitgesproken op 24 november 2008. Afschrift verzonden op 24 november 2008 IL