Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG5543

Datum uitspraak2008-11-28
Datum gepubliceerd2008-11-28
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers106003 / KG ZA 08-327
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Autodealer heeft op afbetaling verkochte auto zonder medeweten van de koper weer ingenomen vanwege het betalingsgedrag van de koper. Die bevoegdheid kwam de autodealer niet toe, zodat hij de auto weer dient terug te geven aan de koper.


Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR Sector civiel recht NB / LJS KG nummer: 106003 / KG ZA 08-327 datum: 27 november 2008 Vonnis van de voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding in de zaak van: [toevoeging nummer 4HA7145] [eiseres], wonende te Alkmaar, EISERES IN KORT GEDING bij dagvaarding van 10 november 2008, advocaat mr. J. de Haan te Alkmaar, tegen: [gedaagde], gevestigd te Alkmaar, GEDAAGDE IN KORT GEDING, verschenen bij mevrouw [naam 1]. Partijen zullen verder worden genoemd "[eiser]" respectievelijk "[gedaagde]". 1. HET VERLOOP VAN HET GEDING Ter terechtzitting van 18 november 2008 heeft [eiser] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. [gedaagde] heeft de vordering bestreden. Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van de zijde van [eiser] de originele dagvaarding en pleitnotities, overgelegd en vonnis gevraagd. De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd. 2. DE UITGANGSPUNTEN 2.1 [eiser] heeft op 8 februari 2007 een auto van het merk Hyundai Atos met kenteken [nummer] [hierna: de auto] van [gedaagde] gekocht tegen een koopprijs van [euro] 4.300,-. Partijen zijn overeengekomen dat [eiser] de koopsom in 48 maandelijkse termijnen van [euro] 107,50 dient af te betalen. Voorts hadden partijen een onderhoudscontract gesloten. De maandelijkse betalingen zouden worden verricht door de werkgever van [eiser], de besloten vennootschap [bedrijfsnaam 1] [hierna: [bedrijfsnaam 1]]. [bedrijfsnaam 1] verrekende de betalingen deels met de werkzaamheden die [eiser] voor haar verrichtte. 2.2 Sinds april 2008 heeft [bedrijfsnaam 1] de maandelijkse betalingen aan [gedaagde] gestaakt, waardoor een betalingsachterstand van enige maanden ontstond. Op 18 augustus 2008 heeft [eiser] de achterstallige termijnen aan [gedaagde] betaald. Op 2 oktober 2008 heeft zij de aflossing over de maand september voldaan. De maanden oktober en inmiddels november zijn onbetaald gebleven. Tevens is [eiser] nog een bedrag van [euro] 195,- uit hoofde van het onderhoudscontract, dat inmiddels is beƫindigd, aan [gedaagde] verschuldigd. 2.3 Op 5 november 2008 heeft [gedaagde] de auto bij [eiser] weggehaald onder achterlating van een brief. In die brief schrijft [gedaagde] onder meer het volgende: "In de correspondentie (ook met de heer [naam 2]) is gesteld dat u voor de 15e van de maand het maandbedrag van [euro] 107,50 dient te betalen. U blijft nu voor de 3e keer in gebreke van tijdige betaling. Ook heeft u nog steeds de [euro] 195,- van de achterstallige termijnen van het onderhoudscontract niet voldaan. Wij zien derhalve geen andere mogelijkheid om onze rechten veilig te stellen dan de auto in te nemen. Wij stellen u tot 15 november 2008 in de gelegenheid de auto op te komen halen tegen betaling van: [euro] 2810,84 na deze datum gaan wij over tot verkoop van de auto." 2.4 De advocaat van [eiser] heeft [gedaagde] bij brief van 5 november 2008 gesommeerd om de auto weer aan [eiser] ter beschikking te stellen. Aan deze sommatie is niet voldaan. 3. DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN 3.1 Samengevat vordert [eiser] bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] op straffe van verbeurte van een dwangsom te bevelen de auto onmiddellijk na betekening van dit vonnis aan [eiser] af te geven, daarbij te voorzien van een volle tank benzine als voorlopige tegemoetkoming in (emotionele) schade die [eiser] heeft geleden, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding. 3.2 [eiser] heeft daaraan, verkort en zakelijk weergegeven, het volgende ten grondslag gelegd. [eiser] is nimmer deugdelijk door [gedaagde] in gebreke gesteld om achterstallige termijnen te betalen, noch is de tussen partijen gesloten overeenkomst door [gedaagde] opgezegd. Door desalniettemin de auto, die aan [eiser] in eigendom toebehoort, zomaar tot zich te nemen heeft [gedaagde] onrechtmatig jegens [eiser] gehandeld. Zij dient de auto daarom weer aan [eiser] ter beschikking te stellen. 3.3 [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Hierop wordt bij de gronden van de beslissing, voor zover van belang, ingegaan. 4. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING 4.1 [gedaagde] heeft aangevoerd dat de auto op grond van de toepasselijke Bovag-voorwaarden [hierna: de algemene voorwaarden] onder eigendomsvoorbehoud aan [eiser] is geleverd en dat zij gelet op het betalingsgedrag van [eiser] geen andere weg zag dan de auto terug te nemen. [eiser] heeft betwist dat de auto onder eigendomsvoorbehoud is geleverd. In dat verband heeft zij de vernietiging de algemene voorwaarden ingeroepen, omdat haar niet een redelijke mogelijkheid is geboden om daarvan kennis te nemen. 4.2 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan in het midden blijven of [eiser] terecht een beroep doet op de vernietiging van de algemene voorwaarden en daarmee of de auto onder eigendomsvoorbehoud aan [eiser] is geleverd. De algemene voorwaarden geven [gedaagde] namelijk niet het recht om de auto eigenmachtig tot zich te nemen. Evenmin is anderszins gesteld of gebleken dat die bevoegdheid aan [gedaagde] toekomt. Door de auto toch zonder toestemming van [eiser] in te nemen, heeft [gedaagde] onrechtmatig jegens [eiser] gehandeld. Reeds om die reden is de vordering tot afgifte van de auto toewijsbaar, met dien verstande dat de voorzieningenrechter [gedaagde] een termijn van twee dagen na betekening van dit vonnis gunt om aan het bevel tot afgifte te voldoen. Als prikkel tot nakoming zal een dwangsom aan de veroordeling worden verbonden. De gevorderde dwangsom wordt evenwel gematigd en gemaximeerd, zoals hierna te melden. 4.3 Voor toewijzing van de vordering die ertoe strekt om de auto te voorzien van een volle benzinetank als voorlopige tegemoetkoming in de (emotionele) schade die [eiser] heeft geleden ten gevolge van het handelen van [gedaagde], bestaat geen grond. Deze vordering wordt derhalve afgewezen. 4.4 Voor zover [gedaagde] heeft beoogd een tegenvordering (eis in reconventie) in te stellen kan deze niet in behandeling worden genomen, omdat een dergelijke vordering alleen door een advocaat kan worden ingesteld. 4.5 De voorzieningenrechter merkt wel op dat hij ervan uitgaat dat [eiser] - om verdere geschillen tussen partijen te voorkomen - na afgifte van de auto onmiddellijk overgaat tot betaling van de openstaande bedragen en iedere maand stipt aan haar aflossingsverplichting voldoet. 4.6 [gedaagde] wordt als de in het ongelijk te stellen partij veroordeeld in de proceskosten. 5. DE BESLISSING De voorzieningenrechter: - beveelt [gedaagde] de Hyundai Atos met kenteken [nummer] binnen twee dagen na betekening van dit vonnis weer in het bezit te stellen van [eiser] door afgifte ervan aan het adres [straatnaam] te Alkmaar, op straffe van verbeurte van een dwangsom van [euro] 100,- voor iedere dag dat [gedaagde] na twee dagen na betekening van dit vonnis niet aan dit bevel voldoet, met een maximum van [euro] 3.000,-; - veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiser] begroot op [euro] 1.155,44, en veroordeelt [gedaagde] mitsdien om te voldoen: aan de griffier van deze rechtbank: [euro] 190,50 voor in debet gesteld griffierecht; [euro] 85,44 voor kosten dagvaarding; [euro] 816,00 voor salaris van de procureur; derhalve in totaal [euro] 1.091,94, met welk bedrag zal dienen te worden gehandeld overeenkomstig het bepaalde bij artikel 243 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; en aan [eiser]: [euro] 63,50 voor niet in debet gesteld griffierecht; - verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; - weigert de meer of anders gevorderde voorziening. Gewezen door mr. L.J. Saarloos, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 november 2008 in tegenwoordigheid van mr. N. Boots, griffier.