
Jurisprudentie
BG5667
Datum uitspraak2008-11-26
Datum gepubliceerd2008-12-01
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers389809/CV EXPL 08-7838
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2008-12-01
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers389809/CV EXPL 08-7838
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Arbeidszaak. Loonvordering. Bodemprocedure na geweigerde voorlopige voorziening. Eiseres vordert niet betaald loon tijdens ziekte. Het aanhangig maken van een bodemprocedure is geen "verkapt hoger beroep". Geen misbruik van procesrecht. Werkgeefster heeft onvoldoende actie ondernomen na de ziekmelding van eiseres en heeft ten onrechte de loonbetaling opgeschort. De vordering wordt toegewezen.
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
Zaak/rolnummer: 389809/CV EXPL 08-7838
Datum uitspraak: 26 november 2008
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[eiseres],
wonende [woonplaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres],
gemachtigde: mr. P.H. van Dijck,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SERVEX B.V., rechtsopvolger van Wizzle B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Servex,
gemachtigde: mr. W.J. Koppert.
De procedure
[eiseres] heeft Servex gedagvaard op 27 juni 2008. Servex heeft schriftelijk geant-woord. De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 24 september 2008 een comparitie van partijen gelast, welke heeft plaatsgevonden op 31 oktober 2008 en waarbij de griffier aantekeningen heeft gemaakt van hetgeen partijen verder naar voren hebben gebracht.
De feiten
a. [eiseres] was vanaf 1 januari 1999 bij (de rechtsvoorgangster van) Servex in dienst, laatstelijk in de functie van winkelmanager op de locatie Beverwijk tegen een salaris van € 2.375,-- bruto per maand, exclusief vakantiegeld.
b. [eiseres] is op 10 april 2006 arbeidsongeschikt geworden.
c. [eiseres] is gereïntegreerd op de locatie Amsterdam.
d. In mei 2007 is [eiseres] voor 100% arbeidsgeschikt verklaard voor werk op de locatie Amsterdam.
e. Op 2 juni 2007 is [eiseres] uitgevallen in verband met een ontsteking aan haar voet, waaraan zij op 8 augustus 2007 is geopereerd.
f. Bij vonnis in kort geding van 15 augustus 2007 heeft de kantonrechter te Haarlem de door van [eiseres] gevorderde voorlopige voorziening om haar in de gelegenheid te stellen haar de normale en volledige werkzaamheden op de locatie Beverwijk te laten hervatten, geweigerd.
g. Op 7 september 2007 heeft [eiseres] de bedrijfsarts bezocht. Deze heeft haar arbeidsgeschikt verklaard.
h. [eiseres] heeft zich op 14 september 2007 opnieuw ziek gemeld.
i. Op 15 november 2007 heeft [eiseres] een second opinion aangevraagd bij het UWV.
j. Bij vonnis in kort geding van 7 december 2007 heeft de kantonrechter te Haarlem de door van [eiseres] gevorderde voorlopige voorziening tot (door)betaling van haar loon c.q. ziektegeld vanaf 9 september 2007 geweigerd.
k. Bij beschikking van 7 december 2007 heeft de kantonrechter te Haarlem zijn voorne-men kenbaar gemaakt om de arbeidsovereenkomst tegen 1 januari 2008 te ontbinden onder toekenning van een door Servex aan [eiseres] te betalen vergoeding van € 10.000,-- bruto. Partijen hebben daarbij tot 21 december 2007 de gelegenheid gekregen om hun verzoeken tot ontbinding in te trekken.
l. Partijen hebben van de hun geboden mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
m. Op 17 januari 2008 heeft het UWV naar aanleiding van de aangevraagde second opinion een rapportage uitgebracht. Het UWV is van oordeel dat [eiseres] op 14 september 2007 arbeidsongeschikt was.
De vordering
[eiseres] vordert (samengevat) veroordeling van Servex tot betaling binnen veertien dagen na de datum van het in deze zaak te wijzen vonnis van € 8.550,-- bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf de onderscheidenlijke vervaldata tot aan de dag van de algehele voldoening, alsmede met gelijktijdige afgifte van een eindafrekening waarin de bruto- en nettobedragen zijn gespecificeerd.
[eiseres] stelt daartoe (samengevat) het volgende. Zij heeft zich op 14 september 2007 ziek gemeld. Servex heeft deze ziekmelding niet geaccepteerd en de loon c.q. ziektegeldbeta-lingen aan [eiseres] over de maanden september 2008 tot en met december 2008 opge-schort. Dat heeft Servex ten onrechte gedaan. [eiseres] heeft een second opinion bij het UWV aangevraagd en daaruit blijkt dat zij op 14 september 2007 wel degelijk arbeidsonge-schikt was. Aan sommaties van [eiseres] om alsnog tot betaling van het loon c.q. het ziektegeld over te gaan, heeft Servex geen gehoor gegeven. Op grond van de toepasselijke CAO is Servex in het 2e en 3e ziektejaar van [eiseres] 90% van het haar toekomende loon als ziektegeld verschuldigd. [eiseres] maakt aanspraak € 8.550,-- bruto, zijnde
90 % van vier maanden x € 2.375,-- bruto.
Het verweer
Servex betwist de vordering. Zij voert daartoe (samengevat) primair het volgende aan. [eiseres] heeft nagelaten om in hoger beroep te gaan tegen het vonnis in kort geding van
7 december 2007. Door middel van de onderhavige procedure probeert zij een verkapt hoger beroep in te stellen. Dat is misbruik van procesrecht. Subsidiair voert Servex (samengevat) aan dat aan de vordering van [eiseres] elke grondslag ontbreekt en dat de vordering derhalve dient te worden afgewezen. De bedrijfsarts heeft in zijn periodieke evaluatie van
7 september 2007 geoordeeld dat [eiseres] arbeidsgeschikt is. [eiseres] heeft vervolgens steevast (tot einde dienstverband) geweigerd te verschijnen op haar werk. Over het door de bedrijfsarts gesignaleerde arbeidsconflict heeft daardoor geen gesprek tussen partijen kunnen plaatsvinden. Servex heeft op goede gronden de loonbetalingen opgeschort.
Het deskundigenoordeel van het UWV tast de gerechtvaardigdheid van die opschorting niet aan. Aan het oordeel van de bedrijfsarts mag door Servex meer waarde worden gehecht, nu de rapportage van de deskundige van het UWV slechts op de door [eiseres] aangedragen gegevens is gebaseerd. Servex is niet geraadpleegd door het UWV en de bedrijfarts is onvoldoende geraadpleegd. De rapportage voldoet daardoor niet aan de door de wet gestelde vereisten. De mededeling van [eiseres] op 14 september 2007 kan ook niet als een nieuwe ziekmelding worden beschouwd.
Indien de kantonrechter op grond van het oordeel van het UWV toch tot de conclusie mocht komen dat [eiseres] vanaf 14 september 2007 arbeidsongeschikt is geweest, dan dient de loonvordering over de periode tot 14 september 2007 te worden afgewezen. Ook dient de gevorderde wettelijke rente en wettelijke verhoging te worden afgewezen. De latere betaling van het loon vloeit immers voort uit de late aanvraag van een second opinion door [eiseres].
De beoordeling van het geschil
1. In haar meest verstrekkende verweer heeft Servex aangevoerd dat er sprake is van misbruik van procesrecht. Dat verweer wordt door de kantonrechter verworpen. Een procedure in kort geding wordt gevoerd om een voorlopige voorziening te verkrijgen. Een dergelijke procedure wordt vaak gevolgd door een bodemprocedure, waarin partijen (of één van hen) een definitieve beslissing van de rechter proberen (probeert) te verkrijgen. Bij een dergelijke door de wet toegestane gang van zaken is geen sprake van misbruik van procesrecht.
2. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseres] onweersproken gesteld:
? dat de bedrijfsarts op 7 september 2007 niet met haar over werkhervatting heeft gesproken;
? dat zij op 14 september 2004 een telefoongesprek heeft gevoerd met haar direct leidinggevende en dat zij zich in dit gesprek heeft ziek gemeld;
? dat de leidinggevende in dat gesprek heeft toegezegd dat hij de ziekmelding binnen Servex zou doorgeven en dat [eiseres] een gesprek met een medewerker van de afdeling Personeelszaken tegemoet kon zien;
? dat de afdeling Personeelzaken daarna geen contact met haar heeft opgenomen;
? dat zij kort nadat haar bekend was geworden dat Servex haar met terugwerkende kracht beter had gemeld een second opinion bij het UWV heeft aangevraagd, welke aanvraag bij het UWV is zoek geraakt;
? dat zij haar aanvraag op 15 november 2007 voor de tweede keer bij het UWV heeft ingediend.
3. Servex heeft tijdens de mondelinge behandeling, desgevraagd, verklaard dat zij haar door [eiseres] weersproken stellingen dat zij in de periode gelegen na 7 september 2007 bij herhaling contact heeft gezocht met [eiseres] en dat [eiseres] daardoor wist dat van haar een reactie werd verwacht, niet met bewijsstukken kan onderbouwen, omdat er nimmer ter zake een brief aan [eiseres] is verstuurd.
4. De kantonrechter is van oordeel dat de impasse welke tussen partijen is ontstaan na het bezoek van [eiseres] aan de bedrijfsarts op 7 september 2007 voornamelijk aan Servex is toe te rekenen. [eiseres] heeft zich (zoals door haar onweersproken is gesteld) ziek gemeld bij haar leidinggevende en heeft te horen gekregen dat zij een gesprek met een medewerker van Personeelszaken zou krijgen. Onder die omstan-digheden mocht zij er gerechtvaardigd op vertrouwen dat zij iets van Servex zou vernemen. Servex had in het kader van goed werkgeverschap meer actie kunnen en moeten ondernemen. Zij had [eiseres] bijvoorbeeld een duidelijke brief moeten sturen, waarin zij het door haar gestelde niet meewerken door [eiseres] aan de re-integratie meer handen en voeten had moeten geven. Het enkel opschorten van de loonbetalingen zonder aan te geven waarom dat is gedaan en hoe die opschorting ongedaan kan worden gedaan, is onvoldoende. Voor de late aanvraag van de second opinion heeft [eiseres] voldoende onderbouwing gegeven.
5. Gelet op het bovenstaande zal de vordering van [eiseres] - van wie op grond van de second opinion van het UWV moet worden aangenomen dat zij tot einde dienstverband arbeidsongeschikt is gebleven - volledig worden toegewezen. Servex heeft de loonbetalingen aan [eiseres] ten onrechte opgeschort en door niet tijdig aan haar betalingsverplichtingen te voldoen is zij zowel de wettelijke rente als de wettelijke verhoging verschuldigd geworden. De kantonrechter ziet geen aanleiding om deze verhoging te matigen.
6. De proceskosten komen voor rekening van Servex, omdat zij in het ongelijk zal worden gesteld. Voor afzonderlijke veroordeling tot betaling van de “eigen bijdrage” is echter geen aanleiding.
Beslissing
De kantonrechter:
- veroordeelt Servex - binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis - tot betaling aan [eiseres] van € 8.550,-- bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de onderscheidenlijke vervaldata tot aan de dag van de algehele voldoening en met de wettelijke verhoging van € 4.275,-- bruto;
- veroordeelt Servex gelijktijdig met voormelde betaling een eindafrekening, waarin bruto en netto bedragen zijn gespecificeerd, aan [eiseres] af te geven.
- veroordeelt Servex tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [eiseres] tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 71,80,
vastrecht € 201,--,
salaris gemachtigde € 500,--,
te voldoen aan de griffier door overmaking op rekeningnummer 19.23.25.833 ten name van MvJ arrondissement Haarlem onder vermelding van "proceskostenveroordeling" en het zaak- en rolnummer;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. Boom en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.