Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG5757

Datum uitspraak2008-11-20
Datum gepubliceerd2008-12-02
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/1913 ZW + 08/1914 WAO
Statusgepubliceerd


Indicatie

Proceskostenveroordeling eerste aangevallen uitspraak. Geen veroordeling in de proceskosten van het hoger beroep tegen de tweede aangevallen uitspraak, omdat het Uwv in het geding betreffende de Ziektewet niet geheel of gedeeltelijk aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen.


Uitspraak

08/1913 ZW 08/1914 WAO Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K als bedoeld in artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met de hoger beroepen van: [appellante] (hierna: appellante), tegen de uitspraken van de rechtbank Maastricht van 4 maart 2008, 06/264 en 06/265 (hierna respectievelijk: aangevallen uitspraak 1 en aangevallen uitspraak 2), in de gedingen tussen: appellante en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv) Datum uitspraak: 20 november 2008 I. PROCESVERLOOP Namens appellante heeft mr. C.J.M. Ackermans, werkzaam bij ARAG Rechtsbijstand te Roermond, hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraken. Bij brief van 6 juni 2008 heeft het Uwv de Raad meegedeeld dat na nader onderzoek het standpunt van het Uwv is gewijzigd en dat een nieuwe beslissing op bezwaar is gegeven. Een afschrift van deze beslissing van eveneens 6 juni 2008 is meegezonden. Bij brief van 11 juni 2008 heeft mr. Ackermans namens appellante de hoger beroepen ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten. Bij schrijven van 4 juli 2008 heeft het Uwv de Raad meegedeeld dat zij zich niet zullen verzetten tegen een veroordeling in de proceskosten. Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten. II. OVERWEGINGEN 1.1. Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 21 van de Beroepswet is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep. 2.1. Met betrekking tot het verzoek om vergoeding van de proceskosten inzake het hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak 1 overweegt de Raad als volgt: 2.2. De Raad stelt vast dat het Uwv het besluit op bezwaar van 6 juni 2008 heeft genomen ter uitvoering van de door de rechtbank in de aangevallen uitspraak 1 gegeven opdracht. De Raad stelt tevens vast dat met dit nieuwe besluit in het geding 08/1914 WAO volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. 2.3. Nu het Uwv niet heeft betwist dat aldus aan appellant is tegemoetgekomen, ziet de Raad aanleiding om het Uwv te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het hoger beroep in het geding 08/1914 WAO redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 322,- voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep. De proceskosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand alsmede het betaalde griffierecht in de procedure in beroep dienen reeds op grond van de aangevallen uitspraak 1 te worden vergoed. 2.4. Voor vergoeding van het betaalde griffierecht terzake van het hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak 1 kan appellante zich rechtstreeks tot het Uwv wenden. 3. Met betrekking tot het verzoek om vergoeding van de proceskosten inzake het hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak 2 overweegt de Raad als volgt: 3.1. De Raad ziet geen aanleiding om het Uwv ook te veroordelen in de proceskosten van het hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak 2, omdat het Uwv in het geding betreffende de Ziektewet (08/1913 ZW), niet geheel of gedeeltelijk aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Het verzoek om vergoeding van de proceskosten inzake dit hoger beroep wordt derhalve afgewezen. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep; Recht doende: Veroordeelt de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de kosten van appellante tot een bedrag van € 322,-, te betalen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten inzake het hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak 2 af. Deze uitspraak is gedaan door Ch. van Voorst. De beslissing is, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 20 november 2008. (get.) Ch. van Voorst. (get.) R.L. Rijnen. RB