Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG6068

Datum uitspraak2008-10-15
Datum gepubliceerd2008-12-04
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers418690 CV Expl. 05-4180
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Dexia-zaak. Art. 110 Rv. Herhaalde ambtshalve toetsing relatieve bevoegdheid in de loop van het geding.


Uitspraak

Vonnis RECHTBANK ARNHEM Sector kanton Locatie Tiel zaakgegevens 418690 CV EXPL 05-4180 199 jt uitspraak van 15 oktober 2008 Vonnis in de zaak van [eisende partij] wonende te Amsterdam gemachtigde mr. M.A. Hupkes eisende partij in conventie verwerende partij in reconventie tegen de naamloze vennootschap Dexia Bank Nederland N.V. gevestigd te Amsterdam gemachtigde mr. F.R.H. van der Leeuw gedaagde partij in conventie eisende partij in reconventie De procedure Het verloop van de procedure blijkt uit: - het tussenvonnis van 2 augustus 2006 - de akte hervatting van [eisende partij] met een productie - de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie met producties - de conclusie van repliek houdende wijziging van eis in conventie tevens van antwoord in reconventie met producties - de conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie met producties - de conclusie van dupliek in reconventie. De verdere beoordeling 1. Aanvankelijk was de kantonrechter te Tiel op grond van art. 107 Rv bevoegd, omdat de in conventie medegedaagde BKR gevestigd is te Tiel. De zaak tegen BKR is op verzoek van [eisende partij] met instemming van BKR doorgehaald. Dit brengt met zich dat op grond van art. 110 lid 1 Rv de relatieve bevoegdheid in de zaak tussen [eisende partij] en Dexia thans opnieuw dient te worden beoordeeld, voor zover die toetsing ambtshalve dient te geschieden. Hiervoor wordt verwezen naar art. 95 Rv, waarin is bepaald dat na een eiswijziging de rechter de absolute bevoegdheid opnieuw ambtshalve moet beoordelen. Gelet op doel en strekking van art. 95 Rv, valt niet in te zien dat in een geval als dit de beoordeling van de relatieve bevoegdheid, indien die ambtshalve getoetst moet worden, niet opnieuw zou moeten plaatsvinden. 3. Bij de beoordeling van de relatieve bevoegdheid dient in aanmerking te worden genomen dat de wetgever met de per 15 oktober 2005 ingevoerde ambtshalve toetsing van de relatieve bevoegdheid in onder andere zaken op basis van een overeenkomst tussen een professionele partij en een consument kennelijk heeft willen bewerkstelligen dat het geding waarin een consument als eiser is betrokken bij voorkeur wordt behandeld door de rechter van de woonplaats of het werkelijke verblijf van de consument. In dit geval, waarin beide partijen afkomstig zijn uit Amsterdam, zouden beide partijen vanuit Amsterdam naar Tiel moeten reizen, indien een comparitie van partijen wordt bepaald. Dit staat haaks op de kennelijke bedoeling van de wetgever. Dit is slechts anders als partijen na het ontstaan van het geschil overeen zijn gekomen dat de kantonrechter te Tiel bevoegd is, zoals bepaald in art. 108 lid 2 Rv, hetgeen niet is gesteld of gebleken. De zaak zal dan ook worden verwezen naar de rechtbank Amsterdam, sector kanton, locatie Amsterdam. De beslissing De kantonrechter in conventie en in reconventie verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rechtbank Amsterdam, sector kanton, locatie Amsterdam, wijst partijen erop dat iedere partij het recht heeft de andere partij op te roepen bij exploot tegen de dag waarop zij de zaak ter rolle wil doen dienen. Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. J.W.M. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2008.