Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG6119

Datum uitspraak2008-12-05
Datum gepubliceerd2008-12-05
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers150768 / KG ZA 08-583
Statusgepubliceerd


Indicatie

Gale Force Loonvordering van bemanningsleden van de in IJmuiden aan de ketting gelegde sleepboot Gale Force in kort geding afgewezen, nu de hypotheekbank, die de Gale Force wil doen veilen, heeft toegezegd dat loon binnen drie dagen te zullen voldoen. De aanspraken van de door de bemanningsleden gevorderde boetes en kosten van juridische bijstand staan onvoldoende vast om in kort geding te kunnen worden toegewezen. De beoordeling van dat onderdeel van hun vordering moet wachten tot de verdeling van de opbrengst van de verkoop van de Gale Force.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK HAARLEM Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 150768 / KG ZA 08-583 Vonnis in kort geding van 5 december 2008 in de zaak van 1. [Eiser 1], wonende te Houston, Texas, Verenigde Staten van Amerika, 2. [Eiser 2], wonende te Huntington Beach, Californië, Verenigde Staten van Amerika, eisers in hoofdzaak, verweerders in het incident tot tussenkomst advocaat mr. M. Middeldorp, tegen de vennootschapt naar buitenlands recht EJ VENTURES LLP, gevestigd te Nederland, Texas, Verenigde Staten van Amerika gedaagde, niet verschenen. en de vennootschap naar buitenlands recht COMMUNITYBANK OF TEXAS N.A., gevestigd te Texas, Verenigde Staten van Amerika eisers in het incident tot tussenkomst, advocaat mr. M. Middeldorp Eisers in hoofdzaak, verweerders in het incident zullen hierna gezamenlijk [eisers] genoemd worden, en afzonderlijk [eiser 1] en [eiser 2]. De andere partijen zullen hierna EJ Ventures en Community Bank genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding - de incidentele conclusie tot voeging tevens incidentele conclusie tot tussenkomst van Community Bank - de mondelinge behandeling, gelijktijdig met de behandeling van de zaak met zaaknummer/ rolnummer 151003 / KG ZA 08-600 - de pleitnota van [eisers] - de vermeerdering van eis. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. [eiser 1] is opvarende (bemanningslid) van de aan EJ Ventures in eigendom toebehorende sleepboot ‘Gale Force’ (verder te noemen de Gale Force). Hij verricht op grond van een daartoe door hem met EJ Ventures gesloten arbeidsovereenkomst aan boord van de Gale Force werkzaamheden in de functie van ‘Ordinary Seaman/Cook’. [eiser 1] is op 6 juni 2008 aan boord van de Gale Force gekomen en is dat sindsdien gebleven. Hij verricht zijn werkzaamheden tegen een daggage van US$ 300,00. 2.2. [eiser 2] was bemanningslid van de Gale Force. Hij verrichtte op grond van een daartoe door hem met EJ Ventures gesloten arbeidsovereenkomst aan boord van de Gale Force werkzaamheden in de functie van ‘Able Bodied Seaman’. [eiser 2] is van 1 juni 2008 tot en met 14 juni 2008 en van 26 juli 2008 tot 2 augustus 2008 aan boord van de Gale Force geweest. Hij verrichtte zijn werkzaamheden tegen een daggage van US$ 200,00. 2.3. De Gale Force is ingeschreven in het Amerikaanse scheepsregister en vaart onder de vlag van de Verenigde Staten van Amerika. 2.4. Community Bank heeft in de periode van 22 augustus 2007 tot en met 4 juni 2008 met EJ Ventures een zestal overeenkomsten van geldlening gesloten voor een totaalbedrag van US$ 2.650.000,00. EJ Ventures heeft tot zekerheid van terugbetaling van dat bedrag ten gunste van Community Bank onder meer een recht van hypotheek gevestigd op de Gale Force en op de eveneens aan EJ Ventures in eigendom toebehorende sleepboot ‘Alois’ (verder te noemen de Alois). Daarnaast heeft EJ Ventures ten gunste van Community Bank een retentie en/of pandrecht gevestigd op al haar bezittingen of vorderingen die zij op derden heeft. 2.5. Op enig moment heeft de US Coast Guard via de Nederlandse autoriteit de Gale Force vanwege het niet naleven van de administratieve voorschriften administratief onder detentie geplaatst. De Gale Force ligt vanaf dat moment te IJmuiden aan de ketting. 2.6. EJ Ventures is tekort geschoten in de nakoming van de op haar uit de overeenkomsten van geldlening rustende verplichting tot aflossing van de leningen, op grond waarvan het gehele geleende bedrag opeisbaar is. 2.7. Tot zekerheid van betaling van haar vordering op EJ Ventures heeft Community Bank op 13 augustus 2008 met verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem ten laste van EJ Ventures te IJmuiden conservatoir beslag doen leggen op de Gale Force. 2.8. Tot zekerheid van betaling van diezelfde vordering heeft Community Bank op 25 augustus 2008 met verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden ten laste van EJ Ventures conservatoir beslag doen leggen op de Alois, die op dat moment in Harlingen lag. 2.9. EJ Ventures is ook opgehouden [eisers] te betalen. Tot zekerheid van betaling van hun vordering op EJ Ventures hebben [eisers] op 9 oktober 2008 met verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem ten laste van EJ Ventures conservatoir beslag doen leggen op de Gale Force. 2.10. Bemanningsleden van de Alois hebben op 24 oktober 2008 EJ Ventures terzake van achterstallige gages in kort geding doen dagvaarden voor de voorzieningenrechter te Leeuwarden tegen de zitting van 4 november 2008. De voorzieningenrechter te Leeuwarden heeft op 19 november 2008 vonnis gewezen. 3. Het geschil In de hoofdzaak 3.1. [eisers] vorderen dat: “het de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem behage om bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te veroordelen tot betaling (in USD) binnen twee dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis I ter zake van per 16 oktober 2008 verschuldigde vergoedingen aan: (i) eiser 1: een bedrag van $ 62.150,00, te vermeerderen met $ 900,00 per dag voor iedere dag na 16 oktober 2008 dat eiser 1 aan boord van het schip zijn werkzaamheden verricht en zijn vorderingen onbetaald zij gebleven; (ii) eiser 2: een bedrag van $ 38.540,00 te vermeerderen met $ 500,00 per dag voor iedere dag na 16 oktober 2008 dat de vorderingen onbetaald zijn gebleven; II ter zake van het conservatoire beslag aan eiseres gezamenlijk een bedrag aan verschotten groot € 444,49 en een bedrag als salaris voor hun procesadvocaat groot € 300,00, in totaal derhalve € 744,49, III ter zake van de kosten gemaakt ten einde een voor tenuitvoerlegging vatbare titel te verkrijgen aan eisers gezamenlijk een bedrag van € 11.500,00 te verminderen met een eventuele proceskostenveroordeling op grond van het liquidatietarief ten laste van gedaagde en de onder II gevorderde kosten van het conservatoir beslag, alle bedragen te vermeerderen met de naar het federale recht van de Verenigde Staten van Amerika, althans het recht van de staat Texas, te berekenen rente vanaf de dag dat de bedragen opeisbaar werden tot aan de dag van algehele voldoening een en ander met veroordeling van gedaagde in de kosten van het geding, alsmede in de wettelijke rente over de kosten, voor zover deze niet door gedaagde zijn voldaan binnen twee dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis, en daarbij het nasalaris procureur te begroten op € 131,00, te verhogen met € 68,00 indien gedaagde niet binnen twee dagen aan het vonnis voldoet en betekening daarvan plaatsvindt.” 3.2. Bij de mondelinge behandeling van dit geding hebben [eisers] laten weten hun eis te willen vermeerderen, in die zin dat zij in plaats van het hiervoor genoemde bedrag van € 11.500,00 het bedrag van € 15.556,95 aan kosten van rechtsbijstand vorderen. 3.3. Community Bank voert als tussenkomende partij verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. In het incident 3.4. Community Bank verzoekt de voorzieningenrechter, uitvoerbaar bij voorraad, te worden toegelaten in het rechtsgeding tussen [eisers] en EJ Ventures als gevoegde dan wel tussenkomende partij om: “Primair: 1. de vordering van eisers af te wijzen, althans hen niet ontvankelijk te verklaren; Subsidiair: 2. de vordering van eisers, beperkt tot het bedrag van de beweerdelijk verschuldigde nettolonen tot het moment van de beslaglegging van de bemanning toe te wijzen en voor het overige de vordering af te wijzen; 3. en te bepalen dat het tussen de bemanning en EJ Ventures te wijzen vonnis enkele uitvoerbaar wordt twee weken nadat het vonnis tussen EJ Ventures en de Community Bank is gewezen; alles met veroordeling van eisers in de kosten van het geding.” 3.5. [eisers] voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling In het incident 4.1. Community Bank heeft gevorderd dat zij in deze procedure wordt toegelaten als gevoegde althans tussenkomende partij. Community Bank voert aan dat zij belang heeft om te voorkomen dat [eisers] een titel verkrijgen voor een vordering, waarvoor een deugdelijke grondslag ontbreekt, maar die zonder haar tussenkomst integraal zal worden toegewezen. Een toewijzing van de vordering van [eisers] prejudicieert bovendien op de vorderingen van de overige schuldeiseres. Dit terwijl de wetgever juist voorzien heeft in een rangregelingsproducure om aan de belangen van elke schuldeiser tegemoet te komen. 4.2. [eisers] hebben aanvankelijk bezwaar gemaakt tegen de door Community Bank gevorderde voeging en tussenkomst en dat op de volgende gronden. Community Bank is al geruime tijd op de hoogte van de door [eisers] ingestelde vorderingen en van het feit dat de behandeling van het kort geding in deze procedure zou plaatsvinden op 21 november 2008. Het toezenden van de incidentele conclusie de middag voor de mondelinge behandeling van het kort geding is niet tijdig en bovendien in strijd met de goede procesorde. 4.3. Community Bank heeft bij de mondelinge behandeling aangevoerd dat haar verzoek tot voeging en tussenkomst in deze procedure gelijk is aan haar verzoek in de kort gedingprocedure bij de rechtbank te Leeuwarden en [eisers] aldus precies op de hoogte is van het door Community Bank ingenomen standpunt. [eisers] hebben hiertegen aangevoerd dat de punten 6.1 tot en met 6.5 van de incidentele conclusie tot voeging tevens incidentele conclusie tot tussenkomst van Community Bank niet overeenkomen met de verder soortgelijke conclusie van Community Bank in het kort geding dat in Leeuwarden heeft gespeeld. Hierop heeft Community Bank te kennen gegeven dat de hiervoor genoemde punten 6.1 tot en met 6.5 buiten beschouwing kunnen worden gelaten. Daarop hebben [eisers] te kennen gegeven hun onderhavig verweer niet langer te handhaven. Nu EJ Ventures niet in rechte is verschenen, zal de voorzieningenrechter uitsluitend de door Community Bank gevorderde tussenkomst toestaan. In de hoofdzaak 4.4. De Nederlandse rechter is op grond van artikel 767 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevoegd om van de vordering van [eisers] kennis te nemen, nu [eisers] in Nederland conservatoir beslag hebben gelegd en een andere weg om een executoriale titel te verkrijgen, dan het instellen van de eis in hoofdzaak voor een Nederlandse rechtbank, ontbreekt. 4.5. De voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem is bevoegd omdat [eisers] conservatoir beslag hebben doen leggen tot verhaal van hun vordering op de Gale Force die in IJmuiden ligt, en daarmee binnen het arrondissement Haarlem. 4.6. [eisers] hebben zich - samengevat - op het volgende standpunt gesteld. De doorlopende loonvordering is gebaseerd op de met EJ Ventures gesloten arbeidsovereenkomsten. De verschuldigdheid van de in de vordering onder I opgenomen boetes gronden [eisers] op het federale recht van de Verenigde Staten van Amerika. [eisers] betogen dat EJ Ventures op grond van 46 USC & 10313 sub f gehouden is binnen vier dagen na beëindiging van de reis de gages te betalen en dat EJ Ventures op grond van 46 USC & 10313 sub g na het verstrijken van die termijn voor elke dag vertraging in de betaling aan [eisers] een boete verschuldigd is ter hoogte van een bedrag gelijk aan twee daggages. Berekend per 16 oktober 2008 vordert [eiser 1] aan gages US$ 24.900,00 en aan boetes US$ 36.000,00. [eiser 1] voert verder aan dat de kosten voor de reis om terug te keren naar zijn vaderland US$ 1.250,00 bedragen. Tezamen komt dit uit op het hiervoor onder I genoemde bedrag van US$ 62.150,00. Berekend tot de zelfde datum vordert [eiser 2] aan gages c.a. US$ 8.540,00 en aan boetes US$ 30.000,00. Tezamen komt dit uit op het hiervoor onder I genoemde bedrag van US$ 38.540,00. Het door [eisers] hiervoor onder III gevorderde bedrag baseren zij op het bepaalde in artikel 8:212 van het Burgerlijk Wetboek. 4.7. Community Bank voert als tussenkomende partij primair het verweer dat, gezien haar concrete aanbod, er geen sprake is van een spoedeisend belang aan de zijde van EJ Ventures. 4.8. De voorzieningenrechter overweegt op dit punt als volgt. Nu ter zitting door Community Bank invulling is gegeven aan het door in haar incidentele conclusie tot voeging en tussenkomst gestelde maar niet onderbouwde concrete aanbod, te weten om binnen drie dagen aan [eiser 1] en [eiser 2] bedragen van US$ 24.350,00 (US$ 23.100,00 + US$ 1.250,00) respectievelijk US$ 8.540,00 (te weten hun gages zonder de gevorderde boetes) te betalen, waarbij de rechten van [eisers] op het meerdere niet behoeven te worden prijsgegeven en in een rangregelingsprocedure te gelden kunnen worden gemaakt, hebben [eisers] geen spoedeisend belang bij hun vorderingen. 4.9. Voorts overweegt de voorzieningenrechter dat [eisers] niet hebben aangegeven op grond van welke andere feiten of omstandigheden zij, gezien dit aanbod, thans nog een spoedeisend belang hebben bij de overige onderdelen van hun vordering, te weten de boetes als hiervoor genoemd onder 4.6, die zijn opgenomen in de hiervoor onder I gevorderde bedragen en de integrale kosten van rechtsbijstand als gevorderd onder III. Daar komt bij dat deze onderdelen van de vordering van [eisers] door Community Bank zijn betwist. De voorzieningenrechter overweegt wat dat betreft dat voor hem niet is komen vast te staan dat [eisers] naar Amerikaans recht aanspraak kunnen maken op de gevorderde boetes. Ook de door [eisers] gestelde aanspraak op volledige vergoeding van de door hen gemaakte kosten aan juridische bijstand staat onvoldoende vast om in kort geding te kunnen worden toegewezen. Wat dat betreft sluit de voorzieningenrechter zich aan bij zijn Leeuwardense ambtgenoot, die overwoog dat thans nog geen sprake is van een executie en dat (ook) op dit deel van de vordering in de gerechtelijke rangregeling zal moeten worden beslist. 4.10. Op grond van het hiervoor overwogene zullen de vorderingen van [eisers] worden afgewezen. 4.11. Nu het primair gevoerde verweer slaagt, komt de voorzieningenrechter aan een verdere beoordeling niet toe. 4.12. Voor wat betreft de kosten van dit geding overweegt de voorzieningenrechter dat EJ Ventures geacht moet worden terzake geen kosten te hebben gemaakt. Voor wat betreft de gedingkosten van Community Bank overweegt de voorzieningenrechter dat haar verweer slechts heeft kunnen slagen omdat zij ter zitting invulling heeft gegeven aan het door in haar incidentele conclusie tot voeging en tussenkomst gestelde maar niet onderbouwde concrete aanbod aan [eisers] Als EJ Ventures dit aanbod eerder zo zou hebben gedaan, had dit geding mogelijk voorkomen kunnen worden. Daar staat tegenover dat [eisers] ter zitting aan hun vorderingen hebben vastgehouden, omdat zij ook de hiervoor onder 4.9 afgewezen bedragen in dit kort geding toegewezen wilden krijgen. Dit alles geeft de voorzieningenrechter reden de kosten van dit geding te compenseren in die zin dat elk van partijen de eigen kosten heeft te dragen. 5. De beslissing De voorzieningenrechter in het incident 5.1. laat Community Bank toe als tussenkomende partij, in de hoofdzaak 5.2. verleent verstek tegen de niet verschenen EJ Ventures, 5.3. weigert de gevraagde voorzieningen, 5.4. compenseert de kosten van het geding als hiervoor onder 4.12 overwogen. Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. van der Meer en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2008.?