Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG6124

Datum uitspraak2008-11-26
Datum gepubliceerd2008-12-05
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
Zaaknummers105.011.888.01
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verzoek tot herstel van gezag van moeder zowel in eerste aanleg als in hoger beroep afgewezen.


Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE Familiesector Uitspraak : 26 november 2008 Zaaknummer : 105.011.888.01 Rekestnummer : 1323-R-07 Rekestnr. rechtbank : GZ VERZ 07-930 [verzoekster], wonende te [woonplaats], verzoekster in hoger beroep, hierna te noemen: de moeder, advocaat mr. M.D. van Velthoven, tegen Stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam, kantoor houdende te Rotterdam, verweerster in hoger beroep, hierna te noemen: Jeugdzorg. Als belanghebbenden zijn aangemerkt: de heer [naam], hierna te noemen: de pleegvader, en mevrouw [naam], hierna te noemen: de pleegmoeder, beiden wonende te [woonplaats], hierna gezamenlijk te noemen: de pleegouders. PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP De moeder is op 19 september 2007 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 20 juni 2007 van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam. Jeugdzorg heeft op 12 oktober 2007 een verweerschrift ingediend. Van de zijde van de moeder zijn bij het hof op 16 november 2007 aanvullende stukken ingekomen. Van de zijde van de Jeugdzorg zijn bij het hof op 20 oktober 2008 aanvullende stukken ingekomen. De raad voor de kinderbescherming, hierna: de raad, heeft het hof bij brief van 16 oktober 2008 laten weten niet ter terechtzitting te zullen verschijnen. Op 24 oktober 2008 is de zaak mondeling behandeld. Verschenen zijn: de moeder, bijgestaan door haar advocaat. Namens Jeugdzorg zijn verschenen: mevrouw mr. A.C. van Seventer, advocaat van Jeugdzorg, mevrouw M.R.A. Verkerk en mevrouw S.M. Buter. Verder is de pleegvader verschenen. De raad en de pleegmoeder zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De aanwezigen hebben het woord gevoerd. HET PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking. Bij die beschikking zijn de verzoeken van de moeder, primair, om haar te herstellen in het ouderlijk gezag over de na te noemen minderjarige en, subsidiair, te gelasten het kind gedurende een proeftijd van ten hoogste zes maanden bij haar te laten verblijven, afgewezen. Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht. BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP 1. In geschil is het gezag en de voorwaardelijke terugplaatsing van de minderjarige [naam], geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats], verder: de minderjarige, die bij pleegouders verblijft. Jeugdzorg heeft het gezag over de minderjarige. 2. De moeder verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw beschikkende, uitvoerbaar bij voorraad: primair: de moeder te herstellen in het ouderlijk gezag over de minderjarige, thans verblijvende bij de pleegouders; subsidiair: het verzoek gedurende een termijn van ten hoogste zes maanden aan te houden en te gelasten dat de minderjarige, in afwachting van deze definitieve primair verzochte beslissing, gedurende een door het hof te bepalen proeftijd van ten hoogste zes maanden bij de moeder zal verblijven. 3. Jeugdzorg bestrijdt haar beroep en verzoekt het hof de bestreden beschikking te bekrachtigen en mitsdien het verzoek in hoger beroep, strekkende tot vernietiging van de bestreden beschikking, af te wijzen. 4. De moeder betoogt vooreerst – kort weergegeven – dat de kantonrechter het recht van hoor- en wederhoor heeft geschonden. Daarnaast stelt de moeder dat uit het laatste rapport van Jeugdzorg blijkt dat zij voldoende capaciteiten heeft om de minderjarige datgene te bieden wat hij nodig heeft en dat de minderjarige zich bij haar geborgen voelt en aan haar is gehecht. De moeder stelt dat zij zelf voor de minderjarige kan zorgen, zij heeft een goede baan en goede huisvesting, en heeft geen bezwaar tegen een eventuele ondertoezichtstelling, mocht dit noodzakelijk zijn. Jeugdzorg bestrijdt de stellingen van de moeder. 5. Het hof overweegt als volgt. Indien en voor zover er al van uit moet worden gegaan dat sprake is van schending van het beginsel van hoor- en wederhoor in eerste aanleg, zoals de moeder in hoger beroep betoogt, dan is dit gebrek in hoger beroep hersteld nu de moeder ter terechtzitting bij het hof alsnog voldoende gelegenheid heeft gehad om haar stellingen naar voren te brengen. 6. Wat betreft het verzoek van de moeder om met het gezag te worden belast, overweegt het hof als volgt. Het verzoek om gezagswijziging wordt slechts afgewezen indien gegronde vrees bestaat dat door de gezagswijziging de belangen van het kind ernstig worden verwaarloosd. Dit kan ook zijn gelegen in de vrees dat de minderjarige de overgang naar een ander gezin niet goed zal kunnen verwerken. Zoals blijkt uit het door Jeugdzorg overgelegde verslag van het psychologisch onderzoek van de minderjarige van 7 en 10 september 2007 van het Centrum voor Pleegzorg bestaan er grote zorgen omtrent de sociaal-emotionele ontwikkeling van de minderjarige, is er tevens sprake van een aandachts- en concentratieproblematiek, mogelijke psychische problemen en hechtingsproblematiek. Gelet op de geschetste problematiek van de minderjarige en nu uit de stukken en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat de minderjarige erg gehecht is aan zijn pleegouders, hetgeen ook ter terechtzitting door de moeder is erkend, bestaat er naar het oordeel van het hof gegronde vrees dat de minderjarige een overgang van zijn pleegoudergezin naar het gezin van de moeder, thans niet goed zal kunnen verwerken. De minderjarige heeft rust nodig en duidelijkheid omtrent zijn situatie, hetgeen op dit moment, naar het oordeel van het hof, bereikt kan worden door de minderjarige bij zijn pleegouders geplaatst te houden en de huidige gezagssituatie te handhaven. Het hof zal de bestreden beschikking ten aanzien van het gezag dan ook bekrachtigen. 7. Gezien het voorgaande zal het hof de bestreden beschikking bekrachtigen. BESLISSING OP HET HOGER BEROEP Het hof: bekrachtigt de bestreden beschikking. Deze beschikking is gegeven door mrs. Kamminga, Dusamos en Milar, bijgestaan door mr. Vergeer-van Zeggeren als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 november 2008.