
Jurisprudentie
BG6180
Datum uitspraak2008-12-03
Datum gepubliceerd2008-12-08
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers68288 / HA ZA 07-2036
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-12-08
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers68288 / HA ZA 07-2036
Statusgepubliceerd
Indicatie
Eiseres spreekt haar psychotherapeut aan wegens (sexueel) overschrijdend gedrag. De diverse schadeposten (waaronder smartengeld) zijn beoordeeld. (gevorderd € 33.179,-; toegewezen € 9.181,50)
Uitspraak
RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer: 68288 / HA ZA 07-2036
vonnis van de enkelvoudige kamer van 3 december 2008
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Barendrecht,
eiseres,
procureur: mr. T.K.A.B. Eskes,
tegen
[gedaagde],
wonende te Papendrecht,
gedaagde,
procureur: mr. L. Alberts,
Partijen worden hieronder aangeduid als [eiseres] en [gedaagde].
1. Het procesverloop
De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
tussenvonnis van 2 april 2008 en de daarin genoemde stukken;
conclusie na tussenvonnis van [eiseres];
conclusie na tussenvonnis van [gedaagde].
2. De verdere beoordeling
2.1 In het tussenvonnis is de zaak naar de rol verwezen om [eiseres] in de gelegenheid te stellen haar schade te begroten.
[eiseres] begroot haar schade als volgt:
a. reiskosten € 218,-- + toekomstige schade
b. eigen bijdrage behandeling € 5.039,-- + toekomstige schade
c. smartengeld € 10.000,--
d. buitengerechtelijke kosten € 17.922,51 +
totaal: € 33.179,-- + toekomstige schade en met de wettelijke rente vanaf het schadetoebrengende feit (22 april 2004) althans vanaf de aansprakelijkstelling (21 maart 2005).
[gedaagde] betwist de schade en beroept zich op matiging
Hieronder zullen deze posten afzonderlijk worden besproken.
2.2. reiskosten (€ 218,-- + toekomstige schade)
2.2.1 [eiseres] stelt het volgende.
Zij heeft in de jaren 2004 t/m 2008 reiskosten moeten maken om bij de opvolgend psycholoog te komen, DAS rechtsbijstand, de advocaat en de rechtbank te bezoeken. Zij schat per jaar een aantal gereden kilometers (2004 100 km en de andere jaren 200 km) en rekent een kilometerprijs van € 0,20 t/m € 0,24 en daarbij parkeerkosten.
2.2.2 [gedaagde] voert hiertegen het volgende aan.
Hij betwist bij gebrek aan wetenschap dat [eiseres] deze kosten gemaakt heeft. De schatting is bovendien in het geheel niet onderbouwd.
2.2.3 De beoordeling.
[gedaagde] heeft niet betwist dat [eiseres] de consulten bij [praktijknaam] heeft gehad, zoals deze uit de overgelegde facturen blijken (prod. 7 bij conclusie na tussenvonnis van [eiseres]). Voorts blijkt uit de facturen, dat [eiseres] in Barendrecht woont en dat [praktijknaam] praktijk houdt in Papendrecht. De geschatte kilometers zijn, gelet op deze consulten niet onredelijk. De bezoeken aan andere instanties kunnen onbesproken blijven.
Hieronder (2.3.3) wordt overwogen dat de consulten van [praktijknaam] voor vergoeding in aanmerking komen, zodat hetzelfde geldt voor de daaraan verbonden reiskosten. De toekomstige kosten worden afgewezen op dezelfde grond als hieronder in 2.3.3. is overwogen.
2.3 eigen bijdrage behandeling (€ 5.039,-- + toekomstige schade)
2.3.1 [eiseres] stelt het volgende:
[eiseres] vordert de nota’s van [gedaagde] over de periode van 2001 t/m 2004 (in totaal € 1.999,34) terug. Daarnaast vordert zij vergoeding van de door haar aan [praktijknaam] (de psycholoog waar zij na [gedaagde] in behandeling ging) betaalde nota’s (in totaal € 3.040,50).
2.3.2 [gedaagde] voert het volgende aan.
De nota’s van 2000 tot het voorjaar 2004 hebben betrekking op verleende therapeutische hulp. Een eenmalige misstap maakt niet dat de voordien verleende hulp niet behoeft te worden betaald.
[gedaagde] betwist het causaal verband tussen de nota’s van [praktijknaam] en het seksuele contact in het voorjaar van 2004. [eiseres] had immers ook psychische klachten die los van deze gedragingen staan. Huwelijksproblemen kunnen niet aan [gedaagde] verweten worden, want deze problemen speelden al langer. Tenslotte is van belang dat [eiseres] zelf het initiatief heeft genomen tot seksueel contact.
2.3.3. De beoordeling
De betalingen aan [gedaagde] zijn in beginsel niet als schade aan te merken. Het betreft betaling voor verleende diensten op grond van de tussen partijen geldende overeenkomst. De overeenkomst is niet ontbonden, zodat geen verplichting tot ongedaanmaking (terugbetaling) is ontstaan.
Dit kan anders zijn, als de diensten waarvoor betaald wordt zelf een onrechtmatig karakter krijgen. Betaling ontvangen voor dergelijke wanprestaties/onrechtmatige gedragingen is op zichzelf al als maatschappelijk onzorgvuldig aan te merken. Vanaf 22 april 2004, de datum waarop het seksueel contact plaatsvond, moet worden aangenomen dat de behandelingen van [gedaagde] niet meer aan de daaraan te stellen eisen voldeden. [eiseres] stelt niet dat vóór eind april 2004 sprake was van grensoverschrijdend gedrag. De facturen die zien op consulten vanaf 20 april 2004 dienen dan ook als schade aangemerkt te worden.
Het betreft de volgende facturen:
19 mei 2004 € 77,50
23 juni 2004 € 77,50
De facturen van [praktijknaam] brengen consulten vanaf 29 november 2004 tot en met 28 april 2008 in rekening. [eiseres] stelt niet dat zij na april 2008 nog hulp nodig heeft of dat in de toekomst nog hulp nodig zal zijn. De vordering die betrekking heeft op toekomstige schade in dit verband is onvoldoende onderbouwd en moet worden afgewezen.
Op zichzelf merkt [gedaagde] terecht op, dat [eiseres] ook zonder zijn onrechtmatig gedrag psychische problemen had, waarbij zij hulp nodig had. Daar staat echter tegenover, dat [gedaagde] de bestaande huwelijksproblemen niet heeft helpen oplossen, maar door zijn onrechtmatig handelen aanzienlijk heeft verergerd. Anders dan [gedaagde] aanvoert, treft niet [eiseres] maar hem, als hulpverlener, een zwaar verwijt terzake en valt eventueel initiatief door [eiseres] daarbij in het niet.
Aannemelijk is bovendien dat [gedaagde] door zijn gedrag het vertrouwen van [eiseres] in de hulpverlening ernstig heeft geschaad, hetgeen de hulpverlening zal hebben bemoeilijkt. De reeds bestaande klachten zullen in het licht van het gebeurde een verwaarloosbaar aandeel in de therapie gehad hebben.
De kosten van [praktijknaam] zijn dan ook geheel toewijsbaar.
In totaal wordt toegewezen:
factuur [gedaagde] 19 mei 2004 € 77,50
factuur [gedaagde] 23 juni 2004 € 77,50
alle facturen [praktijknaam] € 3.040,50 +
€ 3.195,50
2.4 smartengeld (€ 10.000,--)
2.4.1 [eiseres] onderbouwt dit bedrag als volgt.
[eiseres] was extra kwetsbaar (whiplashklachten en een incestverleden), dus de misstap van [gedaagde] heeft haar ernstig getroffen. Daarnaast moeten worden meegewogen de indringende therapie (overdracht en tegenoverdracht), de druk van het vele MSN contact en de dreiging met zelfmoord door [gedaagde]. Alles bij elkaar rechtvaardigt de gevorderde vergoeding. [eiseres] zoek aansluiting bij een uitspraak van het Hof Amsterdam van 8 juli 1992, zoals dat is gepubliceerd in het zgn Smartengeldgids 2006.
2.4.2 [gedaagde] voert hiertegen het volgende aan.
Er heeft slechts éénmaal seksueel contact plaatsgevonden, waartoe [eiseres] zelf het initiatief heeft genomen. Dat [eiseres] vroeger seksueel is misbruikt, heeft zij pas na het seksuele contact verteld; de therapie hield aanvankelijk vooral verband met whiplash klachten. De toegepaste therapie (overdracht en tegenoverdracht) is een gebruikelijk en niet erg indringend. [eiseres] was, anders dan in het aangehaalde Amsterdamse geval, niet bijzonder afhankelijk van [gedaagde]. [eiseres] nam bovendien zelf initiatief tot het seksueel contact en het onderhouden van een affectieve relatie en toen [gedaagde] dat niet wilde, dreigde juist zij met zelfmoord.
2.4.3 De beoordeling.
Indien een benadeelde in zijn persoon is aangetast heeft deze ingevolge het bepaalde in 6:106 lid 1 BW recht op een naar billijkheid vast te stellen schade. Vast staat dat [eiseres] door het seksuele contact met [gedaagde] tijdens de therapeutische behandeling in haar persoon is aangetast. In dit verband zijn de volgende factoren van belang:
- [eiseres] had als cliënte een afhankelijke positie;
- [gedaagde] heeft door zijn onprofessioneel gedrag het vertrouwen van [eiseres] in hulpverlening ernstig beschaamd;
- de huwelijksproblemen waarvoor de therapie o.a. bedoeld was zijn door toedoen van [gedaagde] verergerd;
- er is hulpverlening nodig geweest na het gebeurde.
Gelet op vergelijkbare gevallen in de Smartengeldgids is een vergoeding van € 5.000,--. billijk. De rechtbank is zich er van bewust dat veel minder wordt toegewezen dan gevorderd. Daaruit moet [eiseres] niet de conclusie trekken dat haar leed wordt gebagatelliseerd; zij heeft alleen, in vergelijking met andere gevallen, te veel gevorderd.
2.5 buitengerechtelijke kosten (€ 17.922,51)
2.5.1 [eiseres] stelt in dit verband het volgende.
DAS rechtsbijstand en mr. Eskes hebben met [gedaagde] en zijn advocaten gecorrespondeerd om de aansprakelijkheid erkend te krijgen, de schade vast te stellen en in goed overleg af te wikkelen. In dit verband is een voorlopig getuigenverhoor gehouden, waarbij [eiseres] en [gedaagde] als getuigen zijn gehoord. De werkzaamheden houden geen verband met de kosten als bedoeld in art. 241 Rv (proceskosten). De totale kosten bedragen € 17.922,51, een en ander zoals gespecificeerd in prod. 8 bij de conclusie na tussenvonnis van [eiseres].
2.5.2 [gedaagde] voert het volgende aan.
[eiseres] heeft deze kosten niet gemaakt, omdat zij een rechtsbijstandverzekering heeft. Bovendien zijn de kosten buitensporig hoog en deze kunnen niet als redelijke kosten worden aangemerkt.
2.5.3 De beoordeling.
De kosten van het voorlopig getuigenverhoor zijn kosten waarvoor de proceskostenvergoeding een regeling geeft. Deze kosten moeten in dit verband buiten beschouwing blijven.
De opgevoerde kosten kunnen niet in verband worden gebracht met buitengerechtelijke werkzaamheden; de overgelegde specificatie geeft geen inzicht in de werkzaamheden. Aangezien wel aannemelijk is dat enige buitengerechtelijke werkzaamheden hebben plaatsgevonden ([gedaagde] betwist dit ook niet) zullen de kosten worden begroot op twee punten van het liquidatietarief (twee punten tarief I à € 384,--).
2.6 Wettelijke rente
De wettelijke rente is toewijsbaar vanaf het moment van verzuim. Aangezien het seksuele contact onrechtmatig is jegens [eiseres], is voor verzuim geen ingebrekestelling noodzakelijk. Het smartengeld is toewijsbaar vanaf 22 april 2004, omdat deze schade geacht wordt te zijn geleden vanaf de onrechtmatige gedraging.
De behandelkosten van [praktijknaam] zijn verschuldigd vanaf het moment dat deze vermogensschade wordt geleden; dat deze kosten zijn gemaakt op 22 april 2004 of 21 maart 2005 blijkt niet. De wettelijke rente over de behandelkosten van [praktijknaam] zal worden toegewezen vanaf twee weken vanaf de factuurdatum van de betreffende facturen (prod. 7 bij conclusie na tussenvonnis van [eiseres]). De wettelijke rente over de facturen van [gedaagde] wordt eveneens toegewezen vanaf twee weken na de betreffende factuurdata.
De wettelijke rente over de reiskosten kan niet op deze wijze worden berekend, aangezien deze kosten zijn geschat. De wettelijke rente over de reiskosten wordt toegewezen vanaf het laatste consult bij [praktijknaam] (28 april 2008).
De wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten wordt toegewezen vanaf de dagvaarding, aangezien niet vast te stellen is wanneer de toegewezen kosten zijn gemaakt.
2.7 Recapitulatie: toewijsbaar is
reiskosten € 218,-- + wettelijke rente vanaf 28 april 2008
eigen bijdrage behandeling € 3.195,50 + wettelijke rente (zie 2.6)
smartengeld € 5.000,-- + wettelijke rente vanaf 22 april 2004
buitengerechtelijke kosten € 768,-- + wettelijke rente vanaf 27 december 2006
€ 9.181,50
Het beroep van [gedaagde] op matiging wordt gepasseerd. Uit de stellingen van [gedaagde] volgt niet dat in de gegeven omstandigheden toekenning van de volledige schadevergoeding tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen zal leiden (art. 6:109 lid 1 BW).
2.8 [gedaagde] wordt als de overwegend in het ongelijk gesteld partij veroordeeld in de proceskosten. Deze kosten worden, wat betreft het salaris van de procureur/advocaat, gerelateerd aan het toe te wijze bedrag (4 punten -verzoekschrift, voorlopig getuigenverhoor, comparitie en conclusie na tussenvonnis- tarief I à € 384,--).
De proceskosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot als volgt:
Dagvaarding € 84,87
Griffierecht € 251,--
Procureur/advocaat € 1.536,-- +
€ 1.871,87
3. De beslissing
De rechtbank:
veroordeelt [gedaagde] om tegen kwijting aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 9.181,50, te vermeerderen met de wettelijke rente (zoals hiervoor onder 2.7 is weergegeven) tot de voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiseres] bepaald op € 1.871,87;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk en bij vervroeging uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 3 december 2008.