
Jurisprudentie
BG6280
Datum uitspraak2008-12-03
Datum gepubliceerd2008-12-08
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers397273/CV EXPL 08-11022
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2008-12-08
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers397273/CV EXPL 08-11022
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Onverschuldigde betaling. Beweerde verzekeringsfraude niet komen vast te staan.
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 397273/CV EXPL 08-11022
datum uitspraak: 3 december 2008
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de naamloze vennootschap Allianz Nederland Schadeverzekering N.V.
te Rotterdam
eisende partij in conventie
verwerende partij in reconventie
hierna te noemen Allianz
gemachtigde C.T. Snijder
tegen
de besloten vennootschap meet beperkte aansprakelijkheid
Autobedrijf [HHH] B.V.
te Zwanenburg, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde partij in conventie
eisende partij in reconventie
hierna te noemen [HHH]
gemachtigde Buro R.M. Modde
In conventie en in reconventie
De procedure
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk¬ken:
- de dagvaarding van 29 augustus 2008, met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties,
- het door de kantonrechter tussen partijen gewe¬zen en op 1 oktober 2008 uitgesproken tussenvonnis,
- de aantekeningen van de griffier van de ingevolge dat vonnis op 31 oktober 2008 gehouden comparitie van partijen.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweersproken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a. [XXX] (hierna: [XXX]) heeft op 8 april 2006 van [HHH] een personenauto van het merk Ford, model Galaxy (hierna: de Ford) gekocht.
b. Enkele weken na deze aankoop is de voorruit van de Ford gerepareerd. [HHH] heeft deze reparatie door een derde laten verrichten. Deze reparatie heeft €627,42 gekost.
c. Op 24 mei 2006 heeft [HHH] een akte van cessie opgemaakt waarin het volgende is opgenomen:
“Ondergetekende [XXX] cedeert hierbij aan het autobedrijf [HHH] al het geen hij van de Verzekerings maatschappij Aliance te vorderen heeft ter zake van het aan zijn verzekerde automobiel overkomen schade-evenement d.d. 24-05-06
Voor zover het de z.g. cascoschade betreft en wel ten bedrage van 627,42 euro
Over te maken op ons rekening nummer 35 96 27 404 t.n.v. de Rabobank te Badhoevedorp.
Voor genoemd autobedrijf verklaart door mede ondertekening deze akte de onderhavige cessie en eigendomsoverdracht aan te nemen en te aanvaarden al het geen eerstgenoemde ondergetekende van de Verzekerings maatschappij te vorderen heeft met betrekking tot de cascoschade.
Door uitkering aan het autobedrijf zal de Verzekerings maatschappij ter zake van de cascoschade volledig gekweten zijn van haar verplichtingen jegens haar verzekerde.
Eerst genoemde ondertekende verklaart en eigen risico te dragen van 135 euro
Welk bedrag hij bij aflevering van de automobiel aan het autobedrijf zal voldoen.”
d. Allianz heeft aan [HHH] betaald: €627,42 - €135,00 (eigen risico) = €492,42.
e. [YYY], werknemer van [HHH], heeft in een door hem op 4 januari 2007 ondertekend stuk het volgende verklaard:
“Ik ben thans werkzaam als monteur en apk keurmeester bij autobedrijf [HHH] (…).
U vraagt mij naar de auto van de heer [XXX]. Ik was aan het werk toen de heer [XXX] zijn auto op het terrein parkeerde. Hij had die auto een aantal weken daarvoor bij ons gekocht. Hij wilde dat zijn voorruit vervangen werd. Er zaten wat beschadigingen aan. Ik had daarvoor op geen enkele wijze contact met hem gehad. Ik heb gevraagd of hij daarvoor verzekerd was en hem de procedure uitgelegd. (…) Ik heb daarvoor zijn verzekeringsgegevens nodig. Met die gegevens bel ik de maatschappij. Ik leg uit wat de beschadigingen zijn en krijg een goedkeurnummer, het van toepassing zijnde eigen risico en een schadenummer. Ik maak een akte van cessie (…) laat die door de klant ondertekenen, reken het eigen risico af en laat de ruit door een met ons samenwerkend bedrijf repareren. De maatschappij had geen problemen, er was een eigen risico en ik heb een en ander zo afgewerkt. (…) In dit geval woonde de heer vrij ver van ons af en heb ik een leenauto geregeld. Hij zou hem ’s-avonds op komen halen. Later hoorde ik van mijn baas (de heer [HHH]) dat de klant hem na werktijd had opgehaald rond 19.00. En dat gezien de afstand wij het eigen risico voor onze rekening genomen hebben. Komt ook wel vaker voor.
(…)
U geeft aan dat de heer [XXX] aangifte heeft gedaan van valsheid in geschrifte inzake de melding van de ruitschade. Dat is dus niet zo! Het is gegaan zoals ik hierboven omschreven heb. Voor de heer [XXX] mijn werkplaats instapte heb ik hem nog nooit gezien of gesproken. De heer [XXX] heeft zelf aangegeven dat hij de ruit vervangen wilde. Hij heeft zelf de verzekeringspapieren aan mij gegeven en ook zelf een handtekening gezet, alhoewel ik daar niet bij geweest ben. Dat is gebeurd in aanwezigheid van de heer [HHH], ’s-Avonds toen hij de auto kwam ophalen.”
f. C. [HHH] heeft in een door hem op 4 januari 2007 ondertekend stuk het volgende verklaard:
“(…)
U geeft aan dat de heer [XXX] aangifte heeft gedaan van valsheid in geschrifte inzake de melding van de ruitschade. Er is geen valsheid in geschrifte gepleegd door mij. De heer [XXX] heeft zich gemeld bij een van mijn medewerkers. [YYY] heeft de zaak verder afgewikkeld. ’s-Avonds (…) rond 19.00 kwam de heer [XXX] zijn auto weer ophalen. (…) Ik heb de papieren gezocht en hem de akte van cessie laten tekenen. Dat deed hij in mijn aanwezigheid. Ik (heb) hem zien tekenen. (…)
Omdat hij zo’n herrie maakte en ik snel van hem afwilde (…) heb ik hem toegezegd dat ik het eigen risico voor mijn rekening nam en hij ook geen rekening zou krijgen van de leenauto. (…)
Later heb ik ook een aantal stukken gezien die origineel van mijn bedrijf vandaan komen, maar die nu niet meer in de originele staat zijn waarin ze zijn afgegeven. Dit is makkelijk te bewijzen want ik (heb) de originele stukken nog. De heer [XXX] heeft deze zelf veranderd, alvorens ze door te sturen als bewijs van zijn stelling.
(…)”
In conventie
De vordering
Allianz vordert dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [HHH] zal veroordelen tegen kwijting aan Allianz te betalen €1.811,06, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2008 over €1.294,22 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [HHH] in de proceskosten.
Allianz heeft het volgende aan haar vordering ten grond¬slag gelegd:
[XXX] kocht op 8 april 2006 van [HHH] de Ford Galaxy met het kenteken
74-HK-TP. De voorruit van de Ford was niet in orde en deze zou door [HHH] op haar reke-ning worden vervangen.
De ruit is gerepareerd en Allianz heeft de nota, met een bedrag van €492,42, aan [HHH]
vergoed. De vordering op Allianz zou door [XXX] aan [HHH] zijn gecedeerd.
[XXX] betwist zijn handtekening onder de akte van cessie te hebben geplaatst.
Allianz heeft een onderzoek laten instellen door ITEB Schadeservices (hierna: ITEB).
Allianz vordert het aan [HHH] betaalde bedrag op grond van artikel 6:203 BW als onver-schuldigd betaald terug, alsmede de kosten van het door ITEB uitgevoerde onderzoek ten bedrage van €801,80.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft [HHH] Allianz genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven. Allianz heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten belope van €357,00. [HHH] dient deze kosten ingevolge artikel 6:96 lid 2 sub c BW aan Allianz te voldoen.
Voorts is [HHH] de wettelijke rente verschuldigd geworden. Deze bedraagt, berekend tot 29 augustus 2008, €159,84.
Het verweer
[HHH] betwist de vordering en voert daartoe het volgende aan:
Bij de verkoop van de Ford aan [XXX] is niet overeengekomen dat de voorruit op kosten van [HHH] zou worden vervangen. De notitie op de koopbon die door Allianz is overgelegd moet op de bon zijn geplaatst nadat deze aan [XXX] was afgegeven. In de administratie van [HHH] ontbreekt een bon met de aantekening dat de voorruit op kosten van [HHH] zou worden gerepareerd.
Enkele weken nadat [XXX] de Ford had gekocht, heeft hij deze weer bij [HHH] gebracht om de voorruit te laten vervangen. [XXX] heeft bij die gelegenheid vrijwillig zijn verzekeringsgegevens opgegeven. Nadat [HHH] met de verzekeringsmaatschappij contact had opgenomen, is de akte van cessie opgemaakt en door [XXX] ondertekend.
Het door ITEB verrichte onderzoek is niet volledig geweest. De personen die met [XXX] te maken hebben gehad, zijn niet gehoord.
In reconventie:
De vordering
[HHH] vordert dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Allianz zal veroordelen tot betaling aan [HHH] van €3.689,00.
[HHH] heeft het volgende aan haar vordering ten grond¬slag gelegd:
[HHH] heeft voor de behandeling van deze zaak kosten moeten maken die zij vergoed wenst te zien door Allianz.
Die kosten stelt [HHH] op de volgende bedragen:
25 uren werkzaamheden door de gemachtigde van [HHH] ad €100,00 = €2.500,00
8 verloren uren van werknemers van [HHH] ad €75,00 = € 600,00
Subtotaal €3.100,00
Omzetbelasting 19% € 589,00
Totaal verschuldigd €3.689,00
Het verweer
Allianz betwist de vordering en voert daartoe het volgende aan:
De vordering is niet onderbouwd en gespecificeerd. Er is niet gebleken waarop de kosten betrekking hebben.
De beoordeling van het geschil
In conventie
1. Allianz beroept zich op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten. Nu uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid of billijkheid geen andere verdeling van de bewijslast voortvloeit, draagt Allianz op grond van het bepaalde bij artikel 150 Rv de bewijslast van die feiten.
2. Voor de stelling van Allianz dat de voorruit gratis door [HHH] zou worden gerepareerd is onvoldoende bewijs voorhanden. De stukken die zij daartoe in het geding heeft gebracht geven, in het licht van de ter comparitie door [HHH] getoonde stukken die op de verkoop van de Ford betrekking hebben, een ander beeld dan wat er volgens [HHH] heeft plaatsgevonden. Nu [HHH] een consistent betoog heeft gehouden over de gang van zaken bij de verkoop van de Ford aan [XXX], onder overlegging van de daarop betrekking hebbende documenten, en voorts Allianz slechts is afgegaan op wat haar door [XXX] is meegedeeld, heeft Allianz naar het oordeel van de kantonrechter het standpunt van [HHH] onvoldoende gemotiveerd weerlegd. Dat de voorruit door [HHH] gratis zou worden gerepareerd is derhalve niet komen vast te staan.
3. Voorts dient te worden onderzocht of er sprake is van valsheid in geschrifte met betrekking tot de akte van cessie zoals door Allianz is gesteld. Ook deze stelling vindt onvoldoende steun in de overgelegde stukken.
4. Ook hiervoor geldt dat Allianz, in het licht van de verklaringen van [YYY] en [HHH] zoals deze onder de vaststaande feiten zijn opgenomen, onvoldoende concrete andere feiten en/of omstandigheden, anders dan de enkele mededelingen van [XXX], gesteld heeft die tot het oordeel zouden kunnen leiden dat de akte van cessie valselijk is opgemaakt. Dit geldt temeer nu Allianz op geen enkele wijze heeft vermeld op welke wijze anders dan door de eigen mededelingen van [XXX] aan [HHH], [HHH] op de hoogte kon geraken van diens verzekeringsmaatschappij, verzekeringspolis en het bedrag van het eigen risico, terwijl door Allianz niet wordt ontkend dat dit eigen risico uiteindelijk door [HHH] is gedragen.
5. Ook het door ITEB verrichte onderzoek biedt, in samenhang beschouwd met wat hiervoor reeds is overwogen, onvoldoende aanknopingspunten om de conclusie te rechtvaardigen dat de akte van cessie valselijk is opgemaakt.
6. Het vorenstaande komt erop neer dat de kantonrechter van oordeel is dat Allianz het verweer van [HHH] onvoldoende gemotiveerd heeft weerlegd en dat zij om die reden niet tot bewijslevering zal worden toegelaten.
7. Nu de valsheid van de akte van cessie niet komt vast te staan, ontvalt daarmee de grondslag aan de vordering. Deze zal daarom moeten worden afgewezen.
8. Allianz zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
In reconventie
9. De door [HHH] gevorderde kosten hebben blijkens de eigen stellingen van [HHH] betrekking op de onderhavige procedure. De wet geeft voor die kosten al een voorziening in de vorm van de proceskostenveroordeling in conventie.
10. Op grond van het vorenstaande zal de vordering worden afgewezen.
11. [HHH] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Gelet op de samenhang tussen de beide vorderingen, zullen de proceskosten aan de zijde van Allianz op nihil worden begroot.
Beslissing
De kantonrechter:
In conventie:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt Allianz in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [HHH] begroot op € 300,00 aan salaris voor de gemachtigde.
In reconventie:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt [HHH] in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van Allianz begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.