Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG6367

Datum uitspraak2008-11-24
Datum gepubliceerd2008-12-10
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Breda
Zaaknummers195474 KG ZA 08-559
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Aanbesteding van Wmo-hulpmiddelen. Geldigheid van de inschrijving. Geen sprake van een kennelijke verschrijving.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK BREDA Sector civiel recht, team handelsrecht zaaknummer / rolnummer: 195474 / KG ZA 08-559 Vonnis in kort geding van 24 november 2008 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BEENHAKKER ROTTERDAM B.V., gevestigd te Capelle aan den IJssel, eiseres, advocaat mr. S.C. Brackmann te Rotterdam, tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE BREDA, zetelend te Breda, gedaagde, advocaten mr. M.G.J. van der Velden en mr. M.J. Gruppen te Brussel, en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid WELZORG REVALIDATIE TECHNIEK B.V., gevestigd te Almere, voegende partij aan de zijde van gedaagde, advocaat mr. A.E. de Kreuk te Amsterdam, en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MEYRA RETAIL & SERVICES B.V., gevestigd te Nijkerk, voegende partij aan de zijde van gedaagde, advocaat mr. drs. M.J. de Meij te Amsterdam, en de vennootschap onder firma THUISZORGWINKEL MEDIPLUS V.O.F., gevestigd te Breda, voegende partij aan de zijde van gedaagde, advocaat mr. M.B.A. Alkema te Breda. Partijen zullen hierna ‘Beenhakker’ (eiseres), ‘Breda’ (gedaagde), ‘Welzorg’ (voegende partij), ‘Meyra’ (voegende partij) en ‘MediPlus’ (voegende partij) worden genoemd. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding van 23 oktober 2008 met producties; - de incidentele conclusie tot voeging van Welzorg, met producties; - de incidentele conclusie tot voeging van Meyra, met een productie; - de incidentele conclusie tot voeging van MediPlus, met producties; - de mondelinge behandeling ter zitting van 17 november 2008; - de pleitaantekeningen van mr. Brackmann; - de pleitaantekeningen van mrs. Van der Velden en Gruppen; - de pleitaantekeningen van mr. De Kreuk; - de pleitaantekeningen van mr. De Meij; - de pleitaantekeningen van mr. Alkema. 1.2. In het incident heeft de voorzieningenrechter Welzorg, Meyra en MediPlus toegestaan zich te voegen aan de zijde van Breda. Tot slot is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties wordt in dit kort geding uitgegaan van de navolgende feiten: - In juni 2008 heeft Breda aangekondigd een opdracht openbaar aan te besteden. De opdracht betreft de levering van hulpmiddelen (rolstoelen, vervoersvoorzieningen en roerende woonvoorzieningen) ten behoeve van de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het gunningscriterium is de economisch meest voordelige aanbieding, met dien verstande dat Breda drie inschrijvers zal selecteren waarmee zij een raamovereenkomst zal sluiten. De uiterste inschrijvingsdatum is 25 augustus 2008. - Op deze opdracht hebben Beenhakker, Welzorg, Meyra en MediPlus ingeschreven. - Bij brief van 11 september 2008 heeft Breda Beenhakker in de gelegenheid gesteld haar inschrijving op een aantal punten toe te lichten. Eén van die punten betreft de aanbieding van de scootmobiel Saturnus 3 778 NR met een maximale snelheid van 8 km/uur in de categorie 5b (geveerde scootmobielen met een snelheid van 10 tot 12 km/uur). In haar reactie van 15 september 2008 heeft Beenhakker medegedeeld dat haar inschrijving een schrijffout bevat aangezien zij voor de ingeschreven prijs de Jupiter 3 778 NR wil aanbieden in plaats van de Saturnus 3 778 NR. Bij brief van 17 september 2008 heeft Breda als reactie gewezen op het feit dat de Jupiter volgens de productinformatie geschikt is voor een lichaamsgewicht van maximaal 115 kg terwijl is gevraagd om een scootmobiel met een gebruikersgewicht van minimaal 120 kg. Op 22 september 2008 heeft Beenhakker aan Breda geantwoord dat de Jupiter is gegarandeerd tot een gebruikersgewicht van 120 kg. - Op 9 oktober 2008 heeft Breda aan Beenhakker schriftelijk medegedeeld dat haar inschrijving niet verder in behandeling wordt genomen omdat deze niet volledig voldoet aan de in het bestek gestelde eisen. Ter toelichting is gesteld dat de inschrijving van de Saturnus voor de categorie 5b niet wordt beschouwd als een verschrijving en dat bovendien zowel de Saturnus als de Jupiter niet voldoen aan de eis van een gebruikersgewicht van minimaal 120 kg. Breda heeft daaraan toegevoegd dat zij voornemens is een raamovereenkomst te sluiten met de inschrijvers Meyra, MediPlus en Welzorg. 3.Het geschil 3.1. Beenhakker vordert, kort gezegd, om Breda bij vonnis te gebieden de inschrijving van Beenhakker op te nemen in de aanbestedingssprocedure en om Breda te veroordelen om de inschrijving van Beenhakker binnen vijftien kalenderdagen te beoordelen, op te nemen in de rangschikking van inschrijvingen en mede te delen of de opdracht al dan niet mede aan Beenhakker zal worden gegund, met veroordeling van Breda in de proceskosten. 3.2. Breda voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 3.3. Welzorg en Meyra vorderen niet-ontvankelijkverklaring van Beenhakker danwel afwijzing van haar vorderingen, met veroordeling van Beenhakker in de proceskosten. MediPlus concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van Beenhakker of tot afwijzing van de vorderingen van Beenhakker, met veroordeling van Beenhakker in de proceskosten van MediPlus. 4. De beoordeling 4.1. De inzet van het geding is de vraag of Breda de inschrijving van Beenhakker op de opdracht inzake Wmo-hulpmiddelen buiten beschouwing moet laten op de grond dat deze inschrijving niet aan de gestelde eisen voldoet. Bij de beantwoording van deze vraag stelt de voorzieningenrechter voorop dat de gunning van een aanbestede opdracht plaatsvindt op basis van de door de aanbesteder ontvangen geldige inschrijvingen. Na de opening van de ontvangen inschrijvingen dient de aanbesteder de ontvangen inschrijvingen te beoordelen, om te beginnen op hun volledigheid en conformiteit aan de gestelde eisen. Het beginsel van gelijke behandeling van inschrijvers verzet zich tegen de mogelijkheid dat een inschrijver zijn inschrijving na het sluiten van de inschrijvingstermijn nog aanvult of verduidelijkt. Een uitzondering hierop is denkbaar indien sprake is van een voor eenieder kenbare omissie. 4.2. Voornoemd uitgangspunt brengt mee dat Breda moet uitgaan van de inschrijving van Beenhakker zoals zij die voor het sluiten van de inschrijvingstermijn op 25 augustus 2008 heeft ontvangen. In de categorie 5b heeft Beenhakker ingeschreven met scootmobiel Saturnus 3 778 NR. Bij deze inschrijving heeft Beenhakker de productinformatie van dit specifieke model scootmobiel gevoegd. Dat betekent dat de inschrijving van Beenhakker in de categorie 5b van de scootmobiel Saturnus correspondeert met de bijgevoegde gegevens. Van een tegenstrijdigheid in de inschrijving van Beenhakker is geen sprake. Voorzover de inschrijving van Beenhakker zoals door haar gesteld abusievelijk een verkeerde voorstelling van zaken geeft, is dat naar objectieve maatstaven niet aan te merken als een voor eenieder kenbare omissie. Ter zitting heeft Beenhakker op dit punt nog aangevoerd dat het verschil tussen de dealerprijs van de Saturnus en de door Beenhakker geoffreerde prijs veel te groot is. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan uit dit prijsverschil echter niet volgen dat sprake is van een abusievelijk onjuiste inschrijving. De aanbestedingsprocedure ontleent zijn bestaansrecht juist aan het feit dat in de praktijk marktpartijen voor hetzelfde product met verschillende prijzen blijken in te schrijven. Die verschillen zijn vaak niet gering. Uit voorgaande overwegingen volgt dat Breda de correctie van Beenhakker op haar inschrijving terecht niet heeft toegelaten, temeer nu deze correctie strekt tot wijziging van het product waarmee is ingeschreven. 4.3. Vervolgens is de vraag of de oorspronkelijke inschrijving van Beenhakker met de scootmobiel Saturnus voor categorie 5b voldoet aan de gestelde minimumeisen. Niet is in geschil dat de minimumeisen van het bestek bij gelegenheid van de Nota van Inlichtingen zijn gewijzigd, aldus dat sindsdien voor scootmobielen moet worden ingeschreven in vijf categorieën, dat in categorie 5b moet worden ingeschreven met een geveerd scootmobiel waarvan de maximale snelheid ligt tussen 10 en 12 km/uur en dat het gebruikersgewicht van de geoffreerde scootmobiel in alle categorieën minimaal 120 kg moet bedragen. Vast staat dat het door Beenhakker ingeschreven model Saturnus met een opgegeven snelheid van maximaal 8 km/uur en een opgegeven gebruikersgewicht van 115 kg niet voldoet aan deze minimumeisen. Ingevolge het gestelde in de tweede alinea van paragraaf 4.1 van het bestek (‘Niet voldoen aan het Programma van Eisen leidt (..) tot uitsluiting van de procedure.’) moet Breda de inschrijving van Beenhakker daarom buiten beschouwing laten. Op dit punt komt Breda geen beleidsvrijheid of belangenafweging toe. Dat betekent dat de vorderingen van Beenhakker zullen worden afgewezen. 4.4. Als de in het ongelijk te stellen partij zal Beenhakker worden veroordeeld in de proceskosten van Breda. De kosten aan de zijde van Breda worden begroot op een bedrag van in totaal € 1.070,-, te weten € 254,- aan vastrecht en een bedrag van € 816,- aan salaris voor de advocaat. Verder zal Beenhakker worden veroordeeld in de proceskosten van de voegende partijen Welzorg, Meyra en MediPlus. Deze kosten worden begroot op € 662,- per partij, te weten een bedrag van € 254,- aan vastrecht en € 408,- aan salaris voor de advocaat. 5. De beslissing De voorzieningenrechter: wijst de vorderingen van Beenhakker af; veroordeelt Beenhakker in de proceskosten van Breda, tot op heden begroot op een bedrag van eur 1.070,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening; veroordeelt Beenhakker in de proceskosten van Welzorg en Meyra, tot op heden begroot op een bedrag van eur 662,- per partij, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening; veroordeelt Beenhakker in de proceskosten van MediPlus, tot op heden begroot op een bedrag van eur 662,-; verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. Leijten, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier mr. De Baar op 24 november 2008.