Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG6395

Datum uitspraak2008-12-03
Datum gepubliceerd2008-12-10
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200806485/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Bij besluit van 4 juli 2008, no. 2008-000799, heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland beslist over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Neerijnen (hierna: de raad) bij besluit van 20 december 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Oude Zandstraat/Waalbandijk te Opijnen" (hierna: het plan).


Uitspraak

200806485/2. Datum uitspraak: 3 december 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen: [verzoekers], wonend te [woonplaats], en het college van gedeputeerde staten van Gelderland, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 4 juli 2008, no. 2008-000799, heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland beslist over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Neerijnen (hierna: de raad) bij besluit van 20 december 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Oude Zandstraat/Waalbandijk te Opijnen" (hierna: het plan). Tegen dit besluit hebben [verzoekers] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 augustus 2008, beroep ingesteld. Bij deze brief hebben [verzoekers] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 18 november 2008, waar [verzoekers], vertegenwoordigd door [gemachtigde], en het college, vertegenwoordigd door P.G.A.L. Evers, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. 2.2. Het bestemmingsplan voorziet in de realisering van vijf woningen op de gronden gelegen tussen de bebouwing aan de zuidzijde van de kern Opijnen en de Waalbandijk, welke gronden thans in gebruik zijn als fruitboomgaard. De woningbouwlocatie zal volgens het plan worden ontsloten via een weg die uitkomt op de Oude Zandstraat. 2.3. [verzoekers] voeren aan dat de ontsluitingsweg te smal is voor de hulpdiensten en dat het gebruik van de weg tot een toename van de verkeersonveiligheid op de kruising met de Oude Zandstraat zal leiden. Voorts is volgens hen niet onderzocht of het gebruik van de ontsluitingsweg geen schade zal veroorzaken aan de op korte afstand van die weg gelegen woningen. Zij stellen dat met name tijdens de bouwfase door bouwverkeer mogelijk schade zal ontstaan aan het monumentenpand en de monumentale boom op het perceel aan de Zandstraat 9, alsook dat ter plaatse verkeersonveilige situaties zullen ontstaan, vanwege de beperkte manoeuvreerruimte voor zwaar bouwmaterieel op de Oude Zandstraat. Zij vrezen dat de inwerkingtreding van het plan zal leiden tot onomkeerbare gevolgen. Tevens is door [verzoekers] aangevoerd dat geen transparante en evenwichtige afweging van de verschillende alternatieven voor de ontsluiting van de woningbouwlocatie heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld via de Waalbandijk. 2.4. Ter zitting is namens het college verklaard dat voor het woningbouwproject nog geen bouwvergunningen zijn aangevraagd of verleend en dat op korte termijn slechts zal worden begonnen met het bouwrijp maken van de desbetreffende gronden. 2.5. De voorzitter acht niet aannemelijk dat van het voor het bouwrijp maken van de gronden benodigde werkverkeer de door [verzoekers] gestelde gevolgen voor hun woningen of de verkeersveiligheid vallen te vrezen. Gelet op het geringe aantal te realiseren woningen komt het de voorzitter vooralsnog evenmin aannemelijk voor dat na de uitvoering van het plan sprake zal zijn van zodanige verkeersintensiteiten, dat het gebruik van de ontsluitingsweg tot onaanvaardbare problemen door het verkeer ter plaatse zal leiden. Bij dit oordeel betrekt de voorzitter mede dat, blijkens de plantoelichting, in aansluiting bij het plan Duurzaam Veilig van 2002 op de wegen in de kern een maximum 30 km/u zonering is ingesteld. 2.6. Blijkens de stukken, waaronder de plantoelichting, zal aan eventuele problemen voor de doorgang van hulpdiensten over de aan te leggen ontsluitingsweg, nog nader aandacht worden besteed. Mede gelet op de breedte van die weg heeft de voorzitter niet de verwachting dat dit aspect aan uitvoering van het plan in de weg staat. 2.7. De voorzitter heeft voorts niet de verwachting dat in hetgeen [verzoekers] met name met betrekking tot het gebrek aan inzichtelijkheid van de afweging van alternatieve ontsluitingsmogelijkheden hebben aangevoerd, door de Afdeling aanleiding zal worden gezien voor het oordeel dat de besluitvorming van de raad en/of het college onjuist of onzorgvuldig tot stand is gekomen. Daarbij moet er op worden gewezen dat bij de besluitvorming van het college alternatieven pas aan de orde kunnen komen indien bij de keuze van de gemeenteraad blijkt van ernstige bezwaren. 2.8. Gezien het vorenstaande is de voorzitter van oordeel dat geen aanleiding is tot het treffen van een voorlopige voorziening. Gelet hierop wordt het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen afgewezen. 2.9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: wijst het verzoek af. Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. N.T. Zijlstra, ambtenaar van Staat. w.g. Hoekstra w.g. Zijlstra voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 3 december 2008 240.