
Jurisprudentie
BG6661
Datum uitspraak2008-11-24
Datum gepubliceerd2008-12-12
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers258387 KG ZA 08-1162
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Datum gepubliceerd2008-12-12
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers258387 KG ZA 08-1162
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Indicatie
Kort geding. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter dient, in het licht van alle omstandigheden in samenhang beschouwd, het recht op bescherming van de eer en goede naam en de persoonlijke levenssfeer te prevaleren boven het recht op vrije meningsuiting.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 258387 / KG ZA 08-1162
Vonnis in kort geding van 24 november 2008
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
POSTYNO B.V.,
statutair gevestigd te Utrecht en kantoorhoudende te Den Dungen,
eiseres,
2. [eiser 2],
wonende te Den Dungen,
eiser,
advocaat mr. R. Amelink,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FIELDVISION BEHEER B.V.,
gevestigd te Mijdrecht,
2. [gedaagde 2],
wonende te Mijdrecht,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 3],
gevestigd te Rotterdam,
4. [gedaagde 4],
wonende te Rotterdam,
5. [gedaagde 5],
wonende te Dordrecht,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GUBBA B.V.,
statutair gevestigd te Utrecht en kantoorhoudende te Vianen,
gedaagden,
advocaat mr. J.A.F. Considine
Partijen zullen hierna Postyno B.V. c.s. dan wel afzonderlijk Postyno B.V. en [eiser 2] genoemd worden en Fieldvision Beheer B.V. c.s., dan wel afzonderlijk Fieldvision Beheer B.V, [gedaagde 2], [gedaagde 3], [gedaagde 4], [gedaagde 5] en Gubba B.V. genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Postyno B.V. c.s.
- de pleitnota van Fieldvision Beheer B.V. c.s..
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3. In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 24 november 2008 vonnis gewezen. Het onderstaande vormt hiervan de nadere schriftelijke uitwerking.
2. De feiten
2.1. Postyno B.V., waarvan [eiser 2] 100% aandeelhouder was, YGC Beheer B.V. en Fieldvision B.V., waarvan [gedaagde 2] 100 % aandeelhouder was, waren gezamenlijk de aandeelhouders van 21 C B.V., die bestuurder van Gubba B.V. was. 21C B.V. hield 90 % van de aandelen van Gubba B.V., [gedaagde 4] en [gedaagde 5] ieder 5%. Tussen Gubba B.V. en elk van de aandeelhouders van 21 C B.V. bestond een managementovereenkomst. Tevens was een aandeelhoudersovereenkomst gesloten tussen Gubba B.V. en 21 C.
2.2. Bij overeenkomst van 23 juli 2008 is een structuurwijziging tot stand gebracht. YGC Beheer B.V. verkreeg 100% van de aandelen van 21 C B.V. De aandelen van Gubba B.V. werden verkregen door Postyno B.V. (15%), Fieldvision B.V. (45%), Boost Company Holding B.V. (30%), terwijl [gedaagde 4] en [gedaagde 5] ieder 5 % behielden.
Fieldvision Beheer B.V. werd bestuurder van Gubba B.V. Gubba B.V. heeft een managementovereenkomst gesloten met Postyno voor een periode van zes maanden ingaande 1 juli 2008.
2.3. Bij brief van 16 oktober 2008 heeft [eiser 2] namens Postyno B.V. aangegeven per 1 januari 2009 zijn managementswerkzaamheden niet te willen voortzetten.
Hij heeft daarbij zijn aandelen in Gubba B.V. aangeboden aan de andere aandeelhouders.
2.4. Bij brief van 6 november 2008 heeft [gedaagde 2] de managementovereenkomst tussen Postyno B.V. en Gubba B.V. met ingang van 7 november 2008 beëindigd.
Hij heeft daarbij Postyno B.V. ervan beschuldigd Gubba B.V. “te hebben uitgehold” en Postyno B.V gesommeerd om haar aandelen in Gubba B.V. binnen tien dagen in te leveren voor een bedrag van EUR 1,- , bij gebreke waarvan bijbetaling van een bedrag van
EUR 125.000,- gevorderd zou worden.
2.5. Bij brief van 10 november 2008 is Postyno B.V. c.s. akkoord gegaan met de vervroegde beëindiging van de managementsovereenkomst tussen Postyno BV en Gubba B.V. Postyno heeft betwist dat haar wanprestatie kan worden verweten, dat zij een bedrag zou moeten bijbetalen en dat zij haar aandelen zou moet aanbieden.
2.6. [gedaagde 4] heeft op 12 november 2008 de raadsman van Postyno B.V. c.s. een mail gestuurd met de volgende inhoud, voor zover hier van belang:
(…) In de kwestie Postyno & [eiser 2] / Gubba hebben Gubba B.V. haar aandeelhouders en [gedaagde 2] als statutair bestuurder van Gubba B.V. ht, mij verzocht als hun zaakwaarnemer cq. belangenbehartiger op te treden.
(...) dat Gubba momenteel de volgende additionele maatregelen voorbereidt:
1) Er is zijdens Gubba een schrijven geconcipieerd, dat klaarligt om door haar te worden verzonden aan de ca. 1.250 investeerders en investeringsmaatschappijen die Nederland rijk is; dit schrijven heeft ten doel partijen te waarschuwen voor [eiser 2] en bevat een advies niet met dit heerschap op enigerlei wijze in zee te gaan. (…)
3) (…) Ook wordt contact gezocht met eerder benadeelde investeerders 'voorafgaand aan de periode Gubba'. Doel van deze exercitie is [eiser 2] te laten portretteren in het Tros-programma 'Opgelicht', hetgeen tegelijkertijd een waarschuwing aan de gemeenschap inhoudt.
Mocht u van mening zijn dat er nog iets te onderhandelen cq. te schikken valt in deze casus, dan is dit een misvatting. [eiser 2] en Postyno BV hebben slechts de keuze vóór of uiterlijk op vrijdag 21 november a.s. al niet het navolgende schriftelijk, onherroepelijk, onvoorwaardelijk en integraal te verklaren:
1) Postyno BV biedt haar aandelenbelang ter grootte van 15% van het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal in Gubba BV onherroepelijk en onvoorwaardelijk voor € 1,- aan aan Fieldvision BV danwel een door Fieldvision nader te bepalen marktpartij
én
2) Postyno BV betaalt de management fees over augustus en september 2008 ter grootte van € 10.000,- onmiddellijk terug aan Gubba. (…) Op de management fee over oktober 2008 zal Postyno geen recht doen gelden.
én
3) [eiser 2] en Postyno BV verlenen op eerste afroep van Gubba danwel haar aandeelhouders maximale medewerking aan het oplossen van de in de brief van 6 november 2008 genoemde claimsituaties in het belang van Gubba.
én (…)
7) [eiser 2] en Postyno BV danwel andere aan [eiser 2] of Postyno gelieerde partijen zullen gedurende 5 jaren geen relaties aangaan met investeerders cq. investeringsmaatschappijen op basis van duurzame en niet duurzame nieuwe proposities danwel duurzame en niet duurzame bestaande ventures.
Géén of een te late reactie, een ontwijkende of op onderdelen afwijkende reactie of een anderszins niet integraal akkoord zullen allen als afwijzing van dit aanbod worden aangemerkt. Zulks houdt in dat de bovengenoemde 3 acties onmiddellijk en onomkeerbaar in gang zullen worden gezet. Voorts zal de Ondernemingskamer alsdan worden verzocht om een onderzoek in te stellen naar de handelswijze van de heer [eiser 2] bij Gubba. (...) zal de aanbiedingsplicht ex artikel 8.5. van de (...) aandeelhoudersovereenkomst worden ingeroepen, waarbij Postyno BV € 125.000,- dient bij te betalen in de verkoop van haar aandelenbelang Gubba.
2.7. Op 14 november 2008 heeft [gedaagde 4] [eiser 2] een mail gestuurd met de volgende inhoud, voor zover hier van belang:
(…) U bevindt zich (...) niet in de positie om te onderhandelen, er is sowieso geen sprake van een 'dealsituatie'.
Wél hebben de belanghebbenden m.b.t. Gubba u nog een 3e alternatief te bieden (…):
• U compenseert Gubba BV éénmalig voor een deel van de door haar geleden schade. U betaalt uit dien hoofde een bedrag ter grootte van € 50.000,- aan Gubba BV. (…)
In ruil daarvoor:
• Wordt u in de gelegen gesteld uw 15%-aandelenpakket Gubba voor € 1,- te verkopen aan Fieldvision B.V. en dit terwijl de marktwaarde € 125.000,- negatief is.
• Ontvangt finale en onherroepelijk kwijting t.a.v. álle claims van derden welke Gubba als gevolg van uw handelen zijn toegevallen
• Zult u niet strafrechtelijk worden vervolgd voor valsheid in geschrifte zijdens Gubba en haar belanghebbenden
• Zal er geen procedure bij de Ondernemingskamer worden opgestart over uw wanbeleid bij Gubba BV
• Zult u niet worden geconfronteerd met een conservatoire beslaglegging zakelijk en in privé, de 1e actie die op de rol staat naar 21 november a.s. wanneer (…) Gubba en haar belanghebbenden enerzijds en u en Postyno anderzijds niet tot een vergelijk zijn gekomen
• Zult u ook overigens niet worden geconfronteerd met verdere rechtsmiddelen zijdens Gubba en haar belanghebbenden
• Zult u geen portret van u zelf op televisie gaan zien in het programma 'Opgelicht'
• Zult u niet in negatieve zin onder de aandacht worden gebracht bij investerend Nederland in de ruimste zin des woords (…)
• Kunt u vrijelijk samenwerkingen met derden aangaan (...)
Ik wijs u erop dat mijn opdrachtgevers over zowel de tijd, een lange adem als zeer ruime middelen beschikken om procedures en wat dies meer zij door te zetten.
3. Het geschil
3.1. Postyno B.V. c.s. vordert samengevat - uitvoerbaar bij voorraad
Fieldvision Beheer B.V. c.s. te verbieden:
1. (i) geheel of gedeeltelijk uitvoering te geven, op welke wijze dan ook, (schriftelijk, mondeling of digitaal) aan de aangekondigde communicatie en acties, meer in het bijzonder maar niet beperkt tot:
• een schrijven…, dat klaar ligt ... te worden verzonden aan de ca. 1.250 investeerders en investeringsmaatschappijen die Nederland rijk is; dit schrijven heeft ten doel partijen te waarschuwen voor de heer [eiser 2] en bevat een advies niet met dit heerschap op enigerlei wijze in zee te gaan.
• Ook wordt contact gezocht met eerder benadeelde investeerders 'voorafgaand aan de periode Gubba'. Doel van deze exercitie is de heer [eiser 2] te laten portretteren in het Tros-programma 'Opgelicht', hetgeen tegelijkertijd een waarschuwing aan de gemeenschap inhoudt.
(ii) zich publiekelijk en/of door middel van het doen van (massa) communicatie-uitingen (schriftelijk, mondeling of digitaal) over Postyno B.V. of [eiser 2] te wenden tot groepen van personen en/of rechtspersonen, omroepen, uitgevers of vergelijkbare organisaties;
(iii) direct of indirect te bewerkstelligen dat anderen overgaan tot het doen van de
onder (ii) bedoelde communicatie-uitingen, dan wel medewerking te verlenen aan zodanige initiatieven van anderen;
(iv) zelf over te gaan tot of bewerkstelligen dat anderen overgaan tot publicaties (schriftelijk of op het internet) over Postyno B.V. of [eiser 2];
(v) zich direct of indirect, op welke wijze dan ook, (schriftelijk, mondeling of digitaal) negatief uit te laten over Postyno B.V. of [eiser 2];
op straffe van een hoofdelijk te verbeuren dwangsom, en hoofdelijke veroordeling in de proceskosten.
3.2. Fieldvision Beheer B.V. c.s. voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Postyno B.V. c.s. heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat het uitvoeren van de aangekondigde communicatie en acties onrechtmatig is en onnodig grievend. Bovendien wordt Postyno B.V. c.s. door genoemde acties onnodig en onevenredig in haar reputatie geschaad. De publicaties hebben ten doel om de door Postyno verkregen aandelen in Gubba voor niets te krijgen en hebben geen enkele relatie met deugdelijk feitenonderzoek of de noodzaak om publiekelijk misstanden aan de kaak te stellen. Daarnaast is er geen sprake van een evenwicht tussen de aard van de verdenking/beschuldiging van Fieldvision Beheer B.V. c.s. en de ernst van de voor Postyno B.V. c.s. te verwachten gevolgen indien Fieldvision Beheer B.V. c.s. de voorgenomen acties uitvoert. Tot slot heeft Postyno B.V. c.s. aangevoerd dat de beschuldigingen tegen Postyno B.V. c.s. niet naar behoren zijn ingekleed.
4.2. Fieldvision Beheer B.V. c.s. heeft allereerst gesteld geen uitvoering te zullen geven aan het voornemen om een schrijven te versturen aan de ca. 1.250 investeerders zoals bedoeld in het onder 1. (i) gevorderde.
Verder heeft Fieldvision Beheer B.V. c.s. als verweer gevoerd dat niet valt in te zien wat onrechtmatig is aan het benaderen van eerder benadeelde investeerders voorafgaand aan de periode van Gubba (hierna: de voormalige investeerders). Naar de mening van Fieldvision Beheer B.V. c.s. heeft zij – er is naar haar mening sprake van fraude en valsheid in geschrifte - recht en belang bij het polsen van die investeerders om te bezien of er een gezamenlijke actie tegen [eiser 2] mogelijk is. Een ieder moet vrij zijn om vermeende misstanden achter gesloten deuren te bespreken. Daarnaast betreft het een goed afgebakende en beperkte groep mensen.
Fieldvision Beheer B.V. c.s. betwist voorts dat haar acties tot doel hebben om de aandelen voor niets te verkrijgen.
Tot slot dient naar het oordeel van Fieldvision Beheer B.V. c.s. het onder 1. (ii), (iii), (iv) en (v) gevorderde te worden afgewezen. Gelet op de brede, onduidelijke en ongespecificeerde formulering zou het, bij toewijzing van het gevorderde, Fieldvision Beheer B.V. c.s. verboden worden om rechtmatige handelingen uit te voeren, zoals onder meer het verrichten van legitieme handelingen die ertoe leiden dat de ware feiten op rechtmatige wijze openbaar kunnen worden gemaakt.
Het verzenden van een schrijven aan ca. 1.250 Nederlandse investeerders en investeringsmaatschappijen als onder 1. (i) gevorderd
4.3. Het onder 1. (i) gevorderde met betrekking tot het schrijven gericht aan Nederlandse investeerders en investeringsmaatschappijen is toewijsbaar en zal worden toegewezen als in het dictum nader geformuleerd. Hiertoe bestaat aanleiding nu Fieldvision Beheer B.V. c.s. zich niet tegen de toewijzing van deze vordering heeft verzet, noch bezwaar heeft gemaakt tegen neerlegging van een dergelijk verbod in een vonnis.
Het benaderen van benadeelde investeerders voorafgaand aan de periode Gubba als
onder 1. (i) gevorderd
4.4. Vooropgesteld dient te worden dat het in beginsel niet onrechtmatig is om, indien men meent door een persoon opgelicht te zijn, andere personen te benaderen die mogelijk door dezelfde persoon benadeeld zijn om het feitenrelaas gezamenlijk via een televisieprogramma als TROS 'Opgelicht' aan de orde te stellen.
Bij de beantwoording van de vraag of in casu het benaderen van personen teneinde [eiser 2] te laten portretteren in het Tros-programma 'Opgelicht' moet worden verboden, dient een belangenafweging te worden gemaakt tussen het recht op vrijheid van meningsuiting enerzijds en het recht op bescherming van de eer en goede naam en de persoonlijke levenssfeer anderzijds. Het belang van Postyno B.V. c.s. ziet in casu op het belang om niet, door het benaderen van derden en het verzamelen van informatie omtrent het doen en laten van [eiser 2] met als doel om hem te laten portretteren in een televisieprogramma, op de televisie te worden blootgesteld aan (lichtvaardige) verdachtmakingen.
Aan de andere kant bestaat het belang dat men zich in het openbaar kritisch, informerend en waarschuwend moet kunnen uitlaten om bijvoorbeeld te voorkomen dat door gebrek aan bekendheid bij het grote publiek, misstanden die de samenleving raken, kunnen blijven voortbestaan. Het betreft hier in beginsel twee gelijkwaardige maatschappelijke belangen en de vraag welke van de twee dient te prevaleren hangt af van de omstandigheden van het geval.
4.5. In het onderhavige geval zijn de volgende omstandigheden van belang.
Allereerst is van belang dat in hoge mate aannemelijk is dat de aankondiging door Fieldvision Beheer B.V. c.s. om de voormalige investeerders te benaderen tot doel heeft om Postyno B.V. c.s. te dwingen tot bepaalde handelingen.
Tot deze conclusie wordt gekomen op basis van de inhoud van de mails die [gedaagde 4] – ook namens de andere gedaagden - heeft verzonden op respectievelijk 12 november 2008 (productie 16 bij de dagvaarding) en 14 november 2008 (productie 18 bij de dagvaarding).
In de mail van 12 november 2008 koppelt Fieldvision Beheer B.V. c.s. haar voornemen om de voormalige investeerders te benaderen aan een zevental door haar gestelde voorwaarden (waarvan er vier zijn weergegeven onder 2.4. van dit vonnis). Uit de mail van 12 november 2008 blijkt dat wanneer Postyno B.V. c.s. niet integraal akkoord gaat met de zevental voorwaarden uit genoemde mail, het voornemen om contact op te nemen met de voormalige investeerders met als doel de heer [eiser 2] te laten portretteren in het Tros-programma 'Opgelicht' onmiddellijk en onomkeerbaar in gang zal worden gezet.
Ook in de mail van 14 november 2008 wordt het uitvoeren van het voornemen om de voormalige investeerders te benaderen afhankelijk gemaakt van het al dan niet voldoen aan verschillende voorwaarden. Zo blijkt uit de brief dat wanneer [eiser 2]
€ 50.000,- aan Gubba betaalt, hij niet een portret van zichzelf op televisie zal zien in het programma 'Opgelicht'.
Uit het vorenstaande moet worden opgemaakt dat Fieldvision Beheer B.V. c.s. slechts haar eigen belang nastreeft en dit valt niet te rijmen met het in deze procedure door Fieldvision Beheer B.V. c.s. ingenomen standpunt dat zij met het benaderen van de voormalige investeerders de bedoeling heeft om eventuele misstanden publiekelijk aan de kaak te stellen, nog daargelaten Fieldvision Beheer B.V. c.s. niet heeft aangetoond dat de aantijging dat er sprake zou zijn van misstanden thans voldoende feitelijke grondslag heeft.
De stelling van Fieldvision Beheer B.V. c.s. dat zij een maatschappelijk belang nastreven moet dus worden verworpen.
4.6. Voorts wordt rekening gehouden met de omstandigheid dat Fieldvision Beheer B.V. c.s. Postyno B.V. c.s. in de mailwisseling heeft willen dwingen tot handelingen waarvan voorshands niet vaststaat dat zij hiertoe verplicht is. Zo heeft zij Postyno B.V. c.s. getracht te bewegen tot de afgifte van haar aandelenbelang in Gubba voor € 1,- per aandeel, waarbij werd vermeld dat zij de plicht had om haar aandelenpakket aan te bieden onder bijbetaling van € 125.000,-. Niet aannemelijk is echter geworden dat Postyno B.V. c.s. de verplichting heeft om haar aandelen aan de andere aandeelhouders aan te bieden, noch dat zij bij de aanbieding van haar aandelen, € 125.000,- dient bij te betalen.
Ook ten aanzien van de andere voorwaarden die gesteld zijn in de mails van 12 november 2008 en 14 november 2008 staat thans niet vast dat zowel [eiser 2] als Postyno B.V. gehouden zijn aan deze voorwaarden te voldoen.
4.7. Tot slot wordt de omstandigheid meegewogen dat er voor Fieldvision Beheer B.V. c.s. tevens andere wegen openstonden om haar eigen belangen te dienen. Ten eerste is de rechtsgang bij de civiele rechter de aangewezen weg om de geschillen die tussen partijen spelen op te lossen.
Daarnaast ligt bij een eventuele verdenking van fraude en valsheid in geschrifte door [eiser 2] gepleegd, allereerst de gang naar de politie voor de hand. Op deze wijze zou ook de maatschappij -indien nodig- beschermd worden tegen eventueel door [eiser 2] te plegen misdrijven.
4.8. In het licht van alle hierboven genoemde omstandigheden in samenhang beschouwd, dient het recht van Postyno B.V. c.s. op bescherming van eer en goede naam en de persoonlijke levenssfeer te prevaleren boven het recht op vrije meningsuiting. Het onder 1. (i) ten aanzien van het tweede bullet point gevorderde zal dan ook worden toegewezen.
Ten aanzien van het onder 1. (ii), (iii), (iv) en (v) gevorderde
4.9. Ten aanzien van het onder 1. (ii), (iii), (iv) en (v) gevorderde heeft Postyno B.V. c.s. onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van dreigend onrechtmatig handelen, zodat een verbod als gevorderd niet gerechtvaardigd is. Daarnaast is het onder 1. (ii), (iii), (iv) en (v) gevorderde onvoldoende bepaald om (op straffe van een dwangsom) voor toewijzing in aanmerking te komen. Dit geldt ook voor zover onder 1 (i) meer moet worden begrepen dan hetgeen wordt toegewezen/
Het onder 1. (ii), (iii), (iv) en (v) gevorderde zal dan ook worden afgewezen, alsmede hetgeen overigens onder 1 (i) moet worden begrepen.
Dwangsom
4.10. De gevorderde dwangsom wordt als volgt opgevat dat ieder der gedaagden die het verbod overtreedt in ieder separaat geval een dwangsom zal verbeuren en de dwangsom hoofdelijk wordt verbeurd, indien gedaagden 1, 2 en 6 of gedaagden 3 en 4 in groepsverband handelen. De gevorderde dwangsom zal op die manier worden toegewezen en verder worden beperkt als volgt.
4.11. Fieldvision Beheer B.V. c.s. zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Postyno B.V. c.s. worden begroot op:
- dagvaarding EUR 306,72
- vast recht 254,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat 527,00
Totaal EUR 1.087,72
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. verbiedt Fieldvision Beheer B.V. c.s. zich op welke wijze dan ook (schriftelijk, mondeling of digitaal) te wenden tot de circa 1.250 investeerders en investeringsmaatschappijen die Nederland rijk is, waarbij die partijen gewaarschuwd worden voor de heer [eiser 2] en het advies krijgen niet met dit heerschap op enigerlei wijze in zee te gaan.
5.2. verbiedt Fieldvision Beheer B.V. c.s. voorts contact te zoeken met eerder benadeelde investeerders voorafgaand aan de periode Gubba met als doel de heer [eiser 2] te laten portretteren in het Tros-programma ‘Opgelicht’.
5.3. bepaalt dat ieder der gedaagden voor iedere keer dat zij of hij in strijd handelt met het onder 2.1. of 2.2. bepaalde, aan Postyno B.V. c.s. een dwangsom verbeurt van EUR 10.000,- tot een maximum van EUR 100.000,-, en bepaalt dat genoemde dwangsom hoofdelijk wordt verbeurd, indien gedaagden 1, 2 en 6 of gedaagden 3 en 4 in groepsverband handelen, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd.
5.4. veroordeelt Fieldvision Beheer B.V. c.s. hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de anderen zullen zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van Postyno B.V. c.s. tot op heden begroot op EUR 1.087,72,
5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6. wijst het meer of anders gevorderde af
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.M.E. van der Burg-van Geest en in het openbaar uitgesproken op 24 november 2008.?
w.g. griffier w.g. rechter