Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG6697

Datum uitspraak2008-11-05
Datum gepubliceerd2008-12-12
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers133798 / HA ZA 07-408
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bevoegdheid tot opzegging eeuwig durend erfpachtsrecht. Redelijke uitleg van de erfpachtsvoorwaarden brengt met zich dat de bevoegdheid tot opzegging bestaat als de activiteiten van de erfpachter op de desbetreffende percelen zijn beëindigd en niet pas als de erfpachter ook haar activiteiten elders heeft gestaakt.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK HAARLEM Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 133798 / HA ZA 07-408 Vonnis van 5 november 2008 in de zaak van de naamloze vennootschap N.V. PWN WATERLEIDINGBEDRIJF NOORD-HOLLAND, gevestigd te Velserbroek, gemeente Velsen, eiseres, advocaat mr. M. Middeldorp, tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid RAAKS CENTRE B.V., gevestigd te Overveen, gemeente Bloemendaal, gedaagde, advocaat mr. L. Koning. Partijen zullen hierna PWN en Raaks Centre worden genoemd. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - het tussenvonnis van 23 mei 2007 - het proces-verbaal van comparitie van 29 augustus 2007. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. Het waterleidingbedrijf Zuid-Kennemerland (WLZK), rechtsvoorganger van PWN, heeft bij akte van 24 juni 1992 (verder: de vestigingsakte) van de gemeente Haarlem een eeuwigdurend recht van erfpacht met het recht van opstal verkregen op een aantal percelen grond gelegen nabij de Zeeweg en de Tetterodeweg in Overveen (verder: de percelen). 2.2. In de vestigingsakte staat onder meer het volgende: “Artikel 9 WLZK is slechts bevoegd het onderhavige onroerend goed en hetgeen daarop is of zal worden gebouwd te gebruiken en te bestemmen als waterleidingbedrijf. Andere activiteiten mogen daarop niet worden uitgeoefend. Overtreding van deze bepaling kan leiden tot vervallen verklaring van het erfpachts- en opstalrecht, een en ander zoals omschreven in de algemene voorwaarden. Bij bedrijfsbeëindiging (beëindiging van de activiteiten ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening) kan zowel het WLZK als de gemeente het recht het erfpachtsrecht en opstalrecht met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste twaalf (12) maanden door opzegging beëindigen.” 2.3. Blijkens een leveringsakte van 30 juli 2004 heeft de gemeente Haarlem de percelen aan Raaks Centre overgedragen. In de leveringsakte staat onder meer het volgende: “Artikel 6 (…) 3. De bestemming van de gronden is zoals in genoemde akte houdende vestiging van het eeuwigdurende recht van erfpacht en opstal omschreven. Raaks Centre is bekend met de brief van de Gemeente van dertien mei negentienhonderd zevenennegentig aan de PWN en aanvaardt het gebruik voor natuurbeheer en recreatie (waaronder ook bezoekerscentrum en sterrenwacht) als vallende onder de vanwege de Gemeente vooralsnog goedgekeurde bestemmingen als bedoeld in artikel 2 lid 3 van de algemene erfpacht voorwaarden (AEV). (…) 8. De Gemeente heeft Raaks Centre tevens op de hoogte gesteld van de inhoud van een akte houdende vestiging van een tijdelijk onder-recht van opstal tussen de PWN en de Stichting Volkssterrenwacht Copernicus te Haarlem – hierna te noemen: ‘Copernicus’ , waarin door de PWN aan Copernicus voor vijfentwintig jaar een onderopstalrecht is verleend met betrekking tot het kadastrale perceel nummer 10994 voor de vestiging van een observatorium en observatieterras, op basis van een door het PWN aan Copernicus verleend gebruiksrecht voor de als ondergrond dienende opstal. De Gemeente heeft voor vestiging van dit onder-opstalrecht toestemming verleend. (…) 9. Ook is de Gemeente bekend met en geeft door aan Raaks Centre het feit dat de PWN het ter plaatse aanwezige aanjaagstation wil continueren. Dat geldt ook voor bepaalde kabels en leidingen waarvan de ligging gewaarborgd dient te blijven. 2.4. In een brief van 10 maart 2005 van PWN aan Cobraspen Beheer B.V. (verder: Cobraspen) staat onder meer het volgende. “Dinsdag 8 maart jl. hebben wij bij u op kantoor een gesprek gevoerd over de situatie met betrekking tot het terrein “Overveen”. Tijdens dit overleg is besproken dat er momenteel diverse discussies zijn over de toekomst van het bezoekerscentrum De Zandwaaier. In het voorjaar van 2005 zal door de betrokken partijen een evaluatie ten aanzien van De Zandwaaier worden uitgevoerd. PWN zal de resultaten van deze evaluatie afwachten en na de evaluatie contact opnemen met u om nadere afspraken te maken over de overdracht van de opstallen op het terrein Overveen.” 2.5. Bij brief van 28 februari 2006 aan PWN heeft Raaks Centre het erfpachtsrecht en het opstalrecht tegen 1 april 2007 opgezegd. Aan de opzegging heeft Raaks Centre ten grondslag gelegd dat de bedrijfsactiviteiten ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening op de percelen zijn beëindigd. 3. Het geschil 3.1. PWN vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, 3.1.1. Primair voor recht verklaart dat de door Raaks Centre gedane opzegging bij brief van 28 februari 2006 van het recht van erfpacht en het recht van opstal voortvloeiende uit de erfpachtsakte van 24 juni 1992 niet rechtsgeldig is gedaan, zodat deze rechten niet zijn beëindigd. 3.1.2. Subsidiair voor recht verklaart dat Raaks Centre thans geen beroep op de opzegging de dato 28 februari 2006 meer toekomt. 3.1.3. Raaks Centre veroordeelt tot vergoeding van de als gevolg van het handelen van Raaks Centre opgetreden schade, op te maken bij staat. 3.1.4. Raaks Centre veroordeelt tot vergoeding van de proceskosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en voor het geval voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening. 3.1.5. Raaks Centre veroordeelt tot betaling van de nakosten procureur (de rechtbank leest: advocaat) ad € 131,00 bij niet-betekening door de deurwaarder en € 199,00 bij betekening door de deurwaarder, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en voor het geval voldoening van de nakosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening. 3.2. Tegen de achtergrond van de weergegeven feiten legt PWN het volgende aan haar vordering ten grondslag. De door Raaks Centre omschreven opzeggingsgrond doet zich niet voor, zodat de opzegging van 28 februari 2006 niet rechtsgeldig, althans zonder effect is. Nu de opzegging bovendien niet is ingeschreven in de openbare registers en PWN geen reactie heeft ontvangen op haar brief van 22 maart 2006, waarin is aangegeven dat PWN ervan uitgaat dat de opzegging is herroepen, komt Raaks Centre geen beroep op de opzegging van 28 februari 2006 toe. 4. Het verweer 4.1. Raaks Centre heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Daarop zal, voor zover van belang, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan. 5. De beoordeling 5.1. PWN heeft zich op het standpunt gesteld dat de opzegging van het erfpachtsrecht en opstalrecht door Raaks Centre (zie 2.5) niet rechtsgeldig is gedaan, althans zonder effect is, omdat de opzeggingsgrond van artikel 9 in de vestigingsakte (zie 2.2) zich niet voordoet. In de eerste plaats heeft PWN gesteld dat er geen sprake is van bedrijfsbeëindiging. Raaks Centre heeft hiertegen aangevoerd dat met de bepaling in de vestigingsakte wordt bedoeld beëindiging door PWN van haar feitelijke activiteiten ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening op de percelen. Dat Raaks Centre op zich als bedrijf nog bestaat en haar bedrijfsactiviteiten elders nog immer continueert, doet aan de opzegmogelijkheid, zoals voorzien in de vestigingsakte niet af, aldus Raaks Centre. 5.2. In artikel 9 van de vestigingsakte wordt bedrijfsbeëindiging nader omschreven als beëindiging van de activiteiten ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening. De overige bepalingen in artikel 9 zien alle op het gebruik van de percelen en de zich daarop bevindende opstallen. Een redelijke uitleg van de bepaling over het recht tot opzegging bij bedrijfsbeëindiging brengt, gelet op deze context, met zich dat Raaks Centre bevoegd is het erfpachtrecht en opstalrecht te beëindigen ingeval de activiteiten ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening op de percelen waarop deze rechten zijn gevestigd zijn beëindigd. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de desbetreffende rechten juist ten behoeve van deze activiteiten op de percelen zijn gevestigd. 5.3. PWN heeft evenwel ook gesteld dat de percelen nog immer worden gebruikt voor de activiteiten ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening. Zo wordt een aantal gebouwen gebruikt ten behoeve van het beheer van de duinen en is in één van de gebouwen een aanjaagstation gevestigd om de waterdruk in een deel van Bloemendaal, Overveen en Zandvoort te verhogen. Nu Raaks Centre heeft aangevoerd dat zij steeds de rechtbank begrijpt ten tijde van besprekingen over de overname van de opstallen door Raaks Centre (Cobraspen, zie 2.4) - heeft gezegd dat zij bereid was het gebruik van diverse thans nog door PWN voor de drinkwatervoorziening in gebruik zijnde gebouwen te waarborgen door bijvoorbeeld die gebouwen aan PWN te verhuren, heeft zij de stelling van PWN dat de percelen worden gebruikt voor de activiteiten ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening onvoldoende weersproken. 5.4. Anders dan Raaks Centre kennelijk meent, is voor de vraag of de opzeggingsgrond van artikel 9 van de vestigingsakte zich voordoet niet van belang of de nog bestaande activiteiten op de percelen noodzakelijk zijn voor de openbare drinkwatervoorziening, maar slechts of deze activiteiten worden uitgeoefend ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening. Raaks Centre heeft niet (voldoende) weersproken dat de huidige activiteiten van PWN op de percelen, waaronder ook die in het kader van het duinbeheer, als zodanig kunnen worden begrepen. 5.5. Op grond van het voorgaande moet het ervoor worden gehouden dat de activiteiten ten behoeve van de drinkwatervoorziening op de percelen niet zijn beëindigd, zodat Raaks Centre geen grond had om het erfpachtsrecht en opstalrecht door opzegging te beëindigen. De primair gevorderde verklaring voor recht zal daarom worden toegewezen. De overige stellingen die PWN aan haar primaire vordering ten grondslag heeft gelegd behoeven daarom geen bespreking. 5.6. PWN heeft voorts gevorderd dat Raaks Centre wordt veroordeeld tot vergoeding van de als gevolg van het handelen van Raaks Centre opgetreden schade op te maken bij staat. Nu zij evenwel geen feiten en omstandigheden heeft gesteld die de mogelijkheid van schade aannemelijk maken heeft Raaks Centre terecht aangevoerd dat een grondslag voor deze vordering ontbreekt. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat aan de opzegging geen gevolg is gegeven. De vordering zal op dit punt daarom worden afgewezen. 5.7. Nu partijen deels in het gelijk en deels in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd als na te melden. De vordering tot veroordeling in de nakosten zal om die reden worden afgewezen. 6. De beslissing De rechtbank 6.1. verklaart voor recht dat de door Raaks Centre gedane opzegging bij brief van 28 februari 2006 van het recht van erfpacht en het recht van opstal voortvloeiende uit de erfpachtsakte van 24 juni 1992 niet rechtsgeldig is gedaan, zodat deze rechten niet zijn beëindigd 6.2. compenseert de proceskosten tussen partijen zo dat ieder van hen de eigen kosten draagt 6.3. wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 5 november 2008.?