Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG6707

Datum uitspraak2008-12-12
Datum gepubliceerd2008-12-12
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/510364-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Een geldboete en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid ter zake een aanrijding te Wezep met zwaar lichamelijk letsel ten gevolg. Verdachte heeft aanmerking onvoorzichtig en onoplettend aan het verkeer deel genomen, waardoor hij een voetganger, die een zebrapad overstak, niet heeft gezien en die voetganger heeft aangereden.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Meervoudige kamer Parketnummer: 06/510364-08 Uitspraak d.d.: 12 december 2008 tegenspraak/ dip VERKORT VONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [plaats, 1988], wonende te [adres]. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 28 november 2008. De tenlastelegging hij op of omstreeks 13 februari 2008 te Wezep, gemeente Oldebroek, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, zijnde een personenauto, daarmede rijdende over de weg, de Veluwelaan, althans enige weg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden immers heeft en/of is hij, verdachte, zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, - gereden over de Veluwelaan, komende vanuit de richting Keizersweg en/of gaande in de richting Zuiderzeestraatweg en/of - een voetgangersoversteekplaats op de Veluwelaan genaderd en/of - terwijl voornoemde voetgangersoversteekplaats op het wegdek met strepen was aangeduid en/of met een bord L2, zoals bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, was aangeduid, waarbij hij verdachte, - niet voortdurend zijn aandacht aan de weg en/of het verkeer heeft besteed en/of - zich er niet (tijdig) van heeft vergewist dat voornoemde voetgangersoversteekplaats vrij was van verkeer en/of - geen voorrang heeft verleend aan mevrouw [slachtoffer 1], die zich bevond op voornoemde voetgangersoversteekplaats, waarbij en/of waardoor een botsing en/of een aanrijding heeft plaatsgevonden tussen de door hem, verdachte, bestuurde personenauto en voornoemde mevrouw [slachtoffer 1], waardoor mevrouw [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere, althans (een) gebroken middenvoetsbeentje(s) en/of een afgebroken bot aan de linkerhiel en/of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan; art 175 lid 1 ahf/ond a Wegenverkeerswet 1994 art 175 lid 3 Wegenverkeerswet 1994 art 6 Wegenverkeerswet 1994 ALTHANS, dat hij op of omstreeks 13 februari 2008 te Wezep, gemeente Oldebroek, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee heeft gereden op de weg, de Veluwelaan, althans enige weg, waarbij hij, verdachte - heeft gereden over de Veluwelaan, komende vanuit de richting Keizersweg en/of gaande in de richting Zuiderzeestraatweg en/of - een voetgangersoversteekplaats op de Veluwelaan is genaderd en/of - terwijl voornoemde voetgangersoversteekplaats op het wegdek met strepen was aangeduid en/of met een bord L2, zoals bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, was aangeduid, waarbij hij verdachte, - niet voortdurend zijn aandacht aan de weg en/of het verkeer heeft besteed en/of - zich er niet (tijdig) van heeft vergewist dat voornoemde voetgangersoversteekplaats vrij was van verkeer en/of - geen voorrang heeft verleend aan mevrouw [slachtoffer 1], die zich bevond op voornoemde voetgangersoversteekplaats, waarbij en/of waardoor een botsing en/of een aanrijding heeft plaatsgevonden tussen de door hem, verdachte, bestuurde personenauto en voornoemde mevrouw [slachtoffer 1], waarbij mevrouw [slachtoffer 1] letsel heeft bekomen en/of schade heeft geleden, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd; De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd; art 5 Wegenverkeerswet 1994 Taal- en/of schrijffouten Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Bewijsmotivering (eindnoot 1) A. De vaststaande feiten Aanleiding voor het onderzoek (eindnoot 2) was een aanrijding van een voetgangster door een personenauto op 13 februari 2008 te Wezep, gemeente Oldebroek. B. Het standpunt van het openbaar ministerie De officier van justitie heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder primair ten laste gelegde. Het betreft hier geen simpele verkeersfout. Verdachte heeft het slachtoffer, een voetgangster die een zebrapad overstak, niet gezien en daardoor aangereden. Er is hier sprake van aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag, waardoor iemand zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen. C. Het standpunt van de verdachte, de verdediging Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte op een manier zijn voertuig heeft bestuurd, zoals van hem verwacht zou mogen worden. Hij was uitgerust en had geen alcohol genuttigd. De verdachte reed normaal en niet te hard en hij voerde verlichting. Er was geen enkele aanwijzing dat verdachte zijn snelheid had moeten aanpassen, omdat hij niemand zag die het zebrapad over wilde steken. In dit geval is er sprake van één moment van onoplettendheid en dat is te weinig voor veroordeling voor artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. D. Beoordeling van de tenlastelegging De rechtbank acht voor het bewijs voorhanden de navolgende redengevende feiten en omstandigheden. De getuige/slachtoffer (eindnoot 3) [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij op 13 februari 2008 op de Veluwelaan te Wezep liep. Ze stond voor het zebrapad en zag geen verkeer naderen. Vervolgens stak zij over. Op ongeveer 1 ½ meter op het zebrapad werd zij aangereden door een personenauto. De jongen die de politieagent heeft gesproken, was de bestuurder van de auto die haar aangereden heeft. De getuige (eindnoot 4) [getuige] heeft verklaard dat hij op 13 februari 2008 op de Verlengde Meidoornstraat, bij de kruising Veluwelaan, te Wezep fietste. Hij zag een vrouw voor het zebrapad. Deze vrouw keek uit en liep vervolgens het zebrapad op. Er naderde een personenauto en de vrouw werd aangereden door die auto. Deze auto was gewoon met dezelfde snelheid doorgereden. Alleen op het laatste moment remde deze auto en ging naar links. De vrouw lag gewond op het wegdek. De personenauto (Volkswagen Golf) reed tegen de 50 km/h schat ik. De verdachte (eindnoot 5) heeft verklaard dat hij op 13 februari 2008 in zijn Volkswagen Golf over de Veluwelaang te Wezep reed. Hij reed nog geen 50 km/h. Hij naderde het zebrapad. Hij heeft geen voetgangster over zien steken. Op het laatste moment zag hij haar, maar toen was hij al te dicht genaderd om een aanrijding te voorkomen. Hij remde en stuurde naar links. Hij reed met de voorzijde van zijn auto tegen de voetgangster aan. Uit de medische informatie (eindnoot 6) betreffende [slachtoffer 1] blijkt dat zij 4 gebroken middenvoetsbeentjes in de linkervoet, een klein stukje gebroken hielbot, een kneuzing linkerschouder, een kneuzing linker knie, een kneuzing rechterknie en een kneuzing aan de rug heeft. Bewezenverklaring hij op 13 februari 2008 te Wezep, gemeente Oldebroek, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, zijnde een personenauto, daarmede rijdende over de weg, de Veluwelaan, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden immers heeft hij, verdachte, aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend, - gereden over de Veluwelaan, komende vanuit de richting Keizersweg en gaande in de richting Zuiderzeestraatweg en - een voetgangersoversteekplaats op de Veluwelaan genaderd en - terwijl voornoemde voetgangersoversteekplaats op het wegdek met strepen was aangeduid en met een bord L2, zoals bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, was aangeduid, waarbij hij verdachte, - niet voortdurend zijn aandacht aan de weg en het verkeer heeft besteed en - zich er niet tijdig van heeft vergewist dat voornoemde voetgangersoversteekplaats vrij was van verkeer en - geen voorrang heeft verleend aan mevrouw [slachtoffer 1], die zich bevond op voornoemde voetgangersoversteekplaats, waardoor een aanrijding heeft plaatsgevonden tussen de door hem, verdachte, bestuurde personenauto en voornoemde mevrouw [slachtoffer 1], waardoor mevrouw [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere gebroken middenvoetsbeentjes en een afgebroken bot aan de linkerhiel werd toegebracht. Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezene levert op het misdrijf: Overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. Strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Oplegging van straf en/of maatregel 1. De officier van justitie heeft gevorderd het onder primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen te achten en verdachte te veroordelen tot een geldboete van € 750,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 15 dagen hechtenis en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. 2. Door en namens de verdachte is gesteld dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard wat aan verdachte onder primair is ten laste gelegd. Verdachte refereert zich ten aanzien van het onder subsidiair ten last gelegde aan het oordeel van de rechtbank. 3. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen de aanzienlijke gevolgen die het door verdachte veroorzaakte ongeval hebben gehad. Daarbij houdt de rechtbank tevens rekening met het feit dat de verdachte beginnend bestuurder is. 4. In het voordeel van verdachte weegt dat hij niet eerder voor dit soort delicten met justitie in aanraking is gekomen en dat hij contact heeft opgenomen met het slachtoffer, ook nogmaals op het moment dat hij hoorde dat het minder goed met haar ging dan hij had gedacht. 5. Gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank een straf als na te melden op zijn plaats. De rechtbank acht in de sfeer van het onderhavige delict het opleggen van een geldboete passend, waarbij rekening is gehouden met de financiële draagkracht van verdachte. Daarnaast zal de rechtbank een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen opleggen, teneinde de verdachte in te scherpen nog meer oplettend in het verkeer te zijn. Toepasselijke wettelijke voorschriften Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24a, 24c en 91 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 6, 176, 178 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994. Beslissing De rechtbank: • Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder primair ten laste gelegde heeft begaan. • Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. • Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar. • Veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 750,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 15 dagen. • Bepaalt dat de geldboete mag worden voldaan in 3 maandelijkse termijnen van telkens € 250,00. • Veroordeelt verdachte tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 4 (vier) maanden. • Bepaalt, dat deze bijkomende straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Aldus gewezen door mrs. Buijs, voorzitter, Kuiken en Eijkelestam, rechters, in tegenwoordigheid van Damink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 december 2008. Eindnoten 1 Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen bij (stam)proces-verbaal nr. PL0617/08-224329, Regiopolitie Noord-Oost Gelderland, Team Elburg/Oldebroek, gedateerd 10 april 2008 2008 2 (stam)proces-verbaal nr. PL0617/08-224329, doorgenummerde pag.2 3 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer 1], doorgenummerde pagina 14 4 Proces-verbaal verhoor [getuige], doorgenummerde pagina 16 5 Proces-verbaal verhoor verdachte, doorgenummerde pagina 18 6 Medische informatie, doorgenummerde pagina 8