
Jurisprudentie
BG6955
Datum uitspraak2008-12-11
Datum gepubliceerd2008-12-15
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Zwolle
ZaaknummersAwb 08/2022
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Datum gepubliceerd2008-12-15
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Zwolle
ZaaknummersAwb 08/2022
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Indicatie
Geen schorsing van besluit zaterdagmarkt van 20 december 2008 in verband met evenement "Kerst in Oud Kampen" te verplaatsen naar de Nieuwe Markt in Kampen.
Uitspraak
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector Bestuursrecht, Voorzieningenrechter
Registratienummer: Awb 08/2022
Uitspraak betreffende het verzoek om toepassing van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
in het geding tussen:
A en 7 anderen
verzoekers,
gemachtigde mr.drs. M.C. van Meppelen Scheppink, advocaat te Rotterdam,
en
het college van burgemeester en wethouders van Kampen,
verweerder.
1.Procesverloop
Bij besluit van 23 september 2008, bekendgemaakt op 25 september 2008, heeft verweerder besloten de zaterdagmarkt van 20 december 2008 te verplaatsen naar de Nieuwe Markt in Kampen.
Verzoekers hebben op 5 november 2008 bezwaar gemaakt tegen voornoemd besluit. Bij brief van 20 november 2008 hebben verzoekers de voorzieningenrechter van deze rechtbank gevraagd een voorlopige voorziening te treffen.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 4 december 2008. Verzoekers 1 tot en met 4 zijn in persoon verschenen. Verzoekster sub 5 heeft zich laten vertegenwoordigen door haar echtgenoot (…). Tevens is verschenen de gemachtigde van verzoekers, voornoemd. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door J.B.H. Jansen, M.A. Schipper en B.P.M. Mulder, allen ambtenaren van de gemeente Kampen. Namens het evenement ‘Kerst in Oud Kampen’ zijn verschenen (...) en (...)
2.Overwegingen
Ingevolge artikel 8:81 van de Awb kan de voorzieningenrechter van de rechtbank op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Voorzover hierbij het geschil in de bodemprocedure wordt beoordeeld, heeft het oordeel van de voorzieningenrechter daaromtrent een voorlopig karakter en is dat niet bindend voor de beslissing in die procedure.
Bij besluit van 26 april 2005 heeft verweerder een warenmarkt ingesteld op de Plantage, op iedere zaterdag van 08:00 uur tot 17:00 uur. Verzoekers hebben een standplaats op deze markt.
Ingevolge artikel 2a, eerste lid, van de Markverordening Kampen 2005 (de Marktverordening) kan het college ten behoeve van grootschalige evenementen maximaal 4 keer per jaar besluiten de markt op de Plantage te verplaatsen.
Ingevolge artikel 2a, tweede lid, van de Marktverordening zal het college aan het begin van het kalenderjaar en in overige gevallen tijdig, aangeven voor welk evenement deze verplaatsing zal plaatsvinden.
In de toelichting op artikel 2a van de Marktverordening staat, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“Het is niet de bedoeling dat de markt veelvuldig wordt verplaatst. De ervaring leert dat marktverplaatsingen de kooplieden in hun omzet benadelen. Een evenwicht dient gevonden te worden tussen belangen van marktkooplieden en de belangen van organisatoren van evenementen. Een evenwichtige benadering wordt in dit geval bereikt door het aantal evenementen waarvoor verplaatsing mogelijk is aan een maximum van 4 te binden. Van een zekere grootschaligheid zal wel sprake moeten zijn. (..)
Een alternatieve locatie zal van het te organiseren evenement afhangen.”
Bij brief van 13 oktober 2005 heeft verweerder de Centrale Vereniging voor Ambulante Handel, Afdeling Kampen (CVAH), meegedeeld dat kan worden ingestemd met de voorkeur van de CVAH om in geval van een evenement als vaste uitwijkplaats gebruik te maken van de Oudestraat voor het voormalig stadhuis en voor de Plantage, mits de Oudestraat niet betrokken is bij een evenement of in geval er veel publiek in de Oudestraat verblijft vanwege een evenement elders in de stad. In een dergelijke situatie zal, aldus verweerder in de brief van 13 oktober 2005, de zaterdagmarkt moeten uitwijken naar een locatie die op geen enkele wijze betrokken is bij het evenement.
De CVAH heeft bij brief van 7 maart 2006 aangegeven dat afwijken van de aangewezen locatie in geval de genoemde uitzonderingssituatie zich voordoet, in strijd is met de mondeling met de wethouder gemaakte afspraken.
De verplaatsing van de zaterdagmarkt houdt verband met het evenement ‘Kerst in Oud Kampen (KIOK)’ dat op 20 december 2008 vanaf 17:00 uur plaats zal vinden op (onder meer) de Plantage. In 2005 en 2006 is het evenement KIOK geïntegreerd met de zaterdagmarkt. In 2007 zijn evenement en zaterdagmarkt niet geïntegreerd en is de zaterdagmarkt verplaatst naar de Oudestraat, nabij het Van Heutzplein.
Tussen partijen is niet in geschil dat het evenement KIOK als grootschalig evenement in de zin van artikel 2a van de Marktverordening kan worden aangemerkt. Voor het jaar 2008 wordt een bezoekersaantal verwacht van 100.000, een stijging van bijna 43% ten opzichte van 2007.
Verweerder stelt in het besluit van 23 september 2008 dat gebleken is dat een combinatie van KIOK en de zaterdagmarkt op de Plantage, mede gelet op de te verwachten forse publiekstoeloop, niet haalbaar is. Gelet op de tegenstrijdige belangen, het belang van het evenement KIOK en de verwachte grote bezoekersaantallen heeft verweerder besloten de zaterdagmarkt te verplaatsen. Verweerder heeft hierbij gekozen voor verplaatsing naar de Nieuwe Markt omdat bij evaluatie van KIOK 2007 is geconcludeerd dat de zaterdagmarkt in de Oudestraat nabij het Van Heutzsplein gelet op de omvang van de publieke belangstelling feitelijk niet verantwoord is. De Nieuwe Markt is in tegenstelling tot voorgaande jaren beschikbaar en is gelegen op korte afstand van de Plantage.
Verzoekers stellen zich op het standpunt dat verweerder een onjuiste althans onvolledige belangenafweging heeft gemaakt. Onvoldoende onderzoek is gedaan naar de mogelijkheid ook in 2008, door voor de zaterdagmarkt als alternatieve locatie de locatie te kiezen waar de zaterdagmarkt in 2005 en 2006 heeft plaatsgevonden, markt en evenement te integreren. De Nieuwe Markt is zeer ongunstig voor verzoekers omdat deze niet in de loop ligt en verplaatsing naar deze locatie voor verzoekers tot forse omzetschade zal leiden. Verzoekers wensen met het verzoek om voorlopige voorziening uitdrukkelijk niet te bereiken dat KIOK niet plaats kan vinden op de Plantage maar menen dat KIOK en zaterdagmarkt geïntegreerd kunnen worden waarbij verzoekers als alternatief hebben voorgesteld twee marktkramen te plaatsen in de Vispoort, één marktkraam op de Oudestraat in de bocht naar de Plantage en vijf marktkramen op de Plantage ter hoogte van de oude rijbaan. Verzoekers hebben voorts aangevoerd dat het besluit de zaterdagmarkt naar de Nieuwe Markt te verplaatsen in strijd is met het vertrouwensbeginsel. De wethouder heeft immers in 2005 toegezegd dat, indien sprake is van een verplaatsing, de locatie gelegen zal zijn vóór het oude stadhuis en de Plantage, nabij de winkels.
In het kader van het spoedeisend belang hebben verzoekers in hun verzoekschrift naar voren gebracht dat hun belang erin is gelegen dat zij met een verplaatsing naar de Nieuwe Markt in de voor hen belangrijke decembermaand geconfronteerd zullen worden met forse omzetschade, zonder dat daar enige compensatie tegenover staat.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat het door verzoekers gestelde spoedeisende belang enkel een financieel karakter draagt. Het is vaste rechtspraak dat een dergelijk belang op zichzelf geen reden is om een voorlopige voorziening te treffen. Verzoekers kunnen immers schadevergoeding vorderen indien het bestreden besluit in de bodemprocedure niet in stand kan blijven. In dit kader is ook van belang dat het besluit betrekking heeft op verplaatsing van de zaterdagmarkt voor de duur van slechts één (zater)dag, namelijk 20 december 2008. Verzoekers hebben niet aannemelijk gemaakt dat de omzetschade over die ene dag zodanig is, dat de continuïteit van hun onderneming in het geding is. Dat een eenmalige verplaatsing ook een negatieve uitwerking zal hebben op de omzet over de daarop volgende zaterdagen is niet nader onderbouwd of anderszins aannemelijk geworden.
Een nadere belangenafweging kan aan de orde zijn indien geoordeeld zou moeten worden dat het bestreden besluit zonder meer onrechtmatig is en in bezwaar geen stand kan houden. In dit kader overweegt de voorzieningenrechter het volgende.
Verzoekers stellen zich op het standpunt dat het bestreden besluit in strijd is met een toezegging die door de wethouder zou zijn gedaan. Verweerder heeft ter zitting bestreden dat een onvoorwaardelijke toezegging aan verzoekers is gedaan. Niet gezegd kan derhalve worden dat het beroep van verzoekers op het vertrouwensbeginsel zonder meer kans van slagen heeft.
De motivering van het besluit is ten aanzien van de door verweerder gestelde veiligheidsproblemen die gepaard zouden gaan met een integratie van KIOK en de zaterdagmarkt op de Plantage of in de directe nabijheid daarvan, summier. Verweerder heeft ter zitting evenwel aangegeven dat door de marktmeester al in 2006, toen de zaterdagmarkt en KIOK nog geïntegreerd waren op de Plantage, problemen zijn geconstateerd ten aanzien van veiligheid. Het standpunt dat het laten plaatsvinden van de zaterdagmarkt op de Plantage of in de directe nabijheid daarvan tot onveilige situaties kan leiden wordt voorts, naar verweerder ter zitting heeft meegedeeld, onderschreven door de politie en de brandweer. Verweerder kan derhalve het motiveringsgebrek in bezwaar herstellen.
Voorts heeft verweerder ter zitting voldoende aannemelijk gemaakt dat de door verzoekers ter zitting naar voren gebrachte alternatieve locatie voor de zaterdagmarkt op 20 december 2008 geen optie is. Van belang hierbij is dat in de Vispoort, de Oudestraat en op de Plantage minimaal 3,5 meter ruimte beschikbaar moet blijven voor hulpdiensten. Ook wordt in aanmerking genomen dat zowel op de Plantage als op de hoek Voorstraat/Oudestraat een podium zal worden geplaatst en de Vispoort een belangrijke toegangsweg naar de Plantage vormt, zodat verwacht kan worden dat zich juist in de Vispoort en in de Oudestraat vanaf de Vispoort tot aan de Voorstraat een behoorlijk aantal mensen zal ophouden. Het is dan ook geenszins onaannemelijk dat de aanwezigheid van marktkramen, gezien de verwachte bezoekersstromen, die naar verweerder stelt al vóór 17.00 uur op gang komen, de veiligheid ter plaatse en de doorgangsmogelijkheden voor hulpdiensten extra kan belemmeren.
Nu op voorhand niet onaannemelijk is dat eisen van veiligheid zich verzetten tegen het laten plaatsvinden op 20 december 2008 van de zaterdagmarkt op of in de directe nabijheid van de Plantage, kan niet worden gezegd dat het besluit, ondanks de omstandigheid dat de motivering daarvan in bezwaar aanvulling behoeft, in bezwaar zonder meer geen stand kan houden. Nu verweerder voorts heeft toegezegd de inwoners van de gemeente Kampen door middel van een publicatie in het plaatselijke huis- aan huisblad en door middel van plaatsing van borden op de Plantage zo goed mogelijk op de hoogte te brengen van de verplaatsing van de zaterdagmarkt en de marktgelden voor de betreffende zaterdag te zullen verlagen, zodat moet worden aangenomen dat de negatieve gevolgen van het besluit voor verzoekers zoveel mogelijk zullen worden beperkt, bestaat (ook om die reden) geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening.
Het verzoek zal derhalve worden afgewezen.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.Beslissing
De voorzieningenrechter van de rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. M. Keukenmeester als griffier, op
Afschrift verzonden op: