Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG6970

Datum uitspraak2008-12-16
Datum gepubliceerd2008-12-16
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers01/825195-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

De rechtbank legt een werkstraf voor de duur van 90 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand op voor medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 1 onder a van de Wet op de kansspelen, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd (in strijd met de regelgeving kienavonden organiseren). De rechtbank verwerpt een beroep op afwezigheid van alle schuld (Promis)


Uitspraak

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector Strafrecht Parketnummer: 01/825195-08 Datum uitspraak: 16 december 2008 Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige economische kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967, wonende te [adres]. Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 2 december 2008. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht. De tenlastelegging. De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 13 augustus 2008. Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 2 december 2008 is gewijzigd, is aan verdachte tenlastegelegd dat: zij in of omstreeks de periode van 01 januari 2002 tot en met 18 maart 2008 te Helmond meermalen, althans eenmaal (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in het Bingopaleis Helmond Sport, al dan niet opzettelijk gelegenheid heeft gegeven aan (personen uit) het publiek om door middel van het (kans)spel bingo/kienen, mede te dingen naar prijzen en / of premies, waarbij de aanwijzing der winnaar geschiedde door enige kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed konden uitoefenen, terwijl daarvoor (telkens) geen vergunning ingevolge de Wet op de kansspelen was verleend en het in titel Ia en/of titel II en/of titel Va van die wet bepaalde niet van toepassing was; [artikel 1 onder a Wet op de Kansspelen]. De formele voorvragen. Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging. De bewijsmotivering. Vaststaande feiten. Verdachte heeft in de periode van 1 januari 2002 tot en met 18 maart 2008 in het Bingopaleis Helmond Sport te Helmond samen met [mededader 1 en 2] minimaal vier maal per week kienavonden georganiseerd waarbij het maximum bedrag aan prijzengeld per ronde € 400,- en het totale prijzengeld per bijeenkomst tot en met 31 december 2006 in ieder geval meer dan € 1.400,- en daarna per bijeenkomst tot en met 18 maart 2008 meer dan € 1.550,- bedroeg1. Kienen is een kansspel waarop de Wet op de kansspelen van toepassing is. Het standpunt van de officier van justitie. De officier van justitie is van mening dat het feit wettig en overtuigend is bewezen. Verdachte organiseerde samen met anderen kienavonden met een prijzengeld dat per avond hoger was dan toegestaan. Deze kienavonden werden niet tijdig bij het college van Burgemeester & Wethouders aangekondigd. Van een besloten vereniging was geen sprake, omdat een ieder de kienavonden kon bijwonen. Van de deelnemers aan de kienavonden werd geen pasje of legitimatie gevraagd. De opbrengst van de kienavonden ging ook niet naar de leden van de vereniging, maar naar de (mede-)verdachten. De verdachte en haar mededader(s) hebben het feit opzettelijk gepleegd. Het standpunt van de verdediging. De verdediging is van mening dat het feit niet wettig en overtuigend is bewezen. De gemeente Helmond zou per brief hebben gewaarschuwd dat voor het organiseren van kienbijeenkomsten een vergunning aangevraagd moest worden. Deze brief heeft verdachte nimmer bereikt. Verdachte wist niet dat zij mogelijk regels zou overtreden waardoor zij een economisch delict zou plegen. Er is geen sprake van opzet. Verdachte liet de politie meekijken bij het kienen, zij adverteerde bij Helmond Sport op het scorebord en zij liet op de gevel een bord plaatsen met het woord “Kienpaleis”. Verdachte organiseerde de kienbijeenkomsten ruim 25 jaar, telkens met stilzwijgende toestemming van de gemeente Helmond. De verdediging beroept zich op afwezigheid van alle schuld. In overleg met advocaat mr. Max Moszkowicz is destijds een nieuwe vereniging opgericht en voornoemde advocaat heeft hiervoor nieuwe statuten opgemaakt. Deze vereniging werd dusdanig ingericht dat het organiseren van kienavonden toegestaan was. De gemeente Helmond heeft altijd toegestaan dat ter plaatse werd gekiend. De locatie werd zeer frequent bezocht door controle-ambtenaren van de gemeente Helmond. Het tenlastegelegde feit kan worden bewezen, maar niet is aangetoond dat er sprake was van opzettelijk handelen. Verdachte mocht aannemen niet strafbaar te zijn voor het bewezene op grond dat de vereniging toestemming had gekregen tot het organiseren van kienavonden. Dit levert afwezigheid van alle schuld op. De verdediging is van mening dat verdachte primair dient te worden vrijgesproken, althans subsidiair moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging vanwege afwezigheid van alle schuld. Het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van het (mede)plegen van de verboden gedraging overweegt de rechtbank ambtshalve het navolgende. De kienavonden werden niet georganiseerd door de vereniging genaamd Lampada Club en/of door VOF Sting. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat de kienavonden feitelijk werden georganiseerd door de verdachte zelf, haar vriend [mededader 1] en [mededader 2]. De rechtbank merkt daarbij op dat [mededader 2] blijkens het uittreksel van de Kamer van Koophandel en Fabrieken geen deel uitmaakt van het bestuur van de vereniging Lampada Club2. Voorts ontvingen [mededader 1] en [mededader 2] direct en verdachte indirect inkomsten uit de betreffende kienavonden3, wat bij een organisatie door een vereniging niet het geval zou zijn geweest. Ook de kieners/deelnemers waren niet allen lid van de vereniging en de toegang was in elk geval de laatste jaren vrij. De rechtbank is van oordeel dat verdachte en haar mededaders persoonlijk kunnen worden aangesproken op de overtreding van de Wet op de kansspelen in de onderhavige strafzaak. Aan de (overigens niet opgeworpen) stelling dat de Lampada Club de kienavonden zou organiseren gaat de rechtbank dan ook voorbij. VOF Sting is slechts betrokken geweest bij het horecagedeelte ten aanzien van de kienavonden. Voorts is er geen sprake van beslotenheid in de zin van artikel 2 van de Wet op de kansspelen. Ten aanzien van het (voorwaardelijk) opzet en afwezigheid van alle schuld. De rechtbank constateert dat er voor het bewijs van het (subjectieve) bestanddeel ‘opzettelijk’ in het onderhavige strafbare feit bij verdachte slechts sprake hoeft te zijn van zogenaamd kleurloos opzet. Derhalve is niet vereist dat verdachte willens en wetens de wettelijke regels heeft overtreden. Verdachte en haar mededaders hebben opzettelijk de kienavonden georganiseerd en daarvoor niet de vereiste vergunning aangevraagd. Verdachte organiseert reeds jarenlang kienavonden waarbij relatief hoge geldprijzen gewonnen kunnen worden. Van hem mag dan ook worden verwacht en gevergd dat zij zich terdege op de hoogte stelt van de vigerende (ordenings-)wetgeving. Ter zitting heeft verdachte desgevraagd aangegeven dat zij geen navraag naar de toepasselijke regelgeving heeft gedaan. Voorts blijkt uit de processtukken dat de gemeente er niet van op de hoogte was dat het in totaal op een kienavond uitgekeerde prijzengeld zodanig hoog was dat er sprake was van illegaal kienen4. De gemeente had belang bij de concentratie van het kienspel in haar gemeente en gedoogde derhalve het organiseren van kienavonden in het Supporterscafé van Helmond Sport. Zodoende wist de gemeente wel dat verdachte het kienen organiseerde, maar niet dat dit kienen op illegale wijze plaatsvond. Door de verdediging zijn geen omstandigheden naar voren gebracht die op gedogen van illegale activiteiten duiden. De rechtbank acht derhalve het opzet bewezen en het beroep van verdachte op verontschuldigbare dwaling (AVAS) wordt niet gehonoreerd. De bewezenverklaring. Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte in de periode van 01 januari 2002 tot en met 18 maart 2008 te Helmond meermalen, telkens tezamen en in vereniging met anderen, in het Bingopaleis Helmond Sport, opzettelijk gelegenheid heeft gegeven aan personen uit het publiek om door middel van het kansspel bingo/kienen, mede te dingen naar prijzen, waarbij de aanwijzing der winnaar geschiedde door enige kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed konden uitoefenen, terwijl daarvoor telkens geen vergunning ingevolge de Wet op de kansspelen was verleend en het in titel Ia en titel II en titel Va van die wet bepaalde niet van toepassing was. Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. De kwalificatie. Het bewezenverklaarde levert op het in de uitspraak vermelde strafbare feiten. De strafbaarheid. Er zijn - buiten hetgeen hiervoor onder het punt (voorwaardelijk) opzet en afwezigheid van alle schuld - geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van het feit of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard. De strafmotivering. De eis van de officier van justitie. De officier van justitie vordert een werkstraf van 180 uur, subsidiair 90 dagen hechtenis, met aftrek van het voorarrest, een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar en verbeurdverklaring van de nog niet teruggegeven inbeslaggenomen goederen. Het standpunt van de verdediging. De verdediging is van mening dat verdachte onjuist is bejegend ten aanzien van het tenlastegelegde feit. Op 19 maar 2008 heeft de politie met veel manschappen een inval gedaan in de zaal waar gekiend werd. Het ging de politie daarbij kennelijk niet om het kienen, dat was immers bekend, maar om vermeende handel in valse merkkleding en heling van gestolen goederen. Op 20 maart 2008 is hierover bericht op Omroep Brabant TV. Uiteindelijk heeft het onderzoek hiernaar geen enkel verband naar verdachte opgeleverd, terwijl de goede naam van verdachte hierdoor zeer ernstig is aangetast. Verdachte en haar vriend hebben van de gemeente een verbod opgelegd gekregen van één jaar. De vereniging mocht gedurende één jaar geen kienbijeenkomsten organiseren. Dit verbod had nimmer gegeven mogen worden, immers is illegaal kienen al verboden. Door het opleggen van dit verbod, welk verbod zowel in de plaatselijke courant werd geplaatst maar ook landelijke aandacht kreeg, leden verdachte en haar vriend nog meer schade. Het eens in Helmond zo geliefde stel werd door steeds meer mensen met de nek aangekeken. De ondergang van de onderneming van de vriend van verdachte en zijn nieuwe compagnon was ingezet. De Stichting Belangen Helmond Sport heeft vervolgens de exploitatie van het café en de zaal laten voortzetten door een derde-partij, die er vervolgens hoogstpersoonlijk voor zorgde dat verdachte en haar vriend bij alle supporters van Helmond Sport in een kwaad daglicht werden gezet. Door deze hetze zijn verdachte en haar vriend op een niet nader te noemen locatie moeten onderduiken. Hierna werden zij met de dood bedreigd en is de vriend van verdachte nog recent door zijn ex-compagnon mishandeld. Verdachte is genoeg gestraft. Het oordeel van de rechtbank. Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. De verdachte heeft de door haar gepleegde strafbare feiten gepleegd in georganiseerd verband en heeft een rol in dit geheel vervuld. De rechtbank weegt strafmatigend mee dat verdachte echter niet de initiator van het organiseren van de kienbijeenkomsten is geweest en ‘slechts’ een ondersteunende rol heeft vervuld voor de medeverdachte(n). De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de op te leggen straf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt en zij deze verdachte een mindere rol in het geheel toeschrijft. Met betrekking tot de op te leggen gevangenisstraf zal de rechtbank bepalen dat die straf niet zal worden tenuitvoergelegd mits verdachte zich tot het einde van de hierna vast te stellen proeftijd aan de voorwaarde houdt dat zij zich niet aan een strafbaar feit zal schuldig maken. De rechtbank wil met een en ander enerzijds de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit tot uitdrukking brengen en anderzijds door invloed uit te oefenen op het gedrag van de verdachte het door verdachte opnieuw plegen van een strafbaar feit tegengaan. Een direct verband tussen geweld tegen verdachte en haar partner en het politieoptreden is geenszins aannemelijk geworden, zodat de rechtbank daarmee bij de straftoemeting geen rekening zal houden. DE UITSPRAAK De rechtbank: verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven; verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt haar daarvan vrij. Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven: Medeplegen van: overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 1 onder a van de Wet op de kansspelen, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar. Legt op de volgende straffen. Werkstraf voor de duur van 90 uren subsidiair 45 dagen hechtenis met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht. De rechtbank waardeert een in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebrachte dag op 2 uur te verrichten arbeid. Gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Dit vonnis is gewezen door: mr. Ch. Dunnewijk, voorzitter, mr. J.W.H. Renneberg en mr. J.G. Vos, leden, in tegenwoordigheid van M.J.H. Rijnbeek, griffier, en is uitgesproken op 16 december 2008. 1 zie verklaring van verdachte ter zitting van 2 december 2008, het proces-verbaal van bevindingen van v[verbalisanten 1 en 2] op pagina’s 42, 44 en 45, het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisanten 3 en 4] op pagina 48, het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] op pagina 60 en het proces-verbaal van verhoor van verdachte op pagina 68 2 zie het proces-verbaal van de politie op pagina 104 3 zie verklaring van verdachte ter zitting van 2 december 2008 en het proces-verbaal van verhoor van [mededader 2] op pagina 85 4 zie het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisanten 3 en 4] op pagina’s 48 en 49 en het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] op pagina 60