Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG7013

Datum uitspraak2008-10-28
Datum gepubliceerd2008-12-16
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
ZaaknummersAWB 08/3409
Statusgepubliceerd


Indicatie

De bijstandsuitkering van betrokkene is beëindigd omdat hij over vermogen zou beschikken in de vorm van een woning in Marokko. Uit het onderzoek van de Nederlandse Ambassade in Marokko, waarop de beëindiging is gebaseerd, blijkt dit echter op geen enkele wijze.


Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM Sector Bestuursrecht zaaknummer: AWB 08/3409 uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen: [verzoeker] wonende te [woonplaats], verzoeker, gemachtigde mr. S. Mathoerapersad en Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigde K.C. Mormon. 1. Procesverloop Verzoeker heeft een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek hangt samen met het door verzoeker ingediende bezwaar tegen het besluit van verweerder van 21 augustus 2008. De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 15 oktober 2008. Verzoeker is niet in persoon verschenen, maar heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. 2. Overwegingen 2.1. Ontstaan en loop van de zaak 2.1.1 Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter (hierna ook: de rechter) van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op alle betrokken belangen dat vereist. Bij de vereiste belangenafweging gaat het om een afweging van enerzijds het belang van verzoeker dat een onverwijlde voorziening wordt getroffen en anderzijds het door de onmiddellijke uitvoering van het besluit te dienen belang. 2.1.2. Verzoeker genoot vanaf 1 juni 1996 een bijstandsuitkering. 2.1.3. Bij besluit van 21 augustus 2008 heeft verweerder besloten dat met ingang van 1 september 2008 de bijstandsuitkering van verzoeker wordt beëindigd. Verweerder heeft daartoe overwogen dat verzoeker beschikt over een vermogen, waarvan de hoogte boven de voor verzoeker geldende vermogensgrens ligt. 2.1.4. Verzoeker heeft aangevoerd dat hij een zeer spoedeisend belang heeft bij een voorlopige voorziening aangezien hij door de beëindiging van zijn uitkering niet kan voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan. Verzoekers is van mening dat het bestreden besluit niet op een deugdelijke motivering berust. Verzoeker ontkent dat hij eigenaar van deze woning is. 2.2. Beoordeling 2.2.1. Naar het voorlopig oordeel van de rechter kan uit de onderliggende stukken niet worden afgeleid dat verzoeker eigenaar van de woning in Marokko is. 2.2.2. Naar aanleiding van een anonieme tip inzake bezit van verzoeker van onroerend goed in Marokko, is verweerder een onderzoek gestart. In de door de Afdeling Handhaving van de Dienst Werk en Inkomen (DWI) opgestelde rapportage van 8 juli 2008 staat dat uit de stukken van de Nederlandse ambassade onomstotelijk vast is komen te staan dat [verzoeker] een appartement in Marokko bezit. Het feit dat er geen inschrijving in het kadaster van [plaats] aanwezig is doet niet af aan het vermogen van verzoeker, aldus de rapportage. 2.2.3. Uit het rapport van de Nederlandse ambassade blijkt echter geenszins dat verzoeker eigenaar is van de woning. Door medewerkers van de ambassade is een bezoek gebracht aan het kadaster van [plaats]. Hieruit is gebleken dat er grondtitels met betrekking tot de appartementen zijn uitgegeven. Er is echter geen grondtitel op naam van [verzoeker] gevonden. Ook een bezoek aan het hypotheekkantoor heeft geen registratie van [verzoeker] opgeleverd. 2.2.4. Uit het taxatierapport (van een gerechtelijk deskundige in onroerende zaken metingen en verificaties) blijkt dat de woning volgens de gegevens van het kadaster van [plaats] eigendom van derden is. Het is de rechter daarom onduidelijk op grond waarvan in het taxatierapport tot de conclusie wordt gekomen dat verzoeker eigenaar van de woning is. De conclusie van het taxatierapport is tegenstrijdig met de bevindingen die zijn gedaan in het kadaster. 2.2.5. De conciërge en het wijkhoofd hebben weliswaar verklaard dat ene ‘[verzoeker]’ als eigenaar zou moeten worden aangemerkt, echter nergens is uit gebleken dat het hier om verzoeker gaat. Immers, ter zitting is gebleken dat niet met foto’s is gewerkt en evenmin is gebruik gemaakt van een geboortedatum of andere personalia. 2.3. Conclusie 2.3.1. Vooralsnog is de voorzieningenrechter van mening dat de uitkering van verzoeker ten onrechte is ingetrokken, in aanmerking genomen dat nu alleen de anonieme tip nog resteert, waarvan de betrouwbaarheid ter zitting door verzoeker gemotiveerd is betwist. Ter zitting heeft verweerder verklaard dat er geen sprake is van vermogen anders dan de woning in Marokko. 2.3.2. De voorzieningenrechter zal het besluit van 21 augustus 2008 schorsen. Op grond van het bepaalde in artikel 8:82, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zal de gemeente Amsterdam het door eiser betaalde griffiegeld ad € 38,- dienen te vergoeden. 2.3.3. De voorzieningenrechter ziet tevens aanleiding toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 8:75 van de Awb door verweerder te veroordelen in de kosten die verzoeker in verband met de behandeling van het verzoek redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht begroot op € 644,- (2 punten x € 322,- x factor 1). 3. Beslissing De voorzieningenrechter: - wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe; - schorst het besluit van 21 augustus 2008; - bepaalt dat de gemeente Amsterdam aan eiser het griffierecht ad € 38,- vergoedt. - veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 644,-, te betalen door de gemeente Amsterdam aan de griffier van de rechtbank. Deze uitspraak is gedaan op 28 oktober 2008 door mr. C.C.W. Lange, rechter, in tegenwoordigheid van mr. N. van Slooten, griffier, en bekend gemaakt door verzending aan partijen op de hieronder vermelde datum. De griffier, De voorzieningenrechter, Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. Afschrift verzonden op: DOC: B